Job Cohen- Wiegman en Logtenberg

april 12, 2010

cohenOp het hoofdbureau van politie werd over hem gesproken als ‘een strandbal’ die iedere kant op vliegt. PVV-Kamerlid Hero Brinkman noemde hem ‘de slechtste burgemeester’. Maar toen hij zijn overstap naar de landelijke politiek bekend maakte leek er even een vlaag van waarlijke Cohen-mania door het land te gaan.
Wie is Job Cohen en hoe gaat hij te werk? Dat zijn de vragen die mijn Parool-collega Marcel Wiegman en journalist Hugo Logtenberg stellen in hun boek over de ‘burgemeester van Nederland.’ De timing van deze publicatie, waaraan zij anderhalf jaar hebben gewerkt, had amper beter gekund. Nog geen maand voor verschijnen had Cohen aangekondigd lijsttrekker van de PvdA te willen worden.
Cohen komt er uit naar voren als een afstandelijke en bestuurlijk ingestelde man die goed kan luisteren en niet snel beslissingen neemt. Dat doet hij pas als hij alle kanten van de zaak heeft bestudeerd. Hij heeft geen grote visies of dadendrang, maar wil dat alles rustig verloopt. Hij kijkt de kat uit de boom en legt niet snel zijn kaarten op tafel. Hij houdt niet van onenigheid en politieke spelletjes.

Op de middelbare school was het ideale cijfer van Job Cohen een 6-. Net genoeg geleerd en tijd over om andere dingen te doen, zo schrijven Logtenberg en Wiegman. Het is een aanstekelijk beeld. Het duidt ook op een gebrek aan fanatisme. Cohen lijkt vaak niet meer moeite te doen dan nodig. Bij zijn sollicitatie naar de positie van burgemeester maakt hij geen ijzersterke indruk. Als hij net burgemeester is, vraagt zijn collega in Groningen Jacques Wallage wat hij met de stad wil. “Ik geloof niet dat ik iets met Amsterdam wil.” Jaren later vraagt PvdA-kopstuk Lodewijk Asscher hem wat zijn programma wordt als er ooit een gekozen burgemeester mocht komen. Ach ja, is het laconieke antwoord, zo’n beetje wat ik al doe.

Maar Cohen heeft zijn jaren als burgemeester ook gebruikt om in een reeks lezingen zijn denkbeelden over integratie, religie en andere zaken uiteen te zetten. De kritiek die Cohens oudere vriend, de rechtspsycholoog Hans Crombag, vooral op diens denkbeelden omtrent religie levert krijgt teveel ruimte. Steevast wordt fijntjes vermeld dat de e-mails van Crombag aan Cohen onbeantwoord blijven.
Er zit wel een ontwikkeling in de politieke en bestuurlijke rol van Cohen. In de eerste jaren, maar vooral tussen 2002 en 2004, heeft Cohen te maken met een weinig collegiaal college. De haantjes Rob Oudkerk (PvdA) en Geert Dales (VVD) bevechten elkaar voortdurend. Cohen heeft geen zin om daar tussen te gaan staan, zegt ook dat hij dat niet kan. Pas na het vertrek van Dales en Oudkerk verbeteren de verhoudingen. Over het minder uitgesproken college van de afgelopen vier jaar is het boek minder uitvoerig. Cohen neemt dan wel meer het voortouw, al was het maar om een enkele niet functionerende wethouder de wacht aan te zeggen. Cohen voelt zich in die laatste jaren enorm op zijn gemak in Amsterdam. Overigens kreeg hij al in 2003 van de bevolking een 7,2 en dat zal hij wel niet erg gevonden hebben.
De betrekkingen met de politietop zijn niet goed. Cohen vindt dat korpschef Bernard Welten zich aan het bevoegd gezag moet onderwerpen. Welten vindt dat hij een eigen mening mag verkondigen, ook al gaat die in tegen de burgemeester en de hoofdofficier van justitie. Het conflict begon kort na het aantreden van Welten en duurde voort tot het vertrek van Cohen. Uit het boek komt naar voren dat Cohen de politie weinig ruimte gaf, maar dat Welten er ook bepaald onhandig mee om ging. Als hij inderdaad zo’n strandbal was, dan had Welten de burgemeester toch wel zijn kant op moeten kunnen krijgen.

Dit boek focust, afgezien van een fraai portret van de jeugd van Cohen, sterk op problemen en crises, vooral rond personen die scherp en geestig worden neergezet. Cohen is burgemeester van de hoofdstad in de tijd van de aanslagen van 11 september, de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, de bedreigingen aan het adres van Ayaan Hirsi Ali.
De strapatsen van Oudkerk en Dales en de intriges in en van de politietop worden gedetailleerd beschreven. Het boek slaagt er uitstekend in om de grootste affaires van de afgelopen jaren voor het voetlicht te brengen en het barst van de verhalen uit de achterkamer.
De rol van burgemeester als burgervader blijft daarentegen onderbelicht. Dat is natuurlijk niet zo spannend, maar had toch een promintere plek verdiend, zeker nu juist zijn bindend vermogen een van zijn sterkste punten is in het huidige politieke krachtenveld. Wie dit boek leest en verder geen kennis van de man heeft kan moeilijk zijn grote populariteit in de stad en het land verklaren.
De schrijvers trekken zelf geen conclusies. Wat voor burgemeester was Cohen? En is hij geschikt als premier? Het antwoord laten ze aan de lezer. Misschien begrijpelijk omdat ze daarmee in partijpolitiek vaarwater zouden kunnen komen, maar het is ook jammer. Ze hebben zich niet voor niets zo intens met het onderwerp beziggehouden.

Hugo Logtenberg en Marcel Wiegman, Job Cohen, burgemeester van Nederland (2010)

(Visited 146 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Job Cohen - Logtenberg en Wiegman
Waardering
41star1star1star1stargray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.