Pluche, Femke Halsema

maart 13, 2016

Basis CMYKDe politieke memoires van Femke Halsema kan ik niet als volstrekte buitenstaander beoordelen. Mijn tijd als politiek verslaggever in Den Haag voor Het Parool overlapte met haar langere carrière als Kamerlid. Daarom eerst een paar persoonlijke herinneringen.
Voor Femke was ik twee keer de brenger van slecht nieuws. Ik overviel haar op de ochtend van 2 november 2004 met een telefoontje en vertelde dat Theo van Gogh was vermoord. Ze was er stil van, tekende ik op in de krant. Het was een zeer aangrijpend moment, zo aan de telefoon in Amsterdam.
De andere keer was na de moord op Pim Fortuyn. Ik had in Het Parool uitspraken van LPF-voorzitter Peter Langendam opgetekend zoals: ‘de kogel kwam van links’. Twee dagen later kwam ik Femke tegen op het Plein in Den Haag, waar meer GroenLinksers zaten in afwachting van de verkiezingen. Waarom heb je dat opgeschreven, vroeg ze verwijtend. Ik geloof dat ik niet veel meer wist uit te brengen dan dat het nu eenmaal gezegd was.
In haar boek Pluche gaat ze uitvoerig in op de uitspraak van Langendam en de gevolgen ervan. Die uitspraak heeft de rem op scheldkanonnades en bedreigingen tegen linkse politici volgens haar weggehaald. Of het interview met Langendam echt zoveel invloed had, of dat deze tendens er toch al was, moeten anderen maar beoordelen.

Toen ik in Den Haag begon als politiek redacteur, gebruikte ik als houvast een uitspraak van de Britse journalist Andrew Marr die zei dat het in politiek gaat om macht en ideeën. Macht zonder idee wat er mee te doen wordt willekeur of grenzeloos pragmatisme, ideeën zonder macht zijn in de politieke arena krachteloos. Dit was een simplificatie waarmee ik aan de slag kon: op zoek naar de macht én de ideeën in Den Haag.
Ook Halsema analyseert de politiek veelal in termen van macht en ideeën. Van haar adviseur Tom van der Lee krijgt ze te horen dat ze te weinig “Wille zur Macht’ bezit. Ze beschrijft een botsing met toenmalig PvdA-voorzitter Felix Rottenberg (ze was nog medewerker van het wetenschappelijk bureau van de PvdA) als een confrontatie met de ‘echte macht’.
Onder haar leiding gaat GroenLinks als ‘ideeënpartij’ op zoek naar de macht. Maar die macht, die opdoemt in twee kabinetsformaties, blijkt een fata morgana. In het eerste geval, in 2006, mede door onhandig optreden van Halsema. Ze analyseert dat zelf scherp.
In het tweede geval, toen na de verkiezingen van 2010, werd gesproken over de vorming van een Paars-Plus kabinet (VVD, PvdA, D66 en GroenLinks) was er misschien minder echte kans voor GroenLinks om op het pluche te belanden. Halsema wordt geconfronteerd met de machtspolitiek van Ruud Lubbers die haar woorden verdraait en beweert dat GroenLinks en PvdA te hoge eisen stellen. Knockout door de oude politiek.

Halsema geeft hier een openhartige beschouwing van, met veel details uit de achterkamers. Ze spaart zichzelf niet en schrijft dat ‘mijn persoon mogelijk een belemmering is voor doorslaand electoraal succes’. Om daar aan toe te voegen dat de ideeën die ze ontwikkelt dat misschien ook zijn.
Voor Halsema zijn de ideeën uiteindelijk belangrijker dan de macht. Die ideeën ontwikkelt ze in nota’s, boeken, maar die draagt ze ook uit als Kamerlid en fractievoorzitter. Ze doet dat vanuit een ‘plicht tot optimisme’, een uitspraak van Karl Popper. Die ideeën gaan niet alleen in tegen de tijdgeest, maar ook tegen de opvattingen van groeperingen binnen GroenLinks. Met haar links-liberale opvattingen weet ze soms buiten haar eigen partij meer lof te oogsten dan daar binnen, zoals toen de Jovd haar kroonde tot ‘Liberaal van het jaar’.  Die onderscheiding is helemaal niet onterecht, als je haar ideeën over vrijheid beschouwt. Al is de Angelsaksische aanduiding ‘liberal’ wellicht beter.
Ze gebruikt de begrippen ‘negatieve en positieve vrijheid’ van Isaiah Berlin, waarbij negatieve vrijheid staat voor het vrij zijn van beknotting en positieve vrijheid voor het recht van mensen ‘zich te mogen bevrijden uit achterstand en een gebrek aan kansen’ De linkse politiek moet zich niet richten op het in stand houden van verworven rechten, maar op ‘het bevrijden van mensen uit elke vorm van afhankelijkheid, van de markt en van de staat,’ zoals Halsema stelt. Dat is nogal wat.
Daarmee beweegt Halsema zich ook weg van traditionele linkse benaderingen.
In december 2005 noteerde ik een klacht van een boos partijlid. “Het wordt gewoon D66.”  Dat kwam niet uit, al trok GroenLinks in de jaren daarna geregeld samen op met D66, gesteund door een goede persoonlijke verhouding tussen Alexander Pechtold en Halsema.
In hetzelfde artikel voorzag Paul Lucardie van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen in Groningen, dat GroenLinks met de ideeën van Halsema in beperkte mate zou kunnen groeien. “Veel meer dan tien zetels verwacht ik niet.” Het werden het er 10 in 2010, het electorale hoogtepunt uit de periode van Halsema.
Maar het pluche, dat bleef een schim. Zoals de veelbesproken ministerszetel die Halsema in 2012 aangeboden kreeg van Lodewijk Asscher ook een schim was. Terugkijkend door het prisma van macht en ideeën bereikte Halsema op het ene vlak zeer weinig, terwijl haar activiteit op het vlak van de ideeën vruchtbaarder was. Wel is de vraag in hoeverre GroenLinks de vrijzinnige linkse partij blijft die zij er van probeerde te maken, nu Jesse Klaver de focus heeft verlegd naar de strijd tegen het ‘economisme’.

 

 

(Visited 821 times, 2 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Pluche, Femke Halsema
Waardering
41star1star1star1stargray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.