Het seculiere experiment, Hans Boutellier
Politiek , Theologie , Theorie / november 29, 2015

“Wat is voor jullie de essentie van het idee van Europa?,” vroeg oud-VVD-Kamerlid Arend-Jan Boekestijn een paar jaar geleden op Twitter. “De twijfel,” antwoordde ik. Het vermogen overal een vraagteken achter te plaatsen, kenmerkt Europa nu. Zekerheden zijn er amper, vragen des te meer. In zijn boek Het seculiere experiment beschouwt Hans Boutellier twijfel, diepe twijfel zelfs, als het wezenskenmerk van de westerse samenleving. We kunnen overal aan twijfelen sinds God uit het openbare leven is verdwenen en als centrale, zingevende figuur heeft afgedaan. De absolute claim op de waarheid is bijna lachwekkend geworden, als die tenminste geen bedreigende vormen aanneemt. We leven in het seculiere tijdperk: een unieke situatie waarin religie geen grote rol heeft. (De Sovjet-Unie, waar religie van staatswege was gemarginaliseerd, blijft buiten beschouwing. Terecht misschien, want God is allang terug in Moskou.) De vader van Boutellier waarschuwde er tegen: zonder God zou het een zooitje worden. Zonder de normerende en samenbindende kracht van religie zou iedereen doen wat hem of haar het best uitkwam en zou de chaos uitbreken. Maar zonder God werd het geen zooitje, zoals Boutellier heeft uitgezocht (en we iedere dag kunnen ervaren). Criminaliteitscijfers daalden, na een aanvankelijke stijging. Dat ging wel gepaard met…

De kwestie God – Karen Armstrong
Theologie / november 3, 2009

Juan da Prado moet een van de eerste moderne atheïsten zijn geweest. Toen hij in 1655 als Portugese jood naar Amsterdam kwam, viel hij van zijn geloof. Waarom dachten de joden dat ze gods uitverkoren volk waren en was het niet belachelijk de schepper als persoon voor te stellen? Hij werd in de ban gedaan, maar zijn gedachten ontwikkelden zich verder. Hij nam het standpunt in dat iedere religie waardeloos was en dat de rede het instrument was om waarheid van onwaarheid te scheiden.

The West and the Rest – Roger Scruton
Algemeen / mei 4, 2006

In dit boek vergelijkt filosoof Roger Scruton de politieke cultuur van het westen met die van de islamitische wereld. Maar hij neemt ook de manier waarop in het westen met politiek, cultuur en identiteit wordt omgegaan, onder de loep. Dat mondt uit in een conservatief, anti-kapitalistisch programma. Het westerse politieke systeem is gebaseerd op christendom en verlichting, beargumenteert Scruton. Het christendom heeft altijd erkend dat wereldse en geestelijke macht naast elkaar kunnen bestaan. Geef aan Caesar (de keizer) wat hem toekomt en aan God wat hem toekomt, kort gezegd. Daarnaast was de Romeins recht van grote invloed. De kerk leerde zichzelf beperking op te leggen door zich te beschouwen als een rechtspersoon naast andere. Scruton keert terug naar de gedachte van het sociaal contract, hoewel hij dit bij uitstek liberale uitgangspunt uiteindelijk verwerpt. Er zit een venijnige wending in op het moment dat John Rawls ter sprake komt omdat die naar de zin van Scruton niet genoeg rekening houdt met de religieuze behoeften van mensen. De politieke cultuur van het westen is daarnaast gebaseerd op wat Scruton een pre-politieke loyaliteit noemt, aan land, taal en natie. Die zorgt voor een binding naast die van religie. Want zonder een gemeenschap kan…