Terror and Consent – Philip Bobbitt

augustus 16, 2009

terrorconsentNa de Koude Oorlog was er even het idee dat we in een vreedzame, nieuwe wereld terecht zouden komen, waar democratie en kapitalisme zich als vanzelf verder zouden verspreiden. In ieder geval sinds elf september weten we beter. Maar wat weten we eigenlijk, behalve dan dat er nieuwe bedreigingen zijn? De politieke filosoof Philip Bobbitt doet een poging dat uit te leggen in een veelomvattend boek. Met zeer uitgesproken opvattingen en een niet mis te verstane boodschap trekt hij ten strijde tegen allen die de oorlog tegen terrorisme niet serieus nemen, maar ook tegen diegenen die denken dat nu alles geoorloofd is.

Bobbitt houdt zich niet alleen bezig met beschrijving en analyse, hij geeft ook zijn eigen prognoses en doet aanbevelingen voor beleid. Zijn boek gaat over de constitutionele verhoudingen in de Verenigde Staten, maar ook over de Spaanse furie in Antwerpen in 1576, de verspreiding van kernwapens en de vraag of martelen is toegestaan. Het ene moment is het nogal abstract, op een ander punt is het erg gedetailleerd in zijn historische verslagen. Het vraagt daarmee nogal wat van de lezer. Maar de inspanningen worden beloond.

Iedere staatsvorm krijgt het terrorisme dat het verdient, is een van de centrale stellingen van Bobbitt. Terrorisme is namelijk een afspiegeling van de manier waarop een staat in elkaar zit. Zo werden de natiestaten van de twintigste eeuw geconfronteerd met terrorisme dat gericht was op het oprichten van onafhankelijke staten, zoals de IRA en de ETA. Eerder terroristisch geweld, zoals dat van de Geuzen uit de Nederlandse Tachtigjarige Oorlog en piraten, stond eveneens in een directe relatie met de vorm en vooral de legitimering van de toenmalige staten.

Nu zijn de westerse landen zich aan het omvormen naar marktstaten: staten die er op gericht zijn de mogelijkheden van burgers zoveel mogelijk te vergroten. De natiestaat voldoet niet meer in een tijd van wereldwijde financiële, economische culturele banden waarin grensoverschrijdende onderwerpen als milieu en migratie cruciaal zijn. De nieuwe staten functioneren meer als ondernemingen, besteden taken uit, vertrouwen minder op regels en wetten en meer op marktmechanismen en zijn minder hiërarchisch. Wie goed kijkt, kan er al tal van voorbeelden van zien, ook in Nederland, van het veilen van radiofrequenties tot het nieuwe armoedebeleid waarin armen eerder een opleiding dan een zak geld krijgen.

En zo is het ook met het nieuwe marktstaat terrorisme. De kenmerken daarvan zijn dat het beter gefinancierd en dodelijker is dan zijn voorgangers. Het is vaak gericht tegen de leidende marktstaten: de Verenigde Staten en Groot Brittannië. Het eigenlijke werk wordt vaak uitbesteed aan lokale groeperingen, de organisatie werkt meer als netwerk, gebruikt moderne communicatietechnologie en is op zoek naar massavernietigingswapens. Al Qaida is hierbij de trendsetter. Maar marktstaat-terrorisme kan ook andere uitingen krijgen, zoals dierenactivisme of anti-globalisme. Het doel van Al Qaida is om een ‘market state of terror’ op te zetten. Alleen dan hebben de inwoners de mogelijkheid te geven om volgens hun uitleg van de Koran te leven, aldus Bobbitt. Dit is een niet erg overtuigend punt. Wilde de Sovjet-Unie niet de mogelijkheid vergroten om volgens de communistische leer te leven?

De ruimere beschikbaarheid van en handel in massavernietigingswapens is een extra bedreiging van de veiligheid. Al Qaida wil kernwapens verwerven en zal ze mogelijk ook gebruiken. Daarmee gaat Bobbitt in tegen wetenschappers als Richardson die de kans daarop klein vinden. Meer in het algemeen keert Bobbitt zich tegen de houding dat terrorisme in feite niet veranderd is. Wie niet erkent dat er iets nieuws aan de hand is, is ook niet in staat om de juiste maatregelen te nemen.
Door zo te hameren op de dreigingen, compleet met fictieve scenario’s van aanslagen, heeft het boek iets alarmistisch.

Nu wil Bobbitt niet alleen een oorlog tegen terrorisme, maar tegen terreur in het algemeen. Dat heeft vooral te maken met de missie van de marktstaten die op instemming (consent) zijn gebaseerd, zeg maar de democratische landen. Die moeten hun burgers beschermen tegen de dreiging van terrorisme en massavernietigingswapens, maar ook tegen ontwrichtende natuurrampen. Al die verschijnselen kunnen de legitimiteit van de marktstaat ondermijnen en leiden tot een marktstaat die op terreur is gebaseerd. Maar was het beschermen van burgers tegen bedreigingen van binnenuit en buitenaf niet altijd al een taak van de staat? Wel is het zo dat de burgers in landen als Nederland op dat punt veel meer verwachten dan vroeger.

Pas in het zevende hoofdstuk komt Bobbitt met zijn definitie van terrorisme. Volgens hem is dat politiek geweld tegen niet-strijders dat er op gericht is hen van wettige daden te weerhouden. De vraag is natuurlijk wie bepaalt is wat wettig is. Zijn aanslagen tegen de Amerikaanse troepen in Irak terrorisme? Bobbitt vindt dat VN-resoluties die aanwezigheid legaal hebben gemaakt. Maar dat vinden de opstandelingen/terroristen uiteraard niet.

Volgens Bobbitt maakt het doel van geweld wel degelijk van belang bij de beoordeling daarvan. Daarmee wordt in feite een moreel oordeel in de definitie betrokken. Als het doel goed is, is er meer toegestaan dan wanneer dat doel afkeurenswaardig is. Maar niet alles is toegestaan. Stevig ondervragen moet kunnen als het gaat om terrorismeverdachten, maar martelen moet verboden blijven. De oorlog tegen terrorisme moet binnen het kader van de wet plaatsvinden, maar die wet moet hier en daar wel aangepast worden, vindt Bobbitt.

Een belangrijk punt van hem is dat ‘recht’ en ‘strategie’ op een lijn moeten komen voor een effectieve bestrijding van terreur. Een keuze voor een uitsluitend strafrechtelijke bestrijding van terrorisme is net zo misplaatst als het nastreven van een zuiver militaire oplossing. Het strafrecht werkt te veel achteraf. Maar het militaire instrument is te bot. Er is dus een nieuwe vorm van oorlog voor nodig. Hij leunt daarbij op het werk van onder andere Rupert Smith, met zijn stelling over ‘war amongst the people’. Ook bij oorlogen in Afghanistan en Irak is het beschermen van burgers essentieel. Dat is ondertussen al bijna een cliché. In hoeverre dat in de praktijk gebracht kan worden, valt te bezien.

Een groot deel van het boek lijkt een slimme verdediging van het beleid van George Bush. In principe hadden Bush c.s. het bij het rechte eind met hun analyses van de dreiging van massavernietigingswapens en terrorisme. In de uitwerking, zoals Guantánamo Bay en de falende wederopbouw in Irak, werden er helaas grote fouten gemaakt. Hij zit daarmee op de lijn van de voormalige presidentskandidaat John McCain (en dus niet van Obama, die de term war on terrorism in de ban heeft gedaan).

De doctrine die Bobbitt opstelt voor het buitenlands beleid van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië gaat dan ook uit van ingrijpen bij de dreiging van verspreiding van kernwapens. Preventief optreden is bij de dreiging van kernwapens door terroristische groepering van groter belang dan vroeger. Maar ook bij grootschalige schendingen van de mensenrechten moeten deze landen ingrijpen, als dat mogelijk is. Want het publiek in de democratische marktstaten kan dergelijke inbreuken niet verdragen, ook al niet als ze elders plaatsvinden. Het principe dat landen binnenlands hun gang kunnen gaan, moet in dit soort gevallen overboord.

Aan het eind van het boek schrijft Bobbitt dat iedereen in zijn boek wel iets kan vinden om zich beledigd door te voelen. Hij spaart inderdaad heilige huisjes niet. Hij is ook nogal eens kort door de bocht en zijn historische benadering is met opzet schematisch. Hij ramt zijn boodschap er wel erg in, aan het eind zelfs in hoofdletters. Niet alles wat hij beweert is zo ontzettend nieuw, bijvoorbeeld als het gaat om de verandering in de oorlogvoering. De keuze voor een Angelsaksische alliantie heeft iets nostalgisch, terwijl de laatste grote actie van het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten (de inval in Irak) toch niet zo goed uitgevallen is.

Er is ook voor velen iets aantrekkelijks te vinden in dit boek. Het idee van een transformatie van natiestaat naar marktstaat is boeiend en verhelderend. De staat verdwijnt niet, maar krijgt een ander karakter. Dat heeft gevolgen voor en wordt beïnvloed door de verandering in oorlogvoering en terrorisme. Of het precies die gevolgen zijn die Bobbitt beschrijft en of dat ook moet leiden tot de door hem voorgestelde beleidswijzigingen is een tweede. Hij benadrukt terecht de noodzaak om binnen de wet te opereren bij de bestrijding van terreur. In ieder geval biedt dit boek meer dan genoeg om over na te denken.

Philip Bobbitt, Terror and Consent. The wars for the twenty-first century (2008)

(Visited 108 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Terror and consent - Philip Bobbit
Waardering
41star1star1star1stargray

Een reactie

  • victor crebolder augustus 27, 2009op8:58 pm

    Terror comes with the territory
    ik heb een historische roman geschreven over de directe link tussen terrorisme-staatsterrorisme, een van de vele aaneengeklonken begrippenparen die deze aardkloot rijk is. kip en ei, wie o wie begon met het geweld, is elke staat niet ooit begonnen door niets dan grof geweld, is terror niets anders dan territoriumgedrag, bij mieren uitgevochten door kaken en mierenzuur, bij apen door krijsen en bijten, bij mensen met laster en napalm…

    zoekdatum: 17 oktober 1961

    plaats van handeling: Parijs

    weet er iemand een uitgever die de vergeten oorlog tussen Algerije en Frankrijk eens onder de loep wil zien, nu WOII en de Koude Oorlog alle aandacht naar zich toe hebben weten te trekken, met de Vietnamoorlog als goede derde?!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.