Een zwak voor Nederland & Koning Burger
Nederland / mei 14, 2006

Na de opkomst van Pim Fortuyn was het linkse zelfbeklag niet van de lucht. Links was ‘ leeg’ en had geen antwoord op de neoconservatieve revolte, die na de dood van Fortuyn werd voortgezet door schrijvers, denkers en politici als Leon de Winter, Paul Cliteur, Bart Jan Spruyt en Ayaan Hirsi Ali. Rechts domineerde, links hing knock-out in de touwen. Het beste wat links kon doen, was het eigen programma inruilen voor verwaterde versies van het liberale en fortuynistische denken.

De Pimmels – Marcel van Roosmalen
Nederland / mei 4, 2006

Een verzameling artikelen over de mannen en die ene vrouw rond Fortuyn, die eerder in HP/detijd verschenen. Hilarisch geschreven, maar weinig diepgang. Veel dwepen met de normaalheid bij Mat Herben. De lijfwachten van Pim die ‘alles voor hem over hadden’. Het is een portret van een deel van wat sociologen de moderne burgerij noemen. Bij geen van de gesprekspartners is maar het begin van een politieke gedachte te vinden, maar Van Roosmalen heeft dergelijke bespiegelingen ook niet aangewakkerd. Maar dat zal toch niet de enige reden zijn. De beweging van Pim wordt hier neergezet als een kleinburgerlijke groep met een enorm minderwaardigheidscomplex. Dat wordt gecompenseerd door agressie of naïviteit. De schrijver beschikt over bepaald inlevingsvermogen, wat het niet helemaal een ironische blik geeft. Merkwaardig genoeg is het te dun: waar zijn Bomhoff, Heinsbroek, Langendam, De Jong etc.? De indruk ontstaat ook dat wie deze mensen om zich heen verzameld zelf niet helemaal spoort. De titel is erg flauw, een beetje ranzig en vooral uit de lucht gegrepen. Ook dit boek is maar een bouwsteen voor een meer omvattend werk over Fortuyn en zijn beweging. Zie ook: De Vrienden van Pim en De jonge Fortuyn

The West and the Rest – Roger Scruton
Algemeen / mei 4, 2006

In dit boek vergelijkt filosoof Roger Scruton de politieke cultuur van het westen met die van de islamitische wereld. Maar hij neemt ook de manier waarop in het westen met politiek, cultuur en identiteit wordt omgegaan, onder de loep. Dat mondt uit in een conservatief, anti-kapitalistisch programma. Het westerse politieke systeem is gebaseerd op christendom en verlichting, beargumenteert Scruton. Het christendom heeft altijd erkend dat wereldse en geestelijke macht naast elkaar kunnen bestaan. Geef aan Caesar (de keizer) wat hem toekomt en aan God wat hem toekomt, kort gezegd. Daarnaast was de Romeins recht van grote invloed. De kerk leerde zichzelf beperking op te leggen door zich te beschouwen als een rechtspersoon naast andere. Scruton keert terug naar de gedachte van het sociaal contract, hoewel hij dit bij uitstek liberale uitgangspunt uiteindelijk verwerpt. Er zit een venijnige wending in op het moment dat John Rawls ter sprake komt omdat die naar de zin van Scruton niet genoeg rekening houdt met de religieuze behoeften van mensen. De politieke cultuur van het westen is daarnaast gebaseerd op wat Scruton een pre-politieke loyaliteit noemt, aan land, taal en natie. Die zorgt voor een binding naast die van religie. Want zonder een gemeenschap kan…