In Nederland staat de Amsterdamse burgemeester Job Cohen bekend als de theedrinker. Dat is, terecht of niet, de aanduiding geworden voor mensen met gematigde opvattingen over integratie. De theedrinkers wijzen de harde retoriek af die sinds een jaar of vijf in vogue is. De voormalige bergbeklimmer Greg Mortenson is wel de ultieme theedrinker. Het motto van zijn boek is afkomstig van de Pakistaanse dorpsoudste Haji Ali, die vertelt dat bij het zakendoen drie koppen thee worden gedronken. “Bij de eerste ben je nog een vreemde, de tweede maakt je een vriend en na de derde word je familie.” De Amerikaan Mortenson ontmoette Haji Ali in het dorp Korphe in het Pakistaanse berggebied. Hij had geprobeerd de K2 te beklimmen, niet de hoogste bergtop, maar wel een van de gevaarlijkste. Op de terugweg komt hij, totaal uitgeput, per ongeluk in Korphe terecht. Hij wordt er liefdevol opgevangen. Als hij ziet hoe kinderen in de open lucht les krijgen belooft hij terug te komen om een school te bouwen, vooral voor meisjes.
Op 20 maart 1995 lieten leden van de sekte Aum Shinrikyo gifgas ontsnappen in vijf metrolijnen in Tokio. Twaalf mensen kwamen om het leven, honderden raakten gewond. Het was een van de meest bizarre terroristische aanslagen uit de recente geschiedenis. Schrijver Haruki Murakami, inmiddels wereldberoemd, interviewde slachtoffers van de aanvallen. Hun verhalen leveren een fascinerend verslag op. Het geeft een inkijkje in het leven van ‘gewone’ Japanners op weg naar hun werk en de invloed van de aanslag.
Radicalisering is hot. Het barst van de boeken en rapporten die vrijwel allemaal veel aandacht krijgen. De angst dat er misschien ergens een tweede Mohammed B. rondloopt is groot. Dus alles wat er aan bij kan dragen om dat te voorkomen is welkom. Maar hoe werkt radicalisering? Is het altijd erg en kan de overheid er wel iets tegen doen? Politicoloog Amy-Jane Gielen probeert op die vragen antwoord te geven in haar boek over radicalisering bij moslimjongeren en bij rechtsradicalen.
In november 1979 nam een groep gewapende islamitische radicalen bezit van het heiligste der heiligste van de islam, de de Grote Moskee in Mekka met daarin de Kabaa. De bloedige bezetting en daaropvolgende belegering werden niet in het collectieve geheugen gegrift als een wereldschokkende gebeurtenis. Misschien kwam dat omdat ze overschaduwd werd door de gijzeling van Amerikaanse diplomaten in de ambassade in Teheran en de Russische inval in Afghanistan. Ook deden de Saoedische autoriteiten hun uiterste best om zo min mogelijk over deze schandvlek op hun blazoen te vertellen. En wat ze vertelden, was vaak onwaar. Dat leidde er toe dat de betekenis van deze gebeurtenis is onderschat, stelt journalist Yaroslav Trofimov van The Wall Street Journal. He was geen lokaal incident, maar het begin van de aanloop naar de aanslagen van 11 september 2001, en het huidige geweld in Afghanistan en Irak, aldus Trofimov.
Het eten viel tegen tijdens het bezoek aan miljonair Osama Bin Laden in de grotten van Afghanistan. Er waren broodjes die van zand leken te zijn gemaakt en vettige chips. Ook Bins favoriete maal, brood, yoghurt en rijst met aardappelen in tomatensaus druipend van het dierlijk vet ging er bij zijn bezoeker Abdel Bari Atwan maar moeilijk in. Atwan, hoofdredacteur van de in Londen gevestigde krant Al-Quds Al Arabi bracht in 1996 een bezoek aan Osama Bin Laden en logeerde een paar dagen bij de leider van Al Qaida in nogal primitieve omstandigheden, die de ‘beleefde, bescheiden, glimlachende en schijnbaar aardige’ Bin Laden stoïcijns accepteert.
Onlangs werden enkele Britse militairen korte tijd vastgehouden door Iran. Hun gevangenschap deed de gedachten onmiddellijk teruggaan naar de bezetting van de Amerikaanse ambassade, aan het begin van de Iraanse revolutie die de geestelijken aan de macht bracht. De Britten kwamen er genadig, zij het vernederd vanaf. Ze moesten op televisie verschijnen en werden met cadeau’s overstelpt, alsof de Iraniërs het jammer vonden ze dat ze vertrokken. Het ging heel wat anders bij de bezetting die in november 1979 begon. Aanvankelijk dachten de medewerkers van de ambassade dat het allemaal mee zou vallen. Ze hadden wel eerder bezettingen meegemaakt. Maar gaandeweg werd het duidelijk dat het deze keer menens was.
Een intrigerend, maar soms onwaarschijnlijk relaas van een Marokkaanse Belg die jarenlang als informant werkt in fundamentalistische-terroristische kringen. De spionageactiviteiten beginnen als begin jaren negentig leden van de Algerijnse GIA in het huis van Nasiri in Brussel intrekken. In Frankrijk is hen de grond onder de voeten te heet geworden. Nasiri heeft veel broers, waaronder een die de Koran prevelend door het leven gaat. Zelf is hij zeker geen fundamentalist. Hij is eerder een vrijbuiter, die rokend en drinkend door het leven gaat. En hij houdt zich bezig met de hasjhandel.
De Hofstadgroep is sinds kort ook volgens de Europese Unie een terroristische organisatie. De leden mogen geen bankrekening hebben, waardoor ze vrijwel geen normaal bestaan kunnen leiden, wat wel het geval was. Ze gingen naar school, hadden een baan of een uitkering. Twee van hen namen zelfs hun intrek in een door de AIVD geprepareerd appartement. Het is een van de paradoxen van de Hofstadgroep, die amateurisme met terrorisme weet te combineren. Een andere opvallende kant van de groep is de prominente rol van vrouwen in een organisatie die een ideologie aanhangt die uitgaat van de ondergeschikte positie van de vrouw. Leden van de Hofstadgroep gingen zelfs in hongerstaking omdat vrouwen op hun afdeling in de gevangenis in Vught zaten.
Wat drijft de leden van de Hofstadgroep in hun terroristische strijd in Nederland? Dat is een vraag die steeds weer opdoemt, bijvoorbeeld in de processen tegen de leden van die groep die nog steeds gaande zijn. Maar dat onderwerp is niet alleen voor de rechters en officieren van justitie interessant, het heeft ook een zware politieke lading. Marius Wessels, medewerker van de VVD-fractie in de Tweede Kamer, heeft voor de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van die partij, onderzoek gedaan naar ‘de radicaal-islamitische ideologie van de Hofstadgroep.’ Het is een beknopt werk van nog geen honderd pagina’s. Wessels vindt dat de opvattingen van de Hofstadgroep tot dusver niet serieus genoeg zijn genomen.
In 1962 bedacht het Amerikaanse leger een plan om een aanleiding voor een oorlog met Cuba te fabriceren. Cuba zou zogenaamd een burgervliegtuig vol passagiers neerhalen. In werkelijkheid zou het gaan om een van afstand bestuurd vliegtuig, waar niemand in zat. De passagiers zouden eerder uitstappen. Deze ‘wisseltruc’ zou de perfecte dekmantel zijn om een oorlog met Cuba te beginnen en Castro te verwijderen. President Kennedy zag echter niets in dit Northwoods project. Maar voor Griffin maakt dat geen bal uit. Hij ziet het Northwoods project als een ‘precedent’ en daarmee vormt het voor hem een belangrijke aanwijzing dat de Amerikaanse regering ook wel eens betrokken zou kunnen zijn bij de aanslagen van 11 september. Dat het plan toen niet doorging, maakt voor hem niet uit. Want terwijl president Grove Cleveland het plan verwierp om Hawaï te annexeren, vond zijn opvolger het een uitstekend idee. Waarna hij de open deur opentrapt dat verschillende presidenten verschillende beslissingen nemen, zelfs over dezelfde onderwerpen. Dat Kennedy het plan verwierp, zegt dus niet dat zijn opvolgers dat ook deden. Inderdaad, maar het bewijst ook niets. Dat er rond Cuba allerlei plannen werden bedacht, zelfs uitgevoerd, betekent niet dat plannen die daar in de verte…