Schipper naast God – Colijn – Herman Langeveld
Interbellum / september 3, 2006

Het had weinig gescheeld of de vaderlandse muziek was verrijkt met een ‘ Minister Colijnmarsch’, gecomponeerd ter gelegenheid van de zeventigste verjaardag van de premier en leider van de anti-revolutionaire partij. Maar Hendrikus Colijn liet, na enige interesse getoond te hebben, weten dit toch geen goed idee te vinden.Er zijn in Schipper naast God, het tweede deel van de Colijn-biografie van VU-historicus Herman Langeveld meer voorbeelden te vinden waar de politicus zich net op tijd of na een korte dwaling bedacht. Zo toonde hij in de jaren dertig warme belangstelling en waardering voor het fascisme van Mussolini. Maar hoewel hij bleef vinden dat de regering minder afhankelijk zou moeten zijn van het parlement, heeft hij nooit geprobeerd het politieke systeem op radicale wijze te veranderen. Na het begin van de bezetting publiceerde hij de brochure Op de grens van twee werelden, waarin hij er vanuit ging dat Duitsland voorlopig het vasteland van Europa zou beheersen. Nederland moest zich daar maar bij neerleggen. Een half jaar later had hij dit idee verlaten, waarbij niet helemaal duidelijk wordt hoe dat zo snel heeft kunnen gebeuren.

Dood van een gezonde roker – Ian Buruma
Islam / september 1, 2006

Nederland stond niet in brand na de moord op Theo van Gogh. ‘ De meeste mensen hielden het hoofd koel,’ schrijft Ian Buruma relativerend. Juist de neiging van commentatoren, politici en ‘ wijsneuzen’ om op hoge toon te discussiëren zorgde voor een oververhitte sfeer, waarin incidenten enorm werden uitvergroot.

Burgemeesters in oorlogstijd – Peter Romijn
Tweede Wereldoorlog / juni 11, 2006

Op 10 mei 1940 meldde een Duitse officier zich bij de burgemeester van Maastricht, W. baron Michiels van Kesteren. De burgemeester moest tien gijzelaars aanwijzen die garant zouden staan voor de rust en orde in de net veroverde stad. De burgemeester voldeed aan deze opdracht en na de meidagen kregen de gijzelaars de rekening opgestuurd voor het hotel waar ze een paar dagen waren vastgehouden. Michiels van Kessenich was zelf niet onder de gijzelaars.

Nagelaten bekentenissen – Anton Mussert
Tweede Wereldoorlog / mei 25, 2006

Dit is eigenlijk een bronnenboek met diverse stukken die de NSB-leider Mussert schreef in gevangenschap, tussen mei 1945 en zijn executie precies een jaar later. Het bevat ook een uitvoerige inleiding van  Gerard Groeneveld over dat laatste jaar van Mussert, met een zeer gedetailleerde reconstructie van de gang van zaken rond het skelet van Mussert. Conclusie: het stoffelijk overschot is waarschijnlijk niet door getrouwen uit het graf gehaald.

Een zwak voor Nederland & Koning Burger
Nederland / mei 14, 2006

Na de opkomst van Pim Fortuyn was het linkse zelfbeklag niet van de lucht. Links was ‘ leeg’ en had geen antwoord op de neoconservatieve revolte, die na de dood van Fortuyn werd voortgezet door schrijvers, denkers en politici als Leon de Winter, Paul Cliteur, Bart Jan Spruyt en Ayaan Hirsi Ali. Rechts domineerde, links hing knock-out in de touwen. Het beste wat links kon doen, was het eigen programma inruilen voor verwaterde versies van het liberale en fortuynistische denken.

De slag om de chimpansees – Patrick Meershoek
Dierenrechten / mei 8, 2006

Interessant journalistiek boek van mijn collega Patrick over de omgang met chimpansees als proefdieren. Mooi overzicht van de menselijke worsteling met het lot van de aap, aan de hand van de chimpansees van het BPRC, waar veel, zeer veel over gesproken is in allerlei kringen. Het boek bestrijkt de wetenschap, de actievoerders en de politiek.

De Pimmels – Marcel van Roosmalen
Nederland / mei 4, 2006

Een verzameling artikelen over de mannen en die ene vrouw rond Fortuyn, die eerder in HP/detijd verschenen. Hilarisch geschreven, maar weinig diepgang. Veel dwepen met de normaalheid bij Mat Herben. De lijfwachten van Pim die ‘alles voor hem over hadden’. Het is een portret van een deel van wat sociologen de moderne burgerij noemen. Bij geen van de gesprekspartners is maar het begin van een politieke gedachte te vinden, maar Van Roosmalen heeft dergelijke bespiegelingen ook niet aangewakkerd. Maar dat zal toch niet de enige reden zijn. De beweging van Pim wordt hier neergezet als een kleinburgerlijke groep met een enorm minderwaardigheidscomplex. Dat wordt gecompenseerd door agressie of naïviteit. De schrijver beschikt over bepaald inlevingsvermogen, wat het niet helemaal een ironische blik geeft. Merkwaardig genoeg is het te dun: waar zijn Bomhoff, Heinsbroek, Langendam, De Jong etc.? De indruk ontstaat ook dat wie deze mensen om zich heen verzameld zelf niet helemaal spoort. De titel is erg flauw, een beetje ranzig en vooral uit de lucht gegrepen. Ook dit boek is maar een bouwsteen voor een meer omvattend werk over Fortuyn en zijn beweging. Zie ook: De Vrienden van Pim en De jonge Fortuyn