Het seculiere experiment, Hans Boutellier
Politiek , Theologie , Theorie / november 29, 2015

“Wat is voor jullie de essentie van het idee van Europa?,” vroeg oud-VVD-Kamerlid Arend-Jan Boekestijn een paar jaar geleden op Twitter. “De twijfel,” antwoordde ik. Het vermogen overal een vraagteken achter te plaatsen, kenmerkt Europa nu. Zekerheden zijn er amper, vragen des te meer. In zijn boek Het seculiere experiment beschouwt Hans Boutellier twijfel, diepe twijfel zelfs, als het wezenskenmerk van de westerse samenleving. We kunnen overal aan twijfelen sinds God uit het openbare leven is verdwenen en als centrale, zingevende figuur heeft afgedaan. De absolute claim op de waarheid is bijna lachwekkend geworden, als die tenminste geen bedreigende vormen aanneemt. We leven in het seculiere tijdperk: een unieke situatie waarin religie geen grote rol heeft. (De Sovjet-Unie, waar religie van staatswege was gemarginaliseerd, blijft buiten beschouwing. Terecht misschien, want God is allang terug in Moskou.) De vader van Boutellier waarschuwde er tegen: zonder God zou het een zooitje worden. Zonder de normerende en samenbindende kracht van religie zou iedereen doen wat hem of haar het best uitkwam en zou de chaos uitbreken. Maar zonder God werd het geen zooitje, zoals Boutellier heeft uitgezocht (en we iedere dag kunnen ervaren). Criminaliteitscijfers daalden, na een aanvankelijke stijging. Dat ging wel gepaard met…