Een bevlogen geschiedenis van de mensheid die door drie revoluties werd wat ze nu is: de dominante diersoort op aarde.
Lees ook de bespreking van het nieuwe boek van de schrijver van Sapiens, Homo Deus, over de toekomst van de mensheid en van 21 lessen voor de 21ste eeuw over onze actuele problemen
De geschiedenis van de mensheid was een reeks boeken die in mijn ouderlijke boekenkast stond. Tien delen, die niemand ooit helemaal gelezen had, met degelijke, maar gortdroge teksten van geleerde professoren over de prehistorie, de Azteken, Grieken en Romeinen, de maanlanding en van alles daar tussen in. De laatste verhuizing hebben ze niet overleefd.
Sapiens is ook een geschiedenis van de mensheid, maar dan in vierhonderd pagina’s aanstekelijk geschreven, soms zelfs humoristisch en provocerend proza. Geschreven door één professor uit Israël. Hij somt geen feiten op, maar neemt stelling. Hij onderwerpt gevestigde denkbeelden aan een nuchtere analyse.
Harari is een uitlegger, die makkelijk conclusies trekt. Hij verklaart waarom mensenbaby’s zo hulpeloos ter wereld komen (omdat mensen rechtop lopen, hebben ze smalle heupen). Daarom moeten mensen veel leren en omdat de moeders zichzelf niet kunnen redden, moeten mensen in groepen leven, en zijn ze dus sociaal.
Harari ziet de mens ook als dier, een succesvol dier weliswaar, en neemt afstand van de vanzelfsprekende manier waarop de mens zich als hoofd van de schepping beschouwt. Lange tijd was de mens helemaal niet de baas, maar gewoon een van de beesten die meestreden in de strijd om het bestaan.
Drie revoluties
Maar drie revoluties hebben de mensheid veranderd en die steeds verder gebracht: de cognitieve revolutie, de agrarische revolutie en de wetenschappelijke revolutie.
De cognitieve revolutie, tussen zeventigduizend en dertigduizend jaar geleden, bood homo sapiens, een van de mensensoorten, de kans om zich over de hele wereld te verspreiden. Boten, olielampen en naalden waren enkele vindingen uit deze periode. Het idee van innovatie ontstond.
De ontwikkeling van sapiens was echter vooral te danken aan de taal, die zich sterk ontwikkelde. Die werd voor een groot deel gebruikt voor roddel. Informatie over andere mensen is nog steeds een van de belangrijkste gespreksonderwerpen, en essentieel voor een soort die zo van samenwerking afhankelijk is.
Maar nog belangrijker is dat taal de ficties mogelijk maakt die zo wezenlijk zijn voor de mens. Daar vallen religies onder, ideologieën, het nationalisme, maar ook geld, democratie, eigenlijk alle ideeën die geen materiële basis hebben. Dit vermogen stelt ons in staat om samen te werken met talloze wildvreemden en het idee te hebben dat we bijdragen aan een groter geheel. Alles wat gebaseerd is op afspraken of denkbeelden van mensen is een mythe. Het zijn ook deze mythen en hun uitwerking die het onderscheid tussen chimpansees en mensen bepalen.
Voor een succesvolle sociale orde is het nodig dat mensen in zulke mythes geloven. Deze mythes zijn echter zo ingebed in de sociale en materiële orde dat het lastig is ze omver te werpen. Dat gebeurt pas als miljoenen mensen er geen waarde meer aan hechten en overgaan op een andere mythe.
In die grotere samenlevingen ontstonden hiërarchieën, maar die hebben meest geen logische of biologische basis. Hij lanceert een vuistregel: biologie maakt dingen mogelijk, cultuur verbiedt dingen en is daarmee een inperking op de mogelijkheden. Dat is uiteraard een simplificatie. Want ook cultuur maakt dingen mogelijk.
De schrijver heeft een beetje de neiging het bestaan van de verzamelaars te romantiseren.’Op individueel niveau waren de oerverzamelaars de best geïnformeerde en bekwaamste mensen uit de geschiedenis,’ schrijft hij. Dat is op zijn best een niet te bewijzen stelling. Natuurlijk weet een verzamelaar veel van zijn natuurlijke omgeving, maar een burger uit de 21e eeuw heeft een sterk ontwikkelde kennis van allerlei zaken, al is die misschien niet altijd even noodzakelijk.
Ook hoefden de verzamelaars maar weinig te werken, hadden ze ‘een interessanter leven’, en veel minder last van infectieziekten dan latere soortgenoten. Dan schrijft hij dat we het leven van de verzamelaars niet moeten idealiseren.
Ramp
Een van die minder positieve kanten van het succes van sapiens is dat de verspreiding van de mens over de aarde leidde tot een grote ecologische ramp. Vooral grotere soorten werden bejaagd en uitgeroeid. Het geeft volgens Harari een vooruitblik op de ‘derde golf’ van uitroeiing die nu gaande is.
De tweede revolutie die de mensheid onderging is de overgang naar de landbouw, die tussen 9500 en 8500 voor Christus begon en die niet aan een plaats gebonden was, maar daar gebeurde waar te domesticeren soorten waren. De agrarische revolutie was geen vooruitgang, maar in bepaalde opzichten een achteruitgang. Mensen moesten harder werken voor een soberder pakket aan levensmiddelen. Individueel gingen ze erop achteruit, maar als soort op vooruit, in aantal in ieder geval. Landbouw maakte een arbeidsdeling mogelijk, waardoor mensen in grotere groepen gingen samen wonen. De eerste rijken ontstonden.
Dit is een fijne, tegendraadse analyse. Aan de andere kant lijkt die wat te wringen. Maakt deze agrarische revolutie niet deel uit van een natuurlijke neiging van de mens om de omgeving te beïnvloeden en beheersen, iets wat ook de jager-verzamelaars deden?
AGFA en TUNA
In de loop van de tijd gingen kleine culturen op in steeds grotere beschavingen. Heel lang hadden de verschillende beschavingen niets met elkaar te maken, maar er is nu in feite een grote wereldbeschaving, met wat kleine plukjes hier en daar die zich aan die trend onttrekken. Aan de internationale politieke, economische, juridische en wetenschappelijke orde doet (bijna) iedereen mee.
Geld, imperia en religie waren de ‘gelijkmakers’ van de wereld. Imperia gaan uit van de gedachte dat alle mensen een groep vormen, en gaat in het tegen het natuurlijke wij-zij gedrag. De cultuur van krachtige imperia overleeft die imperia zelf, bijvoorbeeld India.
Hij trekt deze lijn door. Een echt mondiaal imperium zou kunnen ontstaan. Nationalisme verliest snel terrein, zegt hij, een opvatting waar je wel vraagtekens bij kan zetten. Is de reactie op de eenwording van de wereld niet juist een groeiend nationalisme, in nieuwe en oude staten? Wel klopt het dat de zelfstandigheid van staten voor een groot deel schijn is. En misschien wordt het nieuwe rijk geen staat, maar een vluchtigere coalitie van wetenschap, economie, technologie en cultuur. Niet de Verenigde Naties, maar een combinatie van AGFA (Amazon, Google, Facebook en Apple) en TUNA (Tesla, Uber, Netflix en Airbnb).
Harari ziet toch een soort motor in de geschiedenis, die vorming van een gemeenschap was ‘waarschijnlijk onvermijdelijk’. Toch verzet hij zich tegen een deterministische visie op de geschiedenis. Hij is minder deterministisch dan Jared Diamond in zijn boek Zwaarden, Paarden en Ziektenkiemen.
De derde gelijkmaker is religie, die hij losjes maar niet oeverloos definieert. (Voetbal is geen religie, maar communisme etc. wel). Religie kon in de agrarische revolutie verklaren waarom de mens over dieren en planten ging heersen. Monotheïsme overwon andere vormen van religie, maar nam daar in feite veel van over. Harari lijkt echter meer sympathie te hebben voor het boeddhisme.
Kennis
Door de wetenschappelijke revolutie is de mens nog expansiever geworden: er zijn veel meer mensen, met veel meer geld, etc. We weten veel meer dan 500 jaar geleden. Dat begon met de erkenning, met name in het Westen, dat we veel dingen niet wisten, in tegenstelling tot de benadering van de religies, die meenden alle noodzakelijke kennis te bieden. Dat is ook het juiste begrip van wetenschap: niet het laatste woord, maar een zoektocht.
Het idee van vooruitgang kwam op. Het eeuwige leven kan binnen bereik komen.
Wetenschap onttrekt zich echter niet aan de maatschappelijke normen en waarden en stond in dienst van religie en ideologie. Wetenschap en imperialisme gingen hand in hand.
Europa kreeg na 1500 en nog meer na 1750 de overhand omdat de waarden en mythen, de politieke en juridische structuur daarvoor geëigend waren. Technologie en kapitalisme vielen hier in goede aarde.
Imperialisme ging goed samen met het verwerven van kennis, met wetenschap die op zijn beurt ook weer een ideologische rechtvaardiging bood. Harari velt geen moreel oordeel over het imperialisme, het heeft de wereld gemaakt zoals die nu is.
Het kapitalisme komt er minder goed vanaf. “Het geloof in de vrije markt in zijn meest extreme vorm is net zo naïef als geloven in Sinterklaas.” Kapitalisme bestaat bij gratie van vertrouwen in de toekomst. Maar om steeds meer te produceren is meer consumptie nodig: het consumentisme deed zijn intrede.
Door de staat en de markt zijn we individuen geworden. We leven in een wisselwerking van sterke staat en markt, sterke individuen en zwakke familie en gemeenschapsbanden. Zie hoe de EU de kracht van de staat en de markt wil vestigen ten koste van de familie en de clan, bijvoorbeeld in Griekenland. Maar waren het niet al Marx en Engels die stelden dat de markt de verhoudingen in bijvoorbeeld het gezin zouden ondermijnen?
De kracht van de staat heeft gezorgd voor een aanzienlijke toename van de veiligheid en de afname van sterfte door geweld, ook al hebben staten soms miljoenen mensen omgebracht. We zijn dus niet ‘beter’ geworden, maar hebben wel betere instituties. Oorlogen, zeker de ouderwetse veroveringsoorlogen, zijn een zaak van het verleden, niet alleen in Europa. De kans op oorlog is sterk afgenomen. Kernwapens, de gestegen kosten van oorlogen en dalende opbrengsten, en het ontbreken van een oorlogszuchtige cultuur meer, dragen daar aan bij.
Mythes
Aan het einde van het boek komt hij terug op het belangrijkste thema. Alle betekenis die mensen aan hun leven geven zijn in feite waanvoorstellingen, maar ze zijn nodig. Geluk komt neer op het synchroniseren van je persoonlijke waanideeën met de heersende collectieve waanvoorstellingen. Maar Boeddha zag het eigenlijk wel goed.
De toekomst is mogelijk het einde van Sapiens. De wetenschap maakt dat mogelijk, waarschijnlijk. Onze nakomelingen zullen een soort goden worden.
Daarmee presenteert Harari aan het eind van zijn boek zijn eigen mythe voor de toekomst.
Lees ook de bespreking van de andere boeken van de schrijver van Sapiens, Homo Deus, over de toekomst van de mensheid en 21 Lessen voor de 21ste eeuw over onze actuele problemen
Yuval Noah Harari. Sapiens. Een kleine geschiedenis van de mensheid. (2014)
3 reacties
Ik zie het boek Sapiens vooral als een aanval op de misleidende taal, die ons doet geloven in collectieve mythen. Alle filosofie, politiek of journalistiek is gebouwd op deze collectieve mythen. Hoe kijken jullie daar tegenaan?
Ik zie het meer als een analyse daarvan dan als een aanval, omdat hij stelt dat dergelijke mythen noodzakelijk zijn om samen te werken in grote verbanden. Hij zegt niet dat we zonder dergelijke mythen kunnen, maar is er wel relativerend over.
Uit de puinhopen – George Monbiot - Sargasso