De meeste mensen deugen – Rutger Bregman – recensie

september 23, 2019

deugen

Toen de torens van het World Trade Center in vuur en vlam stonden nadat er vliegtuigen ingevlogen waren, liepen mensen geduldig de trappen af. Ze bleven fatsoenlijk. Ze duwden elkaar niet uit de weg en hielpen elkaar zelfs. Dat is voor Rutger Bregman een van de vele bewijzen dat mensen deugen, dat ze vriendelijk met elkaar omgaan, zelfs in noodsituaties.

Maar wacht eens even. Waarom was het zo druk op de brandtrappen van die gebouwen? Omdat dit de locatie was van een van de grootste en dodelijkste aanslagen van de afgelopen eeuwen. Dus wat bewijst ‘11 september’? De goedheid van de mens of zijn kwaadaardigheid? Of zijn dubbelslachtige karakter, zijn januskop?

Die dubbelzinnigheid komt vaker naar voren in het boek van Rutger Bregman over de deugdzaamheid van de mens. Juist in situaties waarin mensen elkaar naar het leven staan, komt de deugdzaamheid op, lijkt het. Maar Bregman kijkt vaak maar een kant op.

Homo Puppy

Het is verleidelijk een beetje de spot te drijven met het boek van Rutger Bregman. Het toontje met frases als ‘En toen, nog maar kort geleden, leek het ineens te lukken’ en ‘zo ziet een echte democratie er uit’ zet daartoe aan. En ook de nogal nadrukkelijke stijl met de vele korte zinnen en de wat weeë aanduiding van de mens als niet als de wetende (Sapiens), maar als de zachtzinnige mens: ‘Homo puppy’. Ook de pretentie die niet alleen uit de ondertitel spreekt, roept weerstand op: ‘Een nieuwe geschiedenis van de mensheid’.

Er zit ook veel kracht in dit boek. Het is toegankelijk geschreven. Bregman is goed in het simpel maken van ingewikkelde dingen. Het waaiert uit over tal van terreinen, van sociale psychologie tot militaire geschiedenis. Het boek zit vol voorbeelden en anekdotes. Van jongens op een onbewoond eiland tot soldaten in de loopgraven en tal van experimenten. Op onderdelen heeft Bregman zich echt in de materie verdiept.

Bregman neemt je mee in zijn denkproces en maakt zijn eigen twijfels duidelijk. Hij geeft toe dat hij bepaalde uitkomsten wenselijk acht, maar die niet kan onderbouwen. Dat is een sterk punt, al had hij ook gewoon de uitkomst kunnen melden. Maar dat blootleggen van de eigen motieven hoort bij deze benadering. Tot een wezenlijke aanpassing van zijn denkbeelden leidt dat dan weer niet.

Toch heb ik vaak het gevoel dat het wat te simpel wordt. Veel zaken worden met de verwijzing naar een enkel artikel bewezen geacht. Op basis van een boek wordt het begrip empathie van de hand gewezen. Compassie moet het zijn. Het lijkt een woordenkwestie.

Ethiek

Een wezenlijker gebrek is dat Bregman nooit echt duidelijk maakt wat ‘deugen’ is. Dat wordt ook niet geproblematiseerd. De deugende mens is solidair, niet egoïstisch, fatsoenlijk, niet gewelddadig, blijkt uit de voorbeelden. Maar een duidelijke, expliciete ethiek ontbreekt. Mensen kunnen dus wel deugen, maar als lezer weten we niet echt wat het is. Wordt ethiek niet vaak pas duidelijk in het geval van dilemma’s, van botsende waarden die allemaal min of meer het nastreven waard zijn? Die lijken hier niet te bestaan.

En hoe zit het met die deugdzame aard? In het begin van zijn boek schrijft Bregman niet te zullen betogen dat mensen ‘van nature goed’ zijn. Mensen hebben een goed been en een slecht been. Om een zin later te schrijven dat ‘we van nature (..) een sterke voorkeur hebben voor dat goede been.’ Dan weer is de mens ‘een paradoxaal wezen’. En dan toch ‘van nature een solidair wezen’.

Hobbes vs. Rousseau

In het begin van zijn boek zet Bregman twee denkers tegenover elkaar: Thomas Hobbes met zijn idee over de natuurstaat waarin het leven naar, wreed en kort is, en Jean-Jacques Rousseau die de ellende juist liet beginnen met de beschaving en het privé-bezit. Even kort door de bocht: volgens Bregman had Rousseau gelijk. Het was de landbouw, de staatsvorming die de tamelijk idyllische samenlevingen van jagers-verzamelaars transformeerde in monarchieën, tirannieën en andere oorlogvoerende organisaties. En passant wordt een van de grote werken van Steven Pinker, dat over de wrede primitieveling en de vreedzame moderne mens, grondig onderuitgehaald. Want de oermens was vreedzaam, en de moderne mens een killer, is de opvatting van Bregman, het tegenovergestelde van wat Pinker beweerde.

De beschaving heeft de mens dus ten slechte veranderd, maar de schade kan ongedaan worden.
Want ook Rousseau had het uiteindelijk bij het verkeerde eind. ‘We kunnen onze landbouw en veeteelt, onze steden en staten anders inrichten, zodat ze voorspoed brengen voor iedereen.’ Dus ook al heeft 10.000 jaar beschaving ons verpest, we zijn toch te redden. Hier spreekt de utopist Bregman, die overigens niet een echt grote stem heeft in dit boek.

Nieuws

Een van de kwalijke factoren in het menselijk bestaan, een ‘drug’ zelfs, is het nieuws. Dat verspreidt vooral het idee van de slechte mens, en maakt mensen bang. Bijvoorbeeld om in een vliegtuig te stappen, door de manier waarop media berichten over ongelukken met vliegtuigen. Mensen worden steeds banger om in een vliegtuig te stappen, schrijft Bregman. Maar is het hem niet opgevallen dat er steeds meer vliegtuigpassagiers zijn? Zo effectief is dat nieuws dus niet.

Naast het nieuws zijn ook boeken overwegend negatief volgens Bregman, en daarnaast de economische wetenschap, de filosofie, overal overheerste het negatieve mensbeeld. Die klaagzang over de pessimisten doet dan weer heel erg denken aan de vooruitgangsdenkers zoals de eerder bekritiseerde Pinker in een ander boek.

De meeste mensen deugen

Maar de stelling van Bregman dat de westerse wereld voortdurend is uitgegaan van een negatief mensbeeld klopt niet. Ten eerste zijn er altijd theorieën geweest die uitgingen van het goede in de mens. De Duitse politiek filosoof Carl Schmitt heeft hier over geschreven; hij maakte een onderscheid tussen autoritaire en anarchistische politieke theorieën.

Het progressieve beeld, en daar valt een deel het liberalisme onder, is uitgegaan van het goede van de mens. En dat zet zich voort, er wordt zo vaak een beroep gedaan op onze goedheid.  Zelfs in de reclame is dat een bekend gegeven.

Ook is de maatschappij voor een belangrijk deel op vertrouwen gebaseerd. Dat kan ook moeilijk anders, het wordt anders erg ingewikkeld samenleven. Mensen leven in groepen en dat kan alleen door zich min of meer te schikken naar die groep, dus door sociaal gedrag. Als dat deugen is, deugen de meeste mensen (meestal).

Ook de (representatieve) democratie gaat tot op zekere hoogte uit van het idee dat mensen deugen, in ieder geval dat ze voldoende deugen om ze de mogelijkheid te geven eens in de zoveel jaar een oordeel te geven over het bestuur. Er is uiteraard veel kritiek mogelijk op deze vorm van democratie, maar dit essentiële element over het hoofd zien is weer het andere uiterste. Wat te denken van dienstplicht, waarbij jonge mannen van wapens worden voorzien? Als ze niet zouden deugen, zouden ze daar toch allemaal verkeerde dingen mee doen? Of van de supermarkt en andere winkels waar alle goederen hoog opgetast liggen. Als iedereen zou stelen en roven, zou dat snel afgelopen zijn.

Macht

Nu deugen de meeste mensen volgens de auteur, maar een groep niet: dat zijn de ‘machtigen der aarde’. Een gedegen analyse van het verschijnsel macht ontbreekt echter. Bregman verwijst naar Machiavelli. Maar deze politieke filosoof schreef niet alleen een botte handleiding voor de machtigen, waar zijn naam aan verbonden is geraakt. Hij hield ook een pleidooi voor een republiek met ‘betrokken burgers’. Het is waar dat deze kant van Machiavelli minder bekend is dan De Prins, maar dat is geen reden om er geen aandacht daaraan te besteden. Eigenlijk waren Machiavelli en Bregman het voor een deel eens.

Zee van duisternis

Bregman lijkt soms te veel in zijn boek te hebben gestopt. Hij bewijst zowel dat de meeste soldaten in een oorlog hun wapen niet afvuren, dat Duitse soldaten keihard vochten uit Kameradschaft, en dat soldaten in de Eerste Wereldoorlog niet wilden vechten, zie de Kerstmis-wapenstilstanden. Maar wat precies wil Bregman nu verklaren? Dat er (vele) soldaten in oorlogen die hun wapen niet gebruikten (om welke reden dan ook) of dat er in twee wereldoorlogen tientallen miljoenen doden vielen? Dat laatste lijkt voor hem minder belangrijk dan het eerste. Evenmin geruststellend is de terloopse mededeling dat ‘slechts’ een kleine minderheid meedeed aan de massaslachting in Rwanda.

Zo duikt Bregman voortdurend in en uit de geschiedenis om zaken op te pikken die in zijn betoog van pas komen. Vaak is dat de uitzondering: een groot deel van zijn verhandeling over de Holocaust gaat over hoe de Denen hun Joodse landgenoten hebben gered. ‘Een lichtpunt in een zee van duisternis’, in Bregmans termen. Maar de ‘zee’ blijft grotendeels onverklaard. ‘De daders geloofden dat ze aan de goede kant van de geschiedenis stonden,’ schrijft Bregman nog wel. Ze dachten dat ze deugden, wat toch een vraagteken kan plaatsen bij het idee van ‘deugen’. Misschien is dat deugen toch minder goed dan Bregman veronderstelt.

Autosuggestie

Zo blijven te veel vragen onbeantwoord. Het positieve mensbeeld van Bregman is echt geen totale onzin. Maar het is zo eenzijdig dat het toch de plank misslaat. En uiteindelijk is het de vraag of hij denkt dat het waar is, of wil dat het zo is.

Want het boek van Bregman eindigt met een geloofsbelijdenis. (en ‘tien leefregels’.) We hoeven er niet van overtuigd te zijn dat de meeste mensen deugen, we moeten het geloven, is de conclusie van Bregman. ‘Zodra we geloven dat de meeste mensen deugen, verandert namelijk alles.’ We worden beter als we geloven dat we goed zijn. Daarmee wordt dit een autosuggestie-theorie, een theorie die zichzelf waar moet maken. Dat is niet direct iets om op te vertrouwen.

(Visited 17.825 times, 4 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
De meeste mensen deugen. Een nieuwe geschiedenis van de mens - Rutger Bregman - De Correspondent
Waardering
31star1star1stargraygray

8 reacties

  • Anneke van Ammelrooy maart 25, 2020op12:20 pm

    Een degelijke, evenwichtige recensie, bedankt. Als journalist zal ik nog kritisch ingaan op wat RB over nieuws en de rol van de media in het propageren van een negatief mensbeeld schrijft.

  • Hans van Breugel juli 19, 2020op9:30 am

    Helaas een trieste recensie van een negatieve denker.
    Ik ben een man van 80 – 20. Ik lees in het boek van Rutger Bregman dat toch echt 80% van de mensen deugen en dat 20 % van de mensen “iets” minder deugen. Ik ben bang dat de recensent tot deze laatste categorie behoord. Het is altijd makkelijk om kritiek te geven. Er staan 42 bladzijden met verwijzingen naar studies en publicaties in (in kleine letters). Ik heb dit nog niet eerder gezien.
    Ik vindt het boek een verademing in deze tijd van individualisering en radicalisering.
    Ik denk vooral dat dit boek verplicht op de literatuur lijst van elke middelbare school moet komen en worden besproken.
    Ik hoop van harte dat we allen het positieve uit het boek halen ipv de negatieve 20% weer naar voren te halen.
    De zwijgende meerderheid krijgt per definitie al veel te weinig aandacht. Het is bijna altijd de negatieve 20% die 80% van alle aandacht krijgt.

    • admin juli 21, 2020op8:49 am

      Bijzonder dat deze positieve denker mij indeelt bij de mensen die niet deugen. 🙂

  • catherien oktober 29, 2020op10:10 pm

    Wat een facinerend boek .
    Juist in deze afschuwelijke corona tijd heel goed om te lezen ; het bezorgt mij een klein beetje optimisme

  • Iggy Kraan november 19, 2020op8:47 am

    Zeer bedankt voor deze recensie; De ‘het was maar een minderheid die de verschrikkingen deed…’ deed het voor mij. Omdenken/kromdenken natuurlijk; het is namelijk altijd de kleine minderheid die op tirannieke wijze de agenda bepaalt. Zo was het bij de Nazi’s, bij Pol Pot, bij ISIS etc.etc. Bij al die slachtingen bleek de meerderheid weer eens irrelevant te zijn.. Geloven dat de meerderheid deugt en denken dat het daarom dan allemaal goedkomt is even naïef als kinderachtig.

  • Wil Oosterom december 7, 2020op2:29 pm

    Ik als 85 geregeld mag denken dat alles altijd 2 kanten heeft. Het goede en het kwade. Mijn moeder vond de Duitsers na de oorlog niet deugden. Ik heb dan uit ervaring uit mijn vroege kinderjaren dat mijn Duitse vriendinnetje erg aardig was

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.