Al op de tweede pagina van Niet de kiezer is gek is een nuchtere boodschap te lezen. “De gedachte dat de democratie in crisis is, bestaat al zo lang als de democratie zelf.”
Politicoloog Tom van der Meer wil dat crisisdenken toch bestrijden of beter gezegd wil hij de crisis op de juiste plek lokaliseren. Zijn stelling: de Nederlandse democratie functioneert prima. Maar de gevestigde partijen hebben grote problemen. Daar doemt een gevaar op. Want als deze partijen vasthouden aan hun oude ideeën over meerderheidsregeringen en partijpolitieke benoemingen ‘dreigt de politiek op den duur te verlammen’.
In dit boekje ontzenuwt Van der Meer op analytische wijze tal van waandenkbeelden over de Nederlandse democratie. Hij toont aan dat veel van de voorgestelde remedies de veronderstelde kwalen niet oplossen. Niet het democratische stelsel moet worden veranderd, maar de bestuurscultuur. Er is meer lef nodig in de politiek.
Vertrouwen
Vaak wordt betreurd dat het vertrouwen in de politiek zo laag is. Maar in een democratie is onvoorwaardelijk vertrouwen in de politiek helemaal niet nodig. Democratie is georganiseerd wantrouwen, en je zou kunnen zeggen dat dictatuur georkestreerd vertrouwen is. In landen als Qatar en China heeft 94 procent van de ondervraagden vertrouwen in regering en politiek.
En het is niet gek dat op de democratie altijd kritiek mogelijk is. De liberale democratie is een ideaal dat nooit helemaal te verwezenlijken is, bijvoorbeeld vanwege de spanningen tussen de rechten van minderheden en de macht van de meerderheid.
‘We rule this country’
Maar hoe zit het dan met de zogeheten wispelturigheid van de kiezer? Geen probleem, de kiezer is gaan kiezen, zegt Van der Meer. Dat de uitslagen van verkiezingen daardoor afwisselender zijn dan vroeger, is geen probleem, maar onderdeel van het democratisch proces.
De gevestigde partijen hebben wel problemen. Ze verliezen leden, maar vooral kiezers. Bij de laatste verkiezingen heeft die trend zich doorgezet. Welke partijen ‘gevestigd’ zijn, is hier trouwens niet direct honderd procent duidelijk. Zijn het alleen PvdA en CDA, ook de VVD of hoort D66 daar ook nog bij?
Er zijn nu geen grote partijen meer, alleen middelgrote en kleine. Maar die partijen gedragen zich nog wel volgens het motto dat een CDA’er ooit gebruikte: We rule this country. Ze hebben een ijzeren greep op het openbaar bestuur en veel publieke functies, aldus politicoloog Van der Meer.
Die kritiek is ook bij partijen als Forum voor Democratie en eerder de LPF te horen. Wel brengt Van der Meer zijn opmerkingen met de nodige nuances. Het betekent niet dat er slechte of corrupte bestuurders op al die posten zitten en het is ook niet zo dat partijbesturen daarover beslissen. De dominantie van partijpolitici in dergelijke benoemingen geeft buitenstaanders echter weinig kans.
Oplossingen
Bij de aard van de democratie hoort naast het klagen waarschijnlijk ook het aandragen van ‘oplossingen’. Er hoeft in de politiek maar dit te gebeuren of er dagen weer voorstellen voor ingrijpende wijzigingen van het democratisch stelsel op. Lange formatie? Kiesdrempel. Veel partijen op de kieslijsten? Kiesdrempel. Slechte vertegenwoordiging van bepaalde groepen of lage opkomst bij verkiezingen? Loten. Controversiële voorstellen met weinig draagvlak? Bindend referendum.
Van der Meer onderscheidt onder andere de bestuurlijke, de populistische en de salonpopulistische oplossing. Onder de eerste vallen voorstellen als de kiesdrempel, die de stem van de kiezer dempen en dus minder democratie brengen. Het verbieden van zetelroof is ook een bestuurlijke reflex. Van der Meer is daar tegen, net als Geerten Waling in zijn boek dat hieraan gewijd is. Maar afsplitsingen hebben volgens Van der Meer ook weinig nut.
De populisten willen juist meer directe democratie zoals referenda. Van der Meer ziet die als waardevolle aanvulling, maar verwacht er niet al te veel van.
In ‘salonpopulistische’ oplossingen als het door loting aanwijzen van vertegenwoordigers in plaats van door verkiezingen ziet hij veel minder. Door loting staan veel meer mensen buiten spel dan bij verkiezingen, waarbij iedereen in ieder geval kan stemmen. Zijn analyse van deze ideeën is heerlijk genadeloos.
Lef
Hij ziet de oplossing in ‘meer politiek’. Politici moeten zich meer profileren, meer een groot verhaal vertellen. Door minderheidsregeringen en voorafgaande uitspraken over toekomstige regeringen moeten de keuzes scherper worden. Er is meer lef nodig van de grote partijen. En een andere bestuurscultuur.
Prima voorstellen over het algemeen. Maar het is de vraag of gevestigde partijen daar wel toe in staat zijn. Ze zitten vast in het systeem dat ze zelf hebben geschapen. Ondanks scherp aan de wind zeilen van bijvoorbeeld de PvdA met het rapport Van Waarde en van het CDA met de Schoolezing van Sybrand Buma is de consensuscultuur niet doorbroken.
Niet de kiezer is gek is lekker beknopt en to the point. Van der Meer kiest een helder standpunt, waarin de democratische keuze van de kiezer het uitgangspunt is en niet wat die kiezer kiest. De inhoud van de politiek, de keuzes die gemaakt worden, komen minder aan bod. Toch kan je je daar soms best zorgen over maken.
Dit boek won de Prinsjesboekenprijs 2017, de prijs voor het beste politieke boek.
Een reactie
Het is klasse, suffie, niet identiteit – Ewald Engelen - Sargasso