Zetelroof – Geerten Waling

september 9, 2017

Toen ik nog in de Tweede Kamer werkte als politiek verslaggever kon ik me wel eens ergeren aan eindeloze debatten met een stoet van politieke dwergen. Iedereen mocht zijn zegje doen en de klok tikte door. Toegegeven, het is niet een erg principiële ergernis, en zelfs niet zo respectvol voor al die democratisch gefundeerde meningen. Het was gewoon ongeduld.
Toch was het deels dezelfde ergernis die de Kamer ertoe bracht om vorig jaar maatregelen te nemen tegen zetelrovers, Kamerleden die uit het fractie vertrekken, maar hun zetel niet opgeven. Die zouden onder andere de ‘efficiëntie’ van het parlementaire bedrijf bedreigen. Ze krijgen voortaan minder spreektijd en minder geld, in de hoop dat het verschijnsel dan minder vaak voorkomt.

Veiligheidsklep

Geerten Waling, schrijver van het boek Zetelroof, keurt die maatregelen stellig af. Hij verdedigt de ‘zetelroof’ als een veiligheidsklep in het democratische systeem. Volgens hem kan het zelfs een oplossing zijn voor de al te grote macht van partijen.
Hij gebruikt een politicologische en een historische invalshoek. In het historische deel beschrijft Waling tien van de 58 gevallen van zetelroof in de Tweede Kamer uit de afgelopen honderd jaar, van een Limburgse separatist tot PvdA’er Jacques Monasch. Vaak ging aan het vertrek uit de fractie een lange tijd van spanningen vooraf.
Het fenomeen is sinds 2002 aan een duidelijke opmars bezig, wat ertoe leidde dat er voor de verkiezingen van maart 2017 maar liefst 17 fracties in de Kamer zaten. PVV en Denk zijn uit afsplitsingen voortgekomen, maar de meeste ‘zetelrovers’ eindigen in politieke vergetelheid.

Slechte reputatie

Met zijn verdediging van de zetelrover roeit hij een beetje tegen de stroom in. De ‘zetelrover’ heeft een slechte reputatie, zo blijkt al uit de naam. Dit Kamerlid houdt een zetel bezet die hem (af en toe: haar) eigenlijk niet toekomt. Die zetel is van de partij, dat is de insteek van veel reacties van politici en journalisten.
Maar tegelijk kunnen die partijen er niet zoveel tegen doen. Het Kamerlid heeft een individueel mandaat, ook al is hij ‘op de slippen van de lijsttrekker’ in de Kamer gekomen. Dus wordt het grommend geaccepteerd.

Waling noemt zetelroof zowel een veiligheidsklep als een oplossing (fix). Dat eerste klopt. Waling wijst erop dat de Nederlandse wet bepaalt dat men niet op een partij, maar op een persoon stemt. Daarop berust het persoonlijke mandaat. Dat wordt ook door de Kamer erkend. Ondanks alle beperkende maatregelen is zetelroof nog steeds mogelijk. Wat dat betreft is een verdediging van de zetelroof overbodig: het kan nog steeds, al is het minder aantrekkelijk.
De maatregelen tegen de zetelrovers hebben wel iets kinderachtigs. Ze zijn ook een ondermijning van dat persoonlijke mandaat, voor zover die maatregelen ertoe leiden dat afgesplitste Kamerleden hun werk minder goed kunnen doen. Tot zover eens met de kritiek van Waling. 

Fictie

Maar toch. De kiezer stemt op een persoon, maar die persoon staat wel op de lijst van een partij. Eerlijk gezegd is het stemmen op een persoon voor een groot deel een fictie. Wordt de intentie van de kiezer gevolgd door afsplitsingen? Dat is eigenlijk pas te zeggen bij volgende verkiezingen als de afsplitser met een eigen partij meedoet.
Het is niet zo dat vooral de zetelrover de ware parlementariër is die zijn eigen overtuiging volgt, zoals het een beetje lijkt uit de beschrijving van Waling. Ik miste een beetje de worsteling van Kamerleden die ondanks inhoudelijke en politieke bezwaren wel hun fractie trouw bleven.
De ‘zetelroof’ is het laatste wapen van een Kamerlid tegen een al te machtige partij en fractie. Daarin heeft Waling gelijk. Maar een oplossing voor de grote macht van de partijen is het niet. Waling constateert zelf dat Kamerleden in 99,999 procent van de stemmingen de fractielijn volgen. Ondanks dat ze ieder moment uit de fractie konden stappen.

Vertegenwoordiging

Dit boek stelt, net als Nepparlement?, de vraag naar de vertegenwoordiging. Wordt de kiezer vertegenwoordigd door een partij of door een individu? Zelfs als de kiezers dat individu niet kennen en er niet op gestemd hebben? En deugt die vertegenwoordiging nog wel? Hebben partijen niet te veel macht of hebben ze verkeerde criteria bij het werven en selecteren van Kamer-kandidaten?

Volgens Waling is een herschikking van de democratie nodig met eenzelfde impact als 1848 of 1917. Of die er komt is de vraag.  Volgens hem zijn partijen ‘olifanten op weg naar een laatste rustplaats’. Dat lijkt me voor een deel wishful thinking.  Partijvorming is toch een vrij natuurlijk fenomeen. Dat een nieuwe regeling de spanning tussen de individuele volksvertegenwoordiger en de partij op een elegantere manier aanpakt, is echter te betwijfelen. 

Dit boek was genomineerd voor de Prinsjesboekenprijs 2017, de prijs voor het beste politieke boek.

 

(Visited 356 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Zetelroof - fractiediscipline en afsplitsing in de Tweede Kamer 1917 -2017
Waardering
31star1star1stargraygray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.