Iets na de helft van Grote verwachtingen heeft Geert Mak een ‘intermezzo’ ingelast. Hier komt hij, nog duidelijker dan in de andere hoofdstukken, zelf aan het woord, over zijn woonplaatsen Amsterdam en Friesland. Het is een weemoedig stemmend hoofdstuk. Een gevoel van verlies, het verdwijnen van een aantrekkelijke omgeving, van een ‘thuis’, staat centraal in zijn eigen ervaring. “Mijn oude Amsterdam loste langzaam op,” schrijft Mak. Want de hoofdstad is onder de voet gelopen door massatoerisme, het slachtoffer van internationalisering die geen variatie, maar juist eenvormigheid oplevert. Het is voor iemand die in Amsterdam woont herkenbaar en waarschijnlijk voor andere Nederlanders ook een bekend verhaal. Maar ook Friesland ontkomt niet aan veranderingen. En dat zijn geen verbeteringen. In die provincie werd de schaalvergroting – in de landbouw, maar ook in het onderwijs, – merkbaar. ‘Het land is volgepompt met stront’ en de klimaatverandering slaat toe. De natuurlijke omgeving verandert, verslechtert. Mak schrijft vermakelijk over het opgeklopte circus rond Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa, met veel marketing en prietpraat. Uiteindelijk werd het dankzij de Friezen toch een mooi feest. Blokkeerfriezen In de ‘cultuurstrijd’ rond Zwarte Piet neemt hij opmerkelijk stelling. De voorvrouw van de ‘blokkeerfriezen’ krijgt van hem een welwillende…