Het is een cliché geworden: de clash of civilizations. Het beeld van botsende beschavingen wordt van stal gehaald als immigranten met een moslim-achtergrond vrouwen aanranden, als Iran en Saoedi-Arabië de confrontatie aangaan, na terroristische aanslagen of als de islam weer eens wordt aangevallen. Het kan gebruikt worden voor iedere keer als (aanhangers of leden van) twee religies of culturen op een onaangename manier met elkaar in aanraking komen. Daarmee heeft de term van Samuel Huntington een betekenis gekregen die verder gaat dan hij had bedoeld. The Clash of civilizations and the remaking of world order, dat in 1996 verscheen, was in eerste instantie een poging om een nieuw raamwerk te bieden voor het begrijpen van de internationale politiek na de Koude Oorlog. Machtsblokken rond één ideologie zouden niet meer de belangrijkste spelers op het globale toneel zijn. De strijd zou voortaan gaan tussen beschavingen. De overzichtelijkheid van de twee blokken zou plaats maken voor een druk bezet podium. Huntington ontwaarde een stuk of acht beschavingen: de westerse, orthodoxe, islamitische, Latijns-Amerikaanse, Chinese, Japanse, hindoeïstische, boeddhistische, Japanse en misschien ook de Afrikaanse. Beschavingen zijn de grootste groep waar mensen een ‘wij-gevoel’ bij hebben, afgezien dan van de mensheid. Iemand kan Jordanees zijn,…