Botsende beschavingen, Samuel Huntington

februari 21, 2016

beschavingHet is een cliché geworden: de clash of civilizations. Het beeld van botsende beschavingen wordt van stal gehaald als immigranten met een moslim-achtergrond vrouwen aanranden, als Iran en Saoedi-Arabië de confrontatie aangaan, na terroristische aanslagen of als de islam weer eens wordt aangevallen. Het kan gebruikt worden voor iedere keer als (aanhangers of leden van) twee religies of culturen op een onaangename manier met elkaar in aanraking komen.
Daarmee heeft de term van Samuel Huntington een betekenis gekregen die verder gaat dan hij had bedoeld. The Clash of civilizations and the remaking of world order, dat in 1996 verscheen, was in eerste instantie een poging om een nieuw raamwerk te bieden voor het begrijpen van de internationale politiek na de Koude Oorlog. Machtsblokken rond één ideologie zouden niet meer de belangrijkste spelers op het globale toneel zijn. De strijd zou voortaan gaan tussen beschavingen. De overzichtelijkheid van de twee blokken zou plaats maken voor een druk bezet podium. Huntington ontwaarde een stuk of acht beschavingen: de westerse, orthodoxe, islamitische, Latijns-Amerikaanse, Chinese, Japanse, hindoeïstische, boeddhistische, Japanse en misschien ook de Afrikaanse. Beschavingen zijn de grootste groep waar mensen een ‘wij-gevoel’ bij hebben, afgezien dan van de mensheid. Iemand kan Jordanees zijn, Amsterdammer, Nederlander, Europeaan zijn, maar de grootste groep waar mee die persoon zich identificeert is de westerse beschaving. Dus niet de natie-staat moet het uitgangspunt zijn voor de analyse van de internationale politiek, maar de beschaving. Binnen beschavingen werken staten redelijk soepel samen, aldus het paradigma, tussen beschavingen ontstaan fricties of zelfs botsingen.  

Geschiedenis

Maar als die beschavingen zo belangrijk zijn, waarom manifesteerden ze zich dan niet meer tijdens en voor de Koude Oorlog? Denk aan de verwoestende oorlogen die de Europeanen, blijkbaar leden van één beschaving, voerden in de eerste helft van de 20e eeuw (en in eeuwen daarvoor). Die beschavingen zijn niet opeens ontstaan. Maar Huntington heeft weinig aandacht voor de langere termijn geschiedenis. Zijn blik gaat van het recente verleden naar de toekomst.

Hij bestrijdt het idee dat modernisering ook verwestersing betekent. Dat inzicht was toen dit boek verscheen misschien nog schokkend, maar dat kan nu niet meer verbazen. Het idee dat de hele wereld de liberale democratie zal omarmen en dat de geschiedenis aan zijn eind is gekomen, is een stuk minder aantrekkelijk geworden.

Islam

Hoewel Huntington dus een hele trits beschavingen onderscheidt gaat een groot deel van het boek over de confrontatie van de islam met andere beschavingen. Langs de breuklijn van het Westen met de islamitische wereld vinden voortdurend conflicten plaats. Niet zo vreemd, aldus Huntington, want in feite zijn alle moslims anti-westers. Het achterliggende probleem is niet het islamitisch fundamentalisme, maar ‘de islam’. Er is een neiging in de islam tot gewelddadigheid, door zijn geschiedenis en de geografische omstandigheden, maar ook als reactie op westers imperialisme en de slachtofferstatus die moslims zich aanmeten. Een andere complicerende factor is het ontbreken van een kernstaat in de islamitische wereld, die is daardoor anarchistischer dan andere beschavingen.
Maar zou de islamitische neiging tot geweld echt groter zijn dan die van andere beschavingen? De Verenigde Staten is sinds de Tweede Wereldoorlog bijna permanent in oorlogen betrokken. En neem nog eens de langere termijn in ogenschouw, met de eeuwenlange strijd op het Europese continent. Overigens heeft Huntington wel oog voor westerse zwakheden, zoals de arrogantie en de neiging om niet-westerse bevolkingen uit te roeien in gekoloniseerde gebieden als de Amerika’s en Australië. Dan heb je geen oorlog meer.

Huntington ziet voor het westen behalve de islam en in mindere mate China vooral interne ontwikkelingen als bedreiging. Het verzwakken van het christendom, migratie en het omarmen van multiculturalisme leiden tot een ‘ontwestersing’ van het westen. Zoals autoritaire leiders elders verwestersing vrezen, zo vreest Huntington ontwestersing. Daarmee draagt hij uiteraard wel een bepaald beeld van het Westen uit. Net zo goed kan je stellen dat de omarming van andere culturen een kracht van het Westen is en logisch voortkomt uit de ideeën over mensenrechten. En al zijn er veel spanningen rond islamitische migranten in Europa en Latino’s in de Verenigde Staten, het beeld is minder zwartgallig dan Huntington schetst.

Migratiecrisis

Voor rooskleurige beelden moet je echter niet bij Huntington zijn. Hij voorzag een ‘wereldwijde migratiecrisis’, met eerst de moslims die naar Europa komen, maar die hier gehaat worden. Dat is op zich niet verwonderlijk. “Het is menselijk om te haten.” De volgende migratiegolf is die van de Afrikanen, na 2025.
Huntington heeft goed voorzien dat er aan het begin van de 21e eeuw een fors aantal conflicten zou ontstaan. De nationale identiteit, vaak ontleend aan de beschaving waar dat land deel van uitmaakt, is belangrijk in de binnenlandse politiek van veel landen en als gevolg daarvan ook in de internationale politiek. Identiteitspolitiek hangt ook aan symbolen en aan banden met religie, zoals in Rusland. Het is voor veel groeperingen belangrijk om duidelijk te maken wie zij zijn en wie zij zeker niet zijn. Met confrontaties van het Westen met het orthodoxe Rusland (waar de kerk een grotere rol speelt), het assertieve China en met islamitisch terrorisme lijkt het beeld van Huntington uitstekend van toepassing op de huidige toestand.

Oorlog in 2010?

Maar veel van zijn specifieke verwachtingen zijn niet uitgekomen. De orthodoxe Balkanalliantie is er niet gekomen, net zomin als de hereniging van de Korea’s. Hij voorzag een mogelijke deling van Oekraine, die minder gewelddadig zou verlopen dan de scheiding van Joegoslavië. Maar de meest waarschijnlijke optie achtte hij samenwerking van Oekraïne met Rusland. Japan heeft zich niet aan China aangepast. De Europese Unie heeft drie leden van de orthodoxe beschaving opgenomen, Griekenland, Roemenië en Bulgarije. Zonder strubbelingen met de westerse landen in de Unie ging het niet, maar strubbelingen zijn er ook met andere landen, die volgens Huntington wel degelijk in het westerse kamp horen. Zie de ontwikkelingen in Polen en Hongarije in 2014 en 2015 en de botsing tussen Oost- en West Europa over asielzoekers. In de eurocrisis werd trouwens voortdurend gesproken over de kloof tussen het spilzieke Zuiden en het zuinige Noorden.
Huntington schetste een scenario voor een oorlog in 2010 waarbij de VS, Europa, Rusland en India tegenover China, Japan en de islam stonden. Gelukkig is dit niet uitgekomen. We zitten nu in ander vaarwater, met conflicten tussen het Westen en delen van Azië enerzijds, en China anderzijds, een sterkere maar ook wel gespannen band tussen China en Rusland, en volop onrust en geweld in de islamitische wereld.

Fragmentatie

Maar dat is voor een groot deel geweld binnen één beschaving. Binnen de islamitische wereld is er rivaliteit tussen Iran en Saudi-Arabië, tussen verschillende groeperingen die strijden om het leiderschap van de soennieten, tussen soennieten en sjiieten, elders tussen stammen, steden en milities. ‘De islam’ is gefragmenteerd en dat is een bron van conflicten waar partijen van buiten bij betrokken raken om hun machtspositie te versterken of te behouden. Wat wel klopt met de analyse van Huntington is dat het anti-westers sentiment in het Midden-Oosten is toegenomen.
De verhouding tussen het Westen en Rusland lijkt meer op een botsing van beschavingen. (Zie ook het boek van Hubert Smeets, de wraak van Poetin). De keuze voor of tegen samenwerking met Europa leidde tot een opstand. Er brak een burgeroorlog uit in het oosten, waar door Rusland gesteunde separatisten hun semi-staatjes oprichten en een op dit moment (januari 2016)  ongemakkelijke status quo.
Maar lang niet alle orthodoxen in Oekraïne kozen voor Rusland. En Huntington achtte juist samenwerking van Rusland en Oekraïne het meest waarschijnlijk.
De derde grote spanningsbron is die tussen China en het Westen. De meest acute dreiging van een conflict ligt in de Zuid-Chinese Zee. Een van de voornaamste tegenstanders van China is Vietnam, volgens Huntington een lid van de Chinese beschaving. Uit het Westen is vooral de VS betrokken, Europese landen zoals het Verenigd Koninkrijk zien in China vooral een bron van inkomsten en een gouden tijdperk voor de Brits-Chinese betrekkingen, en houden zich verre van de lokale conflicten.

Aan het eind van zijn boek presenteert Huntington zijn schrikbeeld van ‘donkere Middeleeuwen die op een wereldwijd niveau neerdalen over de mensheid.’  Van de ondemijning van het gezin via de wetteloosheid op straat waar misdadigers en drugsverslaafden de dienst uitmaken tot de falende staat, het wettig gezag valt weg. Je kan bijna nergens meer veilig de straat op. Beschavingen zullen moeten samenwerken en de barbarij moeten stoppen als ze niet ten onder willen gaan, stelt Huntington. Dat is een beetje een vrome oproep, na een betoog van 350 pagina’s waarin keer op keer wordt verkondigd dat samenwerking van beschavingen weinig voorstelt.

Samenwerking?

Maar juist dat samenwerkingsscenario lijkt voor een deel uit te komen. Twee voorbeelden: het klimaatakkoord in Parijs in december 2015 waar alle betrokken landen zich achter schaarden. Wat je er ook van mag denken, er is een wereldwijde bereidheid om klimaatverandering te bestrijden. En er vormt zich een alliantie van de VS, Europa, Rusland, een groot deel van de islamitische wereld, meerdere Afrikaanse staten en zelfs China tegen Islamitische Staat en zijn filialen. Toegegeven, dat is een bondgenootschap dat meer in naam bestaat dan in de werkelijkheid. Maar het toont aan dat beschavingen niet alleen maar rivalen hoeven te zijn.
Tussen veel beschavingen is een ingewikkeld patroon van samenwerking en concurrentie ontstaan. Men schaakt op vele borden tegelijk, en dat gaat niet altijd synchroon. Sancties hier, coöperatie daar (Zie de verhouding van het Westen met Rusland). Het frame van ‘botsende beschavingen’ heeft zijn aantrekkelijke kanten, omdat het orde schept in de verwarring. Maar het is te rigide en te simplistisch. Het dekt een deel van de werkelijkheid, maar kan lang niet alles verklaren en roept dreigbeelden op die lang niet altijd materialiseren.

 

 


(Visited 1.580 times, 2 visits today)

3 reacties

  • AMF Smit mei 2, 2017op2:14 pm

    Waarom zet u er niet bij wie deze (nogal gekleurde) boekbespreking heeft geschreven? Het lijkt wel een artikel uit De Corrrespondent.

  • Addie Schulte mei 7, 2017op7:02 pm

    Kijk bij Over Boekenstrijd. Daar staat alles wat u wil weten. Overigens zijn boekbesprekingen vaak ‘gekleurd’, hoort bij het genre.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.