Tijdens een bezoek aan de slagvelden en begraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog rond Ieper en aan de Somme kocht ik dit boek. Het biedt een goede, beknopte inleiding in de oorlog. Chronologisch wordt het verloop van de strijd in grote lijnen weergegeven. Maar de nadruk ligt op de persoonlijke beleving van de oorlog door de frontsoldaten. Het leven in de loopgraven, de discipline, de muiterijen en de ontspanning achter het front worden fraai beschreven. Maar ook waarom er maar zo weinig krijgsgevangenen werden gemaakt. De titel is wat misleidend, want er zijn geen ooggetuigenverslagen in het boek opgenomen. De ooggetuigen waren de camera’s, waarmee de fraaie en gruwelijke foto’s zijn gemaakt waar dit boek vol mee staat. De ellende, de modder, de uitzichtloosheid en wreedheid komen allemaal tot uiting.
Modder, vuur, sigaretten, beenwindsels, shrapnelgranaten, prikkeldraad, duisternis, ingewanden, blindheid, dat zijn de ingrediënten van de typische Eerste Wereldoorlog-herinnering. Een dolgedraaide vernietigingsmachine die mensenlevens vermaalt alsof het papiersnippers zijn, maar toch steeds weer van nieuwe brandstof wordt voorzien.