Homo Deus – Kleine geschiedenis van de toekomst- Yuval Noah Harari

december 21, 2016

Toekomst

In zijn boek Sapiens beschreef hij de geschiedenis van de mens, in het vervolg Homo Deus exploreert Yuval Noah Harari met dezelfde flair de toekomst. (Zie hier mijn bespreking voor de opvolger 21 Lessen voor de 21ste eeuw)

Harari begint zijn zoektocht in het heden: een positief moment in het bestaan van de mensheid. Want oorlog, hongersnood en plagen, die de mens millennia van leven, welzijn en gezondheid hebben beroofd, zijn zo goed als uitgebannen. Voorbeeldje: de ebolaplaag in het westen van Afrika kostte 11.000 mensen het leven. Dat zijn er veel, maar het is niet te vergelijken met epidemieën in het verleden. Er kwam een hele machinerie op gang (te langzaam was het verwijt) van internationale en non-gouvernementele organisaties. Nog een: Meer mensen gaan dood door obesitas dan door ondervoeding.
Nu komt er een nieuw doel in het vizier en dat is samengevat in de titel van dit boek: de mens wordt god. Techniek en wetenschap zullen een doorslaggevende rol spelen: een voortzetting van de praktijk van de afgelopen eeuwen.
Wat het precies betekent dat de mens god wordt, maakt Harari niet meteen duidelijk. Een onsterfelijk en machtig wezen, misschien wel een dat zijn of haar invloed op lange afstand kan laten gelden, via netwerken. In ieder geval is de mens dan geen mens meer.

Harari onderschrijft het idee van een grote, revolutionaire technologische verandering die de komende decennia gaat optreden. En die ontwikkeling is niet te stoppen.
Hij wil niet de profeet zijn van deze ontwikkelingen, hij wil zich als de analyticus opstellen. Hij doet een ‘historische voorspelling,’ hoewel voorspellen nog niet tot het standaardrepertoire van de geschiedenis-studie behoort. Maar volgens Harari is het bestuderen van het verleden een manier om er los van te komen. Een interessante gedachte, al is het lang niet altijd de praktijk.
Wel is hij duidelijk overtuigd van ideeën van de technologische voorhoede. Zo onderschrijft hij het idee dat organismen algoritmen zijn. En dus in principe programmeerbaar.

Humanisme

Een van de belangrijkste begrippen in zijn boek is humanisme. Hij bedoelt niet het Humanisme met een hoofdletter van het Humanistisch Verbond, maar het idee dat mensen de bron van alle mening en autoriteit zijn. Dat staat tegenover het oude idee dat een of meerdere goden centraal staan in de schepping. De wetenschappelijke revolutie maakte dat idee onmogelijk, omdat de verhalen uit de heilige boeken niet te rijmen waren met de nieuw verworven inzichten.  De ziel, waarmee de mens zich zou onderscheiden van dieren, verschijnt niet op een MRI-scan.
Wat mensen onderscheidt van dieren is niet een ziel, maar het leven in ‘denkbeeldige ordes’. Die ordening maakt het mogelijk om in grote groepen samen te werken. Die samenwerking op grote schaal is cruciaal, zoals hij ook al in Sapiens betoogde. Mensen geloven in zaken die niet kloppen of niet aantoonbaar zijn: de natie, geld, koningen etc. Harari noemt alle verhalen die betekenis geven religies. Dat is aan de ene kant verhelderend, maar deze helicopterview riskeert belangrijke verschillen te negeren. Zo is liberalisme in zijn ogen net zo goed een religie als islam, omdat ze beiden een beroep doen op een bovenmenselijke wet. Maar de liberalen kunnen erkennen dat mensen hun wetten of principes hebben bedacht en kunnen er in theorie mee instemmen dat die wetten anders in elkaar zitten. Voor moslims is dat een stuk lastiger.
Ook in zijn filosofische analyse van de verhouding van religie en wetenschap lijkt hij mij iets te generaliserend. In ieder geval gaat hij er nogal optimistisch vanuit dat wetenschap de mens kan bevrijden van achterlijke ideeën van de religies, of dat nu nazisme is of jodendom.

Ruil

Een van de boeiendste inzichten is zijn verhaal over de moderniteit. Hij stelt de moderniteit voor als een ruil: mensen moeten betekenis opgeven in ruil voor macht. Mensen vervullen geen rol meer in een kosmisch plan, maar kunnen doen wat ze willen. Dat gaat gepaard met veel onzekerheid. In de praktijk ging de mensheid er sterk op vooruit in termen van economische groei, gezondheid en dergelijke. De mens en zijn gevoelens kwamen centraal te staan, al werd daar op heel verschillende manieren uiting aan gegeven en telde niet in iedere ‘religie’ iedere mens evenveel mee.
De wetenschap dendert echter door en gaat verder met het ondermijnen van de geestelijke fundamenten van de samenleving. Zo kun je met een hersenscan ook aantonen dat de vrije wil niet bestaat, aldus Harari. Hier lijkt hij ideeën over de ‘vrije wil’ te letterlijk te nemen. Want het is net zo goed een bewering over eigenschappen van mensen als een fictie die we hanteren om de maatschappij in te richten. De bewering kun je beoordelen aan de hand van onderzoek, maar de fictieve ordening verdwijnt daarmee niet. Kan wel zijn, zegt Harari, maar techniek zal dat idee in de praktijk ondermijnen. Waarom verkiezingen houden als de algoritmes al weten wat iedereen gaat stemmen? In de praktijk is het al bijna zover, de campagnemachines van de Democraten en Republikeinen verzamelen al heel veel gegevens over kiezers en weten precies wie ze misschien nog kunnen overtuigen.

Een nieuwe religie

Als de techniek voortschrijdt, kunnen mensen hun economische en militaire waarde verliezen door de komst van robots, die hun taken net zo goed kunnen uitvoeren. Alles wat de mens (of ieder ander dier) kan, kan een machine ook. Nu al weten machines veel en dat neemt in hoog tempo toe. Google kent ons zelf beter dan wij zelf.
Een mogelijkheid is om de mens te verbeteren, wat Harari techno-humanisme noemt. Maar omdat dit nog steeds uitgaat van het idee van de vrije wil, wat door wetenschappers al wordt betwijfeld, deugt dit fundamenteel niet.
Daarmee blijft het meest radicale alternatief over: de data-religie: dataïsme. Informatie is de brandstof en het product, waarvan de mens een producent kan zijn. Informatie wordt een soort god en dan kom je bij de visie van denkers als Ray Kurzweil, een nieuwe religie. Dit is een hele nieuwe visie en een die kritisch onder de loep genomen moet worden. Deze ideeën kunnen er immers voor zorgen dat de Homo Sapiens verdwijnt.  Als de algoritmes alles kunnen wat mensen kunnen, en dat zelfs beter kunnen, wat is dan nog het nut van mensen? Dat is de cruciale vraag waar we ons mee bezig moeten houden, een die nog wezenlijker is dan bijvoorbeeld over klimaatverandering.

Greep

Harari is niet bang voor de grote greep. Ook dit boek staat vol interessante vergelijkingen, boeiende feiten, boude stellingen en aansprekende analyses. Hij weet ingewikkelde dingen simpel te maken, soms misschien een beetje te simpel.
Misschien gaat hij te veel mee met het cliché-beeld dat veranderingen nu sneller gaan dan ooit tevoren. Weten we echt niet hoe Europa of de familie er in 2050 uitzien? Een gokje: in grote lijnen hetzelfde als nu. Het idee dat alles nu sneller gaat, dat we in revolutionaire tijden leven, is op zich een manier om betekenis te zoeken. Het grappige is uiteraard dat mensen die zeggen dat alles heel snel verandert, vaak precies denken te weten hoe de toekomst er uit ziet.
Technologische fantasieën zijn daarbij vaak sterker dan de werkelijkheid. Worden de beloftes in de toekomst wel waar gemaakt? En welke vorm krijgt dat?
Aan de andere kant zijn sommige tendensen die Harari beschrijft zeker zichtbaar. Voortdurend wordt om data gevraagd, steeds meer gegevens worden verzameld, verwerkt en daar wordt steeds meer van verwacht. Dat we in een vorm van technologische horigheid kunnen raken, is een mogelijkheid die serieus debat verdient.

 

(Visited 4.500 times, 2 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Homo Deus. Een kleine geschiedenis van de toekomst, Yuval Noah Harari
Waardering
51star1star1star1star1star

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.