Gedeeld land

april 19, 2009

gedeeldlandNederland is een gedeeld land, een land van haat en nijd en het land van aankomst. We hebben het er maar moeilijk mee, met de migratie en integratie.
De kranten staan er vol van en het politieke debat wordt er nog steeds door beheerst. Zelfs de kredietcrisis weet het onderwerp niet te verdrijven. Ergens moeten we het leuk vinden, anders waren we wel ergens anders over begonnen.
Volgens hoogleraar Jean Tillie is het debat ontspoord en in de greep van hysterie. De grenzen van een democratisch debat worden regelmatig overschreden. Dat kan veranderen, als iedereen een paar simpele regels volgt. Maar in de verhitte temperatuur werkt zelfs een oproep tot matiging als olie op het vuur. Sommigen zijn dat op zijn best als slap gezwets, maar eerder nog als appeasement.

Tillie hoort duidelijk bij de gematigden of de multiculturalisten. Volgens hem is de multiculturele samenleving een feit en moeten we daar aan wennen.
Maar hij is niet alleen de profeet van het multiculturalisme. Etnische diversiteit leidt tot vermindering van het sociale vertrouwen. Na ’11 september’ daalde ook het politiek vertrouwen. Een groot deel van de bevolking leeft sindsdien in een staat van ontkenning. Hij noemt dat de ‘cargocult’: het geloof dat er op een gegeven moment een grote boot zal komen die al onze problemen inlaadt en ons er van verlost. Dan keert de gelukzalige toestand terug van voor de grote verschuivingen, die ons leven in de war hebben geschopt.

Deze gemoedstoestand leidt tot het aankondigen van kosmische catastrofes, een zeer sterke overtuiging van het eigen gelijk uitmondend in sociaal isolement en de hang naar charismatische leiders.
Toch waren het niet alleen charismatische figuren die de minderhedenproblematiek ontdekten als politiek thema gebruikten. Het begon met Hans Janmaat, Frits Bolkestein en Paul Scheffer volgden hem op verschillende manieren en betrokken een steeds breder publiek daarbij. Pim Fortuyn kon daarvan oogsten.

Volgens Tillie heeft de beslissing om te bezuinigen op de subsidie van etnische organisaties averechts uitgepakt voor de politieke participatie van hun leden. Want volgens hem zijn die organisaties goed voor de integratie. Zelfs orthodox-islamitische organisaties kunnen daar een rol in hebben. Want ook niet-democratische bewegingen hebben een democratisch effect. Ze laten tenminste de stem van hun leden horen. En binnen die organisaties zullen er liberale effecten optreden. Hij wijst op de Grijze Wolven, die tot een paar jaar geleden als zeer bedreigend werden gezien, en op de Communistische Partij Nederland die zich na decennia ook binnen het democratisch vaarwater begaf. Als dat een voorbeeld is, kan het dus wel even duren.
Slechter georganiseerde minderheden gaan minder stemmen, nemen minder deel aan het democratische proces. Maar de bewering dat door een vermindering van de organisatiegraad van de Turkse Amsterdammers deze minder gingen stemmen, zoals in 2002 gebeurde, lijkt toch wel wat erg oppervlakkig. En ook in strijd met de ervaring van de laatste gemeenteraadsverkiezingen toen de opkomst toenam.

Tillie wil af van het ‘etnisch nationalisme’. Hij gebruikt dat als aanduiding van het gedachtengoed van Wilders en Verdonk. Erg duidelijk is zijn omschrijving niet, want het ene moment is dat gebaseerd op ‘stamverwantschap’, het andere moment legt het de nadruk op een gemeenschappelijke cultuur. Bloedbanden heb je of heb je niet. Met cultuur ligt dat anders: wie die aanvaardt kan dan lid worden van de gemeenschap. Verwarrend is dat juist omdat Tillie een vorm van cultureel nationalisme voorstelt als uitweg voor de huidige problemen.
Volgens Tillie worden in het multiculterele debat regelmatig tegenstanders monddood gemaakt. Dat kan bijvoorbeeld door de tegenstander voor ‘racist’ of ‘politiek correct’ uit te maken. Ook moet de ‘menselijke waardigheid’ worden gerespecteerd, waardoor vergelijkingen met bijvoorbeeld dieren uit den boze zijn. Als derde schending van het democratisch debat ziet hij oproepen tot geweld.
Tillie gebruikt de krantendatabase Lexisnexis om te onderzoeken hoe vaak de normen zijn overtreden. Dat is een beetje googelen voor gevorderen.
De analyse is overgens niet compleet, erkent Tillie. In een krant verschijnen per jaar volgens hem jaarlijks 44.000′ artikelen over de multiculturele samenleving. Dat zouden er een slordige 150 per dag zijn, en dat lijkt wat veel. Tillie beperkt zich nog verder namelijk tot de Volkskrant en artikelen over een vijftal critici van de multiculturele samenleving (Fortuyn, Van Gogh, Ayaan Hirsi Ali, Rita Verdonk en Geert Wilders) en komt dan tot 58 schendingen van het debat sinds 2000. Dat lijkt toch wel mee te vallen. Schendingen zijn zowel door deze critici als ten opzichte van hen gepleegd. En Tillie laat zich daarbij als een strenge keurmeester gelden. Als Fortuyn het heeft over een ‘koude oorlog tegen de islam’ is dat een schending van de geen-geweld regel, net als de uitspraak van een Nederlandse bekeerling die hoopt dat Wilders snel sterft.

Tillie roept niet om een verbod, maar wel om nieuwe regels die vooral door politici en journalisten moeten worden gevolgd. Het maken van films als Fitna en Submission zou eigenlijk niet moeten. Dat is, ondanks alle opmerkingen die over die films gemaakt kunnen worden, een rigide opvatting.

Politici matigen hun toon echter niet, omdat hun belangrijkste zorg is zoveel mogelijk kiezers te winnen, of in ieder geval te worden herkozen. De politieke elite is angstig geworden en sluit zich in meerdere of mindere mate aan bij de cargocult. Want de kiezer is niet meer vast verbonden aan een zuil en een politieke groepering, maar zweeft van hot naar her. En vooral naar de politici met harde teksten over de multiculturele samenleving. Op een genuanceerde boodschap staat straf: minder stemmen.
Het opgewonden debat en het geringe weerwoord daarop van politici leidt tot een verdere polarisering. Het risico stijgt dat moslims daardoor radicaliseren, waardoor de critici van de multiculturele samenleving hun gelijk bevestigd zien en etc. Tillie schetst een vicieuze spiraal waar we niet zomaar uitkomen.

Maar Tillie zelf is een optimist, althans geen grote somberaar. In ieder geval heeft hij het idee dat die cirkel doorbroken kan worden:
Daar komt zijn zogeheten contract-nationalisme om de hoek. Gelijkheid voor de wet en het erkennen van de democratische instituties moeten de basis daarvan vormen. Bijna iedereen, van links tot rechts, zal dat onderschrijven. De uiteindelijke invulling daarvan is juist het onderwerp van vele debatten die nu woeden.

Tillie schrijft helder en kernachtig, hij weet verschillende problemen duidelijk uit te leggen. Maar hier en daar is hij wat te duidelijk en te simplistisch in de verklaring van complexe verschijnselen. Ook heeft hij wel erg weinig voor de bestaande problemen van de multiculturele samenleving. Hij lijkt te denken dat die wel over gaan als we met zijn allen er maar redelijk over praten.

Jean Tillie, Gedeeld land. Het multiculturele ongemak van Nederland. (2008)

(Visited 114 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Gedeeld land, Jean Tillie
Waardering
41star1star1star1stargray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.