Korte inhoud: Het verslag van journalist Glenn Greenwald rond de onthulling van de documenten die NSA-medewerker Edward Snowden meenam. Het boek bestaat uit de gebeurtenissen rond de publicatie, de inhoud van de documenten, en beschouwingen over privacy en journalistiek.
Stelling van het boek: De Amerikaanse toezichtstaat is doorgeschoten en de traditionele journalistiek biedt te weinig tegenwicht.
Stijl: Journalistiek, verontwaardigd. Dit is een boos boek.
Geschikt voor: Klokkenluiders, drama queens, afluisteraars en afgeluisterden.
Er zijn al veel superlatieven uitgestort over de onthullingen van Edward Snowden over het werk van de National Security Agency (NSA), waar Glenn Greenwald een drijvende kracht achter was. De Nederlandse uitgever Lebowski voegde er nog een aan toe: ‘De Afluisterstaat verschijnt op een keerpunt in de wereldgeschiedenis.’ staat op de achterflap van de vertaling. Dit keerpunt betekent in ieder geval dat er geen grenzen meer zijn aan de onzin die uitgevers op de achterflap van hun boeken zetten.
Maar het is ook wel passend. Greenwald is ook overtuigd van de invloed van de onthullingen: Er zijn ‘fundamentele en onomkeerbare verbeteringen’ doorgevoerd als het gaat om het toezicht op inlichtingendiensten, schrijft hij. Het bewustzijn van de praktijken van de NSA is toegenomen, meer mensen en landen nemen stappen om zich daar tegen te beschermen.Greenwald rekent zelfs een niet-aangenomen motie in het Huis van Afgevaardigden tot de successen. Want voor het eerst werd er daar kritisch over de NSA gediscussieerd.Het is een van de voorbeelden waarin Greenwald er blijk van geeft erg van zichzelf en van het belang van de onthullingen op basis van Snowdens documenten overtuigd te zijn.
De tekst op de achterflap en de bravoure van Greenwald past bij het gegeven dat dat een klokkenluider (of zijn plaatsvervanger) ook een drama queen is (deze observatie leen ik van de voorstelling Crashtest Ibsen II Volksvijand o.a op Oerol 2014). Het belang van de eigen onthullingen moet worden gedramatiseerd. Dat is op zich geen probleem, maar het staat de blik op de werkelijkheid in de weg, zoals uit het voorbeeld blijkt. In de 300 pagina’s van dit boek figureert de persoon Greenwald zeer nadrukkelijk. Hij is bijna lyrisch over Snowden. Het aantal keren dat hij zijn eigen rol relativeert is minimaal. Er zit een tendens in tot overdrijving, gedram, en zelfs gejammer, zeker als hij zijn ervaringen met de ‘ traditionele media’ beschrijft. Hij vindt die media te weinig kritisch over de overheid, en te kritisch over hemzelf zijn.
Gek genoeg is het minst interessante deel van dit boek het hoofdstuk dat draait om de inhoud van de documenten, althans voor diegenen die de krantenberichten daarover hebben bijgehouden. De verschillende programma’s van de NSA worden nog eens opgesomd. De omvang van de activiteiten van de NSA blijft indrukwekkend en valt volgens Greenwald samen te vatten met het streven informatie over alle elektronische communicatie te verzamelen.
Maar het gaat uiteindelijk om de interpretatie. Is het erg dat de NSA dat doet? Ergens stelt Greenwald dat dit systeem de VS in staat stelt de wereld te blijven overheersen. Greenwald vindt dat gevaarlijk omdat een partij te veel macht krijgt. Maar op de politieke consequenties gaat hij amper in. Welke andere landen of organisaties moeten dan macht krijgen? Daar schrijft hij niet over.
Liever buigt hij zich over de betekenis van privacy en toezicht. Soms is zijn betoog daarover overtuigend, maar Greenwald zet vaak een of meer stappen meer dan gerechtvaardigd is. Ook hier mist een bredere context rond de ontwikkelingen van privacy.
Greenwald verzet zich fel tegen zijn karakterisering door met name Amerikaanse media als activist. Dat lijkt hem te steken, hij ziet het als een ondermijning van zijn integriteit als journalist. Maar hij vertoont wel alle kenmerken van de activist. Hij is gedreven, eenzijdig, volhardend, eigenwijs, sterk overtuigd van het eigen gelijk, missionair. Hij beschikt daarbij over veel kennis. Dat hij soms journalistieke middelen gebruikt, doet er dan niet toe. Net als eerder met Wikileaks en Julian Assange zijn onthullingen en onthuller onscheidbaar.
Glenn Greenwald, De afluisterstaat. Edward Snowden, de NSA en de Amerikaanse spionage- en afluisterdiensten (2014)
Geen reacties