In de ban van goed en fout – De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998) – Jan de Vetten

augustus 19, 2017

janmaatHans Janmaat, de leider van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten, kon hartstochtelijk klagen over alle manieren waarop de overheid, andere politici, de media, het openbaar ministerie, rechters, de inlichtingendiensten en activisten zijn partij bestreden. Iedereen, met uitzondering van zijn beperkte aanhang, was tegen hem, daarvan was hij wel overtuigd. En daardoor had hij geen eerlijke kans gekregen.
Dat kun je afdoen als de klacht van een bekrompen en kleinzielige man, die bijna alles deed om zichzelf ongeliefd te maken. Je kunt het ook als uitgangspunt nemen voor een historische studie. Want in hoeverre klopt dat beeld? Of anders gezegd, hoe werden de Centrumpartij en de Centrumdemocraten bestreden? Dat is het onderwerp van dit boek van Jan de Vetten.

In de Kamer, eruit, er weer in

De partijen van Janmaat hadden een roerige geschiedenis. Janmaat kwam in 1982, twee jaar na de oprichting van de Centrumpartij (CP), in de Kamer. Binnen de partij brak een zwaar conflict uit en in 1984 richtte Janmaat de Centrumdemocraten (CD) op. Bij de volgende verkiezingen verloor hij zijn zetel. In 1986 werd een bijeenkomst van Centrumdemocraten en Centrumpartij in Kedichem gewelddadig verstoord. Partijsecretaris Wil Schuurman (Janmaats latere echtgenote) verloor daarbij haar been.
In 1989 won Janmaat met de CD één zetel in de Tweede Kamer en in 1994 drie. De partij was ook vertegenwoordigd in 38 gemeenten. In het midden van de jaren negentig werden Janmaat, Schuurman en de CD meerdere keren veroordeeld voor racistische uitspraken. In 1998 kwam de partij niet terug in de Kamer.

Extreem of radicaal

De CD & CP werden vaak extreem-rechts genoemd vanwege hun anti-migratie standpunt, xenofobie en nationalisme. In slogans uitgedrukt was het programma ‘Nederland voor de Nederlanders’  en ‘Vol is vol’. Met de term extreem-rechts werd ook de band met fascisme en neo-nazisme gelegd.
Volgens Van der Vetten passen de CD & CP beter onder de noemer ‘radicaal rechts’, een etiket dat ook op de LPF en PVV wordt geplakt. De CD en CP waren niet tegen de democratie en (overwegend) niet gewelddadig.
Tussen radicaal en extreem zit een groot verschil. Extremisme wordt over het algemeen afgekeurd. Radicaal is meer aanvaardbaar: het slaat vooral op een fundamentele (radix = wortel) benadering. Met extremisten valt niet te praten, met radicalen nog wel. (Hoewel radicalisering als het om moslims gaat vaak in verband gebracht wordt met terrorisme.)

Pesterijen

In de Kamer, waar hij in 1982 zijn intrede deed, werd Janmaat geïsoleerd, genegeerd en tegengewerkt. kreeg geen hand van zijn collega’s, ze verlieten de zaal als hij aan het woord was. Soms sloeg deze houding door naar ‘kinderachtigheden’, zeg maar pesterijen. De CD kreeg werkruimte toegewezen waar de invalide Schuurman, die ook Kamerlid was, niet zelfstandig kon komen. Ze moest de trap opgetild worden.

Hoewel partijen zeiden dat de CP/D zoveel mogelijk politiek bestreden moesten worden, kwam het zelden tot een inhoudelijk debat. De Vetten citeert politicoloog Sarah de Lange die het breed ingevulde cordon sanitaire ‘een weinig democratische opstelling’ noemde.

Janmaat vrijgesproken, dan veroordeeld

Het beeld dat Janmaat voortdurend veroordeeld werd voor uitspraken die later tamelijk normaal werden, klopt niet helemaal. In de jaren tachtig werd hij herhaaldelijk vrijgesproken. In de jaren negentig kwam het tot enkele veroordelingen, onder andere voor zijn uitspraak dat zijn partij de multiculturele samenleving zou afschaffen. Dat werd gezien als het streven om buitenlanders uit te zetten.
De aanzet voor de juridische vervolging kwam vooral uit de politiek, door aanpassingen van de wet en politieke druk (wat net iets anders is dan politieke vervolging).
Maar de CD/CP werden niet op alle fronten tegengewerkt. Bij de subsidies voor de partijen werd juist coulant opgetreden tegen de CD/P die zich niet erg aan de regels hielden. De Binnenlandse Veiligheidsdienst hield de centrumpartijen in de gaten, maar had zelf niet de intentie deze te bestrijden.

Kedichem

Maatschappelijke organisaties, de Anne Frankstichting, bestreden de CD en CP hartstochtelijk. Die stichting karakteriseerde de CP als racistisch, niet als fascistisch. Dus ook hier was sprake van nuance.
Het hele spectrum van de pers keerde zich tegen Janmaat en zijn partij. Hij werd geridiculiseerd en ook wel gedemoniseerd. De partijen werden niet doodgezwegen, maar de tamelijk overvloedige negatieve publiciteit leidde niet direct tot verlies. En het is lastig vast te stellen of de publiciteit te negatief was, gezien de dubieuze uitspraken van Janmaat. Ook waren in zijn partij ook wel gewelddadige dan wel extreme types vertegenwoordigd, wat door de anti-fascisten gedetailleerd in kaart werd gebracht.
De aanval op het hotel in Kedichem waar de CD en de CP bijeen wilden komen voor gesprekken over een fusie, was de meest extreme vorm van bestrijding. Het had niet veel gescheeld of er waren doden gevallen. Wat nu opvalt naast het geweld is vooral de lauwe reactie van andere politieke partijen.

Marge

De CP en CD kregen veel aandacht, maar bleven toch in de marge. De bestrijding heeft daar volgens De Vetten ‘waarschijnlijk’ aan bijgedragen. Want de interne problemen van de partijen van Janmaat moeten niet worden vergeten, van de weinig charismatische voorman tot de interne conflicten en de mensen waarmee hij zich omringde. De partijen waren vaak hun eigen beste vijanden en gaven veel aanleiding tot afkeer.
Die afkeer was uiteindelijk niet politiek, maar moreel, zo oordeelt De Vetten in navolging van politiek filosofe Chantal Mouffe. De CP/D werden als ‘fout’ gezien en met een cordon sanitaire tegengewerkt. De weerzin was een ‘nationale bindsteen’, een gevolg van het verschijnsel dat de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust het morele ijkpunt waren geworden. Er werd niet zakelijk omgegaan met de partij, maar die werd als ‘de vijand’ behandeld.

Overdreven?

Wat mij betreft had hij hier wat langer bij stil mogen stil. Wat is het onderscheid tussen moraal en politiek? Is dit een pleidooi om moraal uit de politiek te halen?  Is een ‘zakelijke omgang’ altijd te prefereren boven een morele aanpak? Verdient racisme geen morele veroordeling?

Hier wordt te veel aan de verbeelding van de lezer overgelaten. Na een paar honderd pagina’s van gedegen onderzoek wordt de conclusie iets te snel getrokken.
Je krijgt het idee dat de schrijver de bestrijding hier en daar overdreven vond. In een stuk op politicologenblog stukroodvlees noemt hij die bestrijding ‘wel heel zwaar’ en ‘geen goed voorbeeld’. In het boek is hij minder duidelijk.
De Vetten is zeker minder uitgesproken dan Joost Niemöller die in zijn boek De verschrikkelijke Janmaat veel meer zijn hoofdpersoon en diens recht om zijn politiek te voeren verdedigt. Niemöllers boek is ook een stuk levendiger dan dat van De Vetten. Die heeft het geheel nogal droog en schools opgeschreven, waarbij duidelijk is dat het op een proefschrift is gebaseerd. Zelfs met tabellen waarin artikelen uit de media statistisch worden doorgelicht. De zin daarvan heb ik nooit begrepen.
Janmaat maakte zelf een zakelijke omgang lastig. Hij schreef bijvoorbeeld terminaal zieke Kamerleden hatelijke briefjes. Zoals De Vetten in de stellingen bij het oorspronkelijke proefschrift schreef: “Janmaat was naar eigen zeggen een groot voetballiefhebber. In de politiek speelde hij echter meestal liever de man dan de bal.”

Heilloos

Na de eeuwwisseling veranderde de situatie ingrijpend, door de aanslagen in de VS, het artikel ‘het multiculturele drama’ van Paul Scheffer en de opkomst van Pim Fortuyn. Kritiek op migratie en integratie was niet langer taboe, maar werd mainstream. Fortuyn en zijn aanhangers klaagden ook over ‘demonisering’ maar ze kregen toch een heel andere behandeling dan Janmaat. De LPF en later de PVV werden in de regering opgenomen (als coalitie- of gedoogpartner). De media lieten aanhangers van de LPF en de PVV uitgebreid aan het woord, net als wetenschappers nu.
De Vetten constateert dat de ‘goed-fout’-discussie wel terug lijkt, maar nu met de tegenstelling tussen ‘de islam’ en ‘wij.’ ‘Een heilloze weg.’  Eigenlijk is dat zijn meest uitgesproken opmerking. Zijn we nu beter af?

Dit boek is genomineerd voor de Prinsjesboekenprijs voor het beste politieke boek. 

 

 

(Visited 459 times, 3 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
In de ban van goed en fout - De bestrijding van de Centrumpartij en de Centrumdemocraten (1980-1998) - Jan de Vetten
Waardering
31star1star1stargraygray

Een reactie

  • Max oktober 22, 2019op6:47 am

    De oorlogsretoriek is nu al aanwezig in Europa.Door FvD en eerder PVV en LPF in een verdachte hoek (fascistisch, nazistisch, racistisch enzovoort) te plaatsen en daarmee als immoreel te bestempelen, bestempel je ook de vele kiezers die hun uitweg proberen te zoeken bij deze partijen. Je zet hen daarmee weg als verdacht en immoreel, als en soort untermenschen, die niet gehoord hoeven te worden. Dat is fascistoïde politiek.Wilders is groot voorstander van de parlementaire democratie. Hij wil niets liever dan het volk vertegenwoordigen. Ook schuwt hij het geweld waar extreemrechtse partijen juist toe aanzetten.Deze mensen zijn geen fascisten of racisten, maar mensen in nood…

    Op dit moment niet de extremen op rechts, maar de extremen op links in opkomst zijn.Zo zien we in veel landen in West-Europa de terugkeer van (neo-)communistische partijen. Dit terwijl de gruwelen van het communisme nog maar zo’n 25 jaar achter ons liggen.Volgens analyses van veiligheidsdiensten zien we op dit moment een opkomend links-extremisme, dat qua gewelddadigheid rechts-extremisme ruimschoots voorbijstreeft en dat na het jihadisme op dit moment de grootste op ideologie geënte veiligheidsdreiging voor Europa vormt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.