De jeugdzorg lijkt in een voortdurende crisis te verkeren. Gebrek aan geld, wachtlijsten die maar groeien, personeel dat wegloopt, directeuren die tot vertrek worden gedwongen. De kinderen die aan jeugdzorg zijn toevertrouwd zijn daar de dupe van. Deze problemen zijn niet nieuw, zo blijkt uit het boek Moeilijke jeugd van mijn Parool-collega Loes de Fauwe. Ze ging met oud-kinderrechter Anita Leeser naar haar pensionering op zoek naar oud-pupillen. Hoe was het met hen verlopen nadat de kinderrechter in hun leven had ingegrepen? Waren ze beter van geworden? Het levert een reeks aangrijpende verhalen op, waaruit de les misschien is dat hulp alleen maar bij mensen werkt die zichzelf kunnen helpen.
De functionarissen die ons moeten beschermen, verzorgen of onderwijzen falen te vaak. Fatale voorbeelden zijn de martelmoord in Pernis, waarbij politiemensen op de stoep op versterking bleven wachten of de dood van het meisje Savanna. Minder dramatisch, maar veel grootschaliger is het mislukken van de hulp aan probleemgezinnen, het terugdringen van recidive of bij het keren van racistisch geweld, onlangs in Waspik. Hoe kan het dat de 'professionals' en hun organisaties, van politieagent tot jeugdzorgwerker, van woningcorporatie tot gemeente, zo opzichtig niet doen wat er van hen verwacht wordt? Voormalig GroenLinks senator Jos van der Lans geeft in zijn boek Ontregelen daar een scherpe analyse van. De oplossingen liggen echter niet voor het grijpen.