De eerste keer dat Sinan Çankaya rechtstreeks wordt gevraagd waar hij vandaan komt is zijn antwoord: ‘Dat weet ik niet, ik denk er veel over na’. Toen was hij nog een jongen, nu is hij een gepromoveerd cultureel antropoloog. Maar het antwoord is in zekere zin nog hetzelfde, blijkt uit zijn boek Mijn ontelbare identiteiten. Een van de belangrijkste thema’s in het politieke en maatschappelijke debat van de afgelopen jaren was ‘identiteit’. In de vorm van ‘identiteitspolitiek’ werd het vaak als scheldwoord gebruikt: als een bewijs van slechte integratie, als iets waar ‘de Ander’ zich mee bezighoudt. En dat is dan gelijk een bedreiging voor de eigen identiteit. Maar wat is identiteit eigenlijk? Çankaya heeft zijn verhaal gedrapeerd rond de reunië van zijn middelbare school waar hij les kreeg van Nico Konst. Die was ooit voorzitter van de Centrumpartij, een extreem-rechtse partij met als kopstuk Hans Janmaat. Een partij die openlijk onderscheid aanbracht, op basis van afkomst. Waarmee Çankaya met ouders uit Turkije aan de verkeerde kant terecht kwam. Het wordt nooit wat met jou, toeterde Konst hem toe. Vechten op straat In zijn fraaie boek mengt Çankaya zijn persoonlijke ervaringen met beschouwingen en af en een beetje academische lessen….
Politiek bedrijven kan niet zonder identiteit. Maar politiek bedrijven op basis van een nauwe identiteit leidt tot de ondermijning en het falen van de staat. We moeten naar bredere identiteiten. Dat is de stelling van Francis Fukuyama, de wereldberoemde politieke theoreticus die ooit het einde van de geschiedenis voorzag. You believe in the politics of identity, don’t you?, vroeg BBC-journalist John Sweeney aan Geert Wilders in een scherp interview. Who doesn’t?, reageerde Wilders wat argwanend. Diegenen die in liberale democratie geloven, was het deadpan-antwoord van Sweeney. Maar misschien krijgt Wilders wel gelijk. Bijna iedereen lijkt wel te geloven in identiteitspolitiek: links, rechts, activist of reaguurder. Het ultieme bewijs van de dominantie van ID-politiek is de overwinning in de VS van Donald Trump. Zonder die overwinning was dit boek er niet gekomen, schrijft Fukuyama op de eerste pagina van zijn boek. Modernisering Fukuyama gaat op zoek naar de bronnen van deze politiek. Hij begint bij Plato en komt uit bij Jean Jacques Rousseau. Die leerde dat ieder persoon een innerlijk zelf bezit dat verdrukt wordt door de samenleving. ID-politiek is ook een consequentie van de modernisering. In traditionele samenlevingen hoeven mensen zich niet druk te maken over wie ze zijn. Dat…