Heksen hebben nooit bestaan. Deze nuchtere constatering is een van de belangrijkste stellingen in dit grondige en intrigerende boek van Norman Cohn. Nu kan dat een open deur lijken, maar zelfs allerlei gewaardeerde en veel gelezen historici hebben gemeend dat er toch wel zoiets als heksenkringen hebben bestaan. Waar er zoveel verhalen over heksen de ronde deden, moest er natuurlijk een kern van waarheid achter zitten. Maar in de analyse van Cohn blijft er van al hun redeneringen en mooie verhalen over vruchtbaarheidcultussen en sabbats niets over. Heksen zijn ontsproten aan het brein van de jagers erop. En de mythes die daaraan ten grondslag gaan ver terug, tot de tijd van de vervolging van de christenen door de Romeinen en zelfs daarvoor.
Dit is het dagboek van ´dat andere joodse meisje´, zoals het laatst op tv werd gezegd. Alsof er in Nederland tijdens de oorlog twee joodse meisjes waren met een dagboek. De vergelijkingen met Anne Frank waren bij de ontdekking en de publicatie van dit dagboek inderdaad niet van de lucht. Maar de verschillen zijn groter dan de overeenkomsten. Het eerste wat opvalt aan dit dagboek is de beperkte omvang. Het is het impressionistische en emotionele verslag van een jonge vrouw die in 1943 een maand in concentratiekamp Vught zat. Het eigenlijke dagboek is nog geen dertig pagina´s dik.