Inventing human rights

maart 16, 2009

humanMensenrechten zijn universeel. Dat is in de westerse wereld een cliché, dat na de Tweede Wereldoorlog is vastgelegd in de Universele verklaring van de rechten van de mens. Maar waar komt die aanspraak vandaan, en wat wordt er eigenlijk mee bedoeld?
Historica Lynn Hunt geeft in dit boek een intrigerend inzicht in het ontstaan van en de omgang met mensenrechten. Ze heeft daarbij een zeer brede benadering. De rol van romans, maar ook van marteling en de strijd tussen universele mensenrechten en nationalisme komen voorbij.

Zowel de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring als de Franse Verklaring van de rechten van de mens en de burger gingen uit van het vanzelfsprekende karakter van de rechten. In de Amerikaanse staat dat ook met zoveel woorden: “We beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend (self-evident)”. En in feite gebeurt datzelfde in de verklaring van 1948. Maar door te zeggen dat iets vanzelfsprekend is, is het dat al niet meer. Uiteindelijk is dat geen rationeel argument maar een gevoel, aldus Hunt.

Vandaar dat ze vrij makkelijk de stap zet naar de rol van brievenromans in de achttiende eeuw. Via dit razend populaire medium, vooral over vrouwen in moeilijke omstandigheden, gingen lezers zich identificeren met anderen. Niet met hun familie, buren of andere personen in hun directe omgeving, maar met een abstract figuur, die eigenlijk alleen in de geest bestond. Deze nieuwe culturele ervaring maakte het mogelijk ook om nieuwe politieke werkelijkheden te verwezenlijken. Het is makkelijk om beschrijvingen te vinden van de nogal geëxalteerde reacties van de lezers. Die werden daar totaal door geraakt, zowel geestelijk als lichamelijk.

Naast inlevingsvermogen moedigde de achttiende-eeuwse romans ook onafhankelijkheid aan. Een van de voorbeelden daarvan is Robinson Crusoe van Daniel Defoe. Dat was een van de eerste bestsellers in de Amerikaanse koloniën die zich kort daarna onafhankelijk zouden verklaren.

De voorstanders van de rechten bleven niet onweersproken. Edmund Burke, een van de grondleggers van het conservatisme, vond het onzin. Zouden deze mensen ook minder geraakt worden door de wederwaardigheden van de romanhelden?
Een grote paradox was natuurlijk dat de zo vanzelfsprekende geachte rechten tijdenlang niet aan iedereen werden toegekend. Om verschillende redenen werden vrouwen, kinderen, slaven, protestanten en joden ervan uitgesloten. Voor de optimisten onder ons: de rechten werden uiteindelijk aan steeds meer groepen toegekend. Ontnuchterend feit daarbij is dat Frankrijk het kiesrecht voor vrouwen in 1944 werd ingevoerd. En dat terwijl de Franse filosoof Condorcet in 1791 had gezegd dat ‘Of geen enkel individu heeft rechten of ze hebben allemaal rechten. Wie tegen de rechten van een ander stemt, (…) heeft vanaf dat moment zijn eigen rechten opgegeven.”
Mensenrechten verloren na de Napoleontische oorlogen hun aantrekkingskracht. Nationalisme werd de belangrijkste drijvende kracht, later gevolgd door op (pseudo-)wetenschap gebaseerde rechtvaardiging van ongelijke behandeling tot in de meest extreme vormen. Ook bij de socialisten en communisten waren de rechten in slechte handen: zij vonden dat ze pas verwezenlijkt konden worden in een socialistische heilstaat. Bij de parlementair gerichte sociaal-democraten was dat uiteraard anders. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw gaven ook de communisten hun verzet op. In 1988 werd de eerste afdeling ‘mensenrechten’ op een juridische faculteit in de Sovjet-Unie geopend. Daarna was het ook snel gedaan met die Sovjet-Unie.

In het laatste deel mist de discussie die de laatste decennia woedt met vooral Aziatische en Afrikaanse landen en heersers die de mensenrechten als een westerse constructie verwerpen.
Aan het eind van het boek ontkomt Hunt er niet aan een nieuwe paradox te beschrijven. De mogelijkheden voor empathie zijn toegenomen. We zijn niet meer aangewezen op brievenromans, maar worden constant via allerlei kanalen op de hoogte gehouden. Maar tegelijk zijn de verschrikkingen de wereld niet uit en blijkt keer op keer dat schendingen van de mensenrechten worden gepleegd door gewone mensen.

De roep om gelijkheid had als reactie een roep om ongelijkheid. De verschikkingen van de twintigste eeuw waren alleen mogelijk toen iedereen kon claimen een gelijkberechtigd lid van de menselijke familie te zijn, schrijft Hunt. Dat is nogal een zware uitspraak. Toch blijft Hunt geloven in de mensenrechten. Maar is de conclusie niet dat mensenrechten niet vanzelfsprekend zijn?

Waardering: 4sterren

Lynn Hunt, Inventing Human Rights. A history. (2007)

(Visited 575 times, 2 visits today)

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.