Andersland. In de voetsporen van Thomas More – Erik de Bom en Toon van Houdt (red.)

oktober 16, 2016

9789463101691Met Utopia, de wereldberoemde en 500 jaar oude tekst van Thomas More kun je allerlei kanten op. Dat blijkt wel uit de bundel Andersland. In de voetsporen van Thomas More, naar aanleiding van de 500e verjaardag van Utopia, verreweg het bekendste geschrift van More (1477-1535).

More verschijnt in artikelen in deze bundel onder meer als democraat en als marxist, alles uiteraard avant la lettre. Hij treedt vooral op als grondlegger van het zo moderne begrip utopie, een ideale samenleving, een paradijs dat op aarde bereikbaar is.

Het boek Utopia is op vele manieren te lezen, laat Hans Achterhuis zien in de inleiding van het boek. Bij herlezing trof hij steeds een andere, spannender tekst aan. Iedere tijd had zijn eigen Utopia. En Utopia bleek uiteindelijk geen utopie, maar een satire, of een poging om mensen aan het denken te zetten door zaken om te draaien. Zo is goud niets waard in Utopia en loopt iedereen in dezelfde kleren. Ook is echtscheiding toegestaan en vrijheid van godsdienst.
Die ambivalentie komt ook door het karakter van het boek, met het eerste deel dat als kritiek op de toenmalige toestand van het Engelse koninkrijk gezien kan worden. Het tweede beschrijft dan een alternatieve wereld, die wel veel tegenstrijdigheden kent en waarvan altijd de vraag wat More er precies mee bedoelde. Je kan Utopia, met zijn strenge wetten en kloosterachtige discipline, ook zien als een dystopie. Of als een vreemd land, waar euthanasie en echtscheiding zijn toegestaan, maar waar wel slavernij bestaat. (Meer over het leven van More hier)
Misschien is Utopia zoals More het beschrijft wel een farce, een pastiche op wat mensen aantrekkelijk vinden.morepolak
Achterhuis wijst er ook op dat zijn herlezing van Utopia sterk werd geholpen door de vertaling van Paul Silverentand, die er een lichte tekst van heeft gemaakt die ook de humoristische kanten ervan sterk naar voren brengt.

Dystopia

De verwantschap en naburigheid van utopie en dystopie springt naar voren uit de bundel Andersland. De utopie van de een is de dystopie van de ander, zoals Gregory Claeys schrijft.
Maar toch is een belangrijke uitkomst voor een aantal auteurs in deze bundel dat we weer een utopie nodig hebben. De utopie kwam in de twintigste eeuw stevig onder kritiek te liggen, toen een aantal pogingen om die hier en nu te vestigen waren uitgelopen op de grootste verschrikkingen. Die kritiek op de utopie is echter aan revisie toe, zo schrijven diverse auteurs. Dat lijkt erop te wijzen dat de lessen van de Tweede Wereldoorlog en van de Koude Oorlog aan het vervagen zijn. We komen in een andere periode waarin ervaringen met het neoliberalisme en andere moderne ervaringen bepalender zijn. 1984 ligt al weer lang achter ons.
Er is een andere vorm van politiek opgekomen, die minder (openlijk) ideologisch is en gefocust op cijfers, efficiëntie, een kloppende begroting. En dus heeft ‘de politiek sterke utopische prikkels nodig om niet tot dorre boekhoudkunde te vervallen,’schrijven Erik de Bom en Toon van Houdt in de inleiding. ‘De utopie heeft dan weer (democratische) politiek nodig om niet in onmenselijke dystopieën te vervallen.’ Maar is het probleem niet juist dat de utopie politiek, zeg maar debat en de mogelijkheid, per definitie uitsluit? Want er kan niets beter zijn dan de utopie. Waarom zou je dan debat en de mogelijkheid van verandering toestaan?
Claeys, hoogleraar in de geschiedenis van het politieke denken te Londen, vat het utopische denken van de Verlichting tot het communisme samen. Als hij de rekening opmaakt is zijn slotsom positief. Want het utopische denken en doen heeft zaken gebracht als een vrijere houding tegenover seksualiteit, aandacht voor het milieu, universele rechten. Alle goeds begon als utopisch project en dat een aantal varianten op catastrofes zijn uitgelopen, doet daar uiteindelijk niets aan af.
Dit is shoppen in de utopische erfenis en er uithalen wat bevalt. Want veel utopieën uit de negentiende en twintigste eeuw, zoals eugenetica en imperialistische projecten, verwerpen we nu, schrijft Claeys zelf. Racisme is misschien wel net zo goed een erfenis van het utopische denken als mensenrechten.

Het artikel van Claeys is de opmaat naar een aantal artikelen waarin de reanimatie van de utopie nog dwingender wordt gebracht. Er bestaat in bepaalde kringen een groot verlangen om de utopie van de vuilnisbelt van de geschiedenis te halen, haar af te stoffen en op te poetsen. Een nieuwe utopie moet geplaatst worden tegenover en in de plaats van de werkelijk bestaande utopie/dystopie van het neoliberalisme. De nieuw hervonden utopie moet een einde maken aan de oppermacht van Tina: ‘There is no alternative’.
Aan dat idee is niet zozeer Margaret Thatcher schuldig, die deze woorden uitsprak, stelt journalist Thomas Decreus. Nee, het zijn filosofen als Isaiah Berlin en Hans Achterhuis die met hun kritische houding de ‘utopische hoop en toekomstverwachting’ om zeep hebben gebracht. Hij komt, om het ouderwets te zeggen, met een apologie van de utopie. Want niet de utopie, maar de macht is het probleem. In het communistische blok geloofden de machthebbers zelf niet meer in het communisme, maar alleen in hun eigen macht, in het totalitaire systeem. Met het communisme op zich was dus niet zoveel mis.
De volgende stap is de herdefinitie van de utopie. Dat is niet een blauwdruk voor een ideale maatschappij, maar een verdediging van het gemeenschappelijke, het gemeengoed, stelt Lieven de Cauter. Want steeds meer mensen worden verdreven en verjaagd van hun gemeenschappelijke gronden, of dat nu letterlijk is of figuurlijk. Dat gebeurt door privatiseringen, onteigeningen en andere manieren om de markt op te laten rukken. (Dit is ook een belangrijk thema in het recente werk van socioloog Saskia Sassen.) Als verzet volstaan geen lokale protesten meer, maar is een ‘wereldomspannend initiatief’ nodig om dat te keren. Op de barricades met More, het klinkt een beetje vreemd.

De democratische marxist

Met het voorwoord van Achterhuis in gedachten, die stelt dat More de lezer voortdurend op het verkeerde been zet, is het vermakelijk te lezen dat andere auteurs een definitieve lezing willen geven van de bedoelingen van More. De Cauter ziet hem als een Marx avant la lettre, die opkwam voor de boeren die hun gemeenschappelijke gronden kwijtraken. Veteraan-politicus Louis Tobback presenteert hem als democraat, die een zorgvuldige overweging van belangrijke besluiten bepleitte. Die democratie moeten we dus zeker niet aan via loting geselecteerde volksvertegenwoordigers moeten overlaten.
Maar misschien is het wel niet zo belangrijk wat More precies wilde zeggen en valt daar uiteindelijk niet achter te komen. De prestatie van More’s Utopia is dat het 500 jaar na het oorspronkelijke verschijnen nog zoveel weet te los te maken.  

 

(Visited 284 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Andersland. In de voetsporen van Thomas More, Erik de Bom en Toon van Houdt (red.)
Waardering
31star1star1stargraygray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.