Hoe gaat digitale techniek het politieke systeem beïnvloeden? Het is een grote en belangrijke vraag die Jamie Susskind zichzelf stelt in zijn boek Future politics. Hij brengt veel mogelijke en actuele ontwikkelingen in kaart, maar moet zichzelf uiteindelijk toch onder de alarmisten scharen. En de toekomst kondigt zich al aan in het heden.
In 1995 speculeerde toenmalig internetpionier Maurice de Hond over de nabije toekomst in zijn boek Met de snelheid van het licht. Iedereen zou een digitale persoonlijk assistent krijgen, een draagbaar apparaat. Daarmee zou volgens De Hond een veel grotere inspraak van burgers mogelijk worden. Iedere dag zouden ze mee kunnen stemmen in referenda over van alles en nog wat.
Hetzelfde idee komt in het boek van Jamie Susskind voor. (p. 240) Want die digitale persoonlijke assistent kwam er, we noemen die smartphone. Maar dat dagelijkse stemmen over nationale onderwerpen, dat gebeurt niet. Integendeel, over de invloed van digitale technieken op verkiezingen horen we vooral slecht nieuws: filterbubbels, echokamers, trollen, manipulatie door ondoorgrondelijke algoritmes, nepnieuws.
De euforie van democratisering en de deceptie van manipulatie; dit zijn misschien de twee uitersten waarbinnen de politiek van de toekomst zich gaat bewegen.
Zelfrijdende auto’s
De Britse jurist Jamie Susskind gaat ervan uit dat er sowieso grote veranderingen komen, door de toenemende kracht van technologie, de toenemende macht van tech-bedrijven en de toenemende meetkracht van van alles en nog wat. Misschien is hij wat te goedgelovig wat die ontwikkeling betreft. Zelfrijdende auto’s kunnen volgens hem in een paar jaar heel gewoon zijn. We zullen zien.
Maar dat computersystemen sterker worden, meer geïntegreerd worden en meer data generen en verwerken, daar valt niet veel op af te dingen. Toch is zijn algemene inleiding over de techniek wat oppervlakkig en dekt veel bekend terrein.
In zijn boek neemt Susskind vier politieke thema’s onder de loep: macht, democratie, vrijheid en rechtvaardigheid. Die keuze verraadt al iets van de conclusie: door drie – door de meeste mensen in westerse democratieën – omarmde concepten te nemen, komt de slotsom dat die bedreigd gaan worden, al direct dichtbij.
In de jaren zeventig werd het persoonlijke politiek. Susskind stelt dat nu het digitale domein onderwerp van politiek is. Dat is begrijpelijk en een besef dat nu (eindelijk) doordringt.
Vuistbijl
Susskind is ervan overtuigd dat computercode ons gaat beperken, bijvoorbeeld een auto die niet sneller kan dan de maximumsnelheid. Maar dat is geen eigenschap van de digitale leefwereld, maar van de technische leefwereld in het algemeen. Hoe meer we onszelf omringen met technologie, en hoe meer die kan, hoe verder dat proces gaat. Maar het onderscheid is gradueel, en niet principieel.
Er mist een bredere techniekfilosofische grondslag aan dit werk, die duidelijk maakt dat dergelijke problemen niet bij de computer of de zelfrijdende auto zijn begonnen, maar bij de vuistbijl en het vuur.
Wiki democratie of aristocratie
In de loop van het boek maakt Susskind echter een nuttige catalogus van mogelijke gevolgen van de uitbreiding van de digitale leefwereld, zoals hij dat noemt. Hij maakt een onderscheid in macht als dwang, als toezicht en als framing, de beheersing van de waarneming. Wat we doen, wordt steeds zichtbaarder en meetbaarder. Dat is een ontwikkeling die begon met kadasters en geboorteregisters, en nu met sensoren en wearables nieuwe hoogten bereikt. Dit Big Brother-concept (ja, je kan je afvragen hoe nieuw dit is) kan niet alleen in handen van de staat komen, maar ook van grote bedrijven als Google en Facebook. Die weten misschien wel meer over hun gebruikers dan de gemiddelde staat over zijn burgers.
Digitale technologie kan ons vrij maken of juist minder vrij. Om te onderzoeken hoe dat uitpakt, maakt Susskind gebruik van handenvol nieuwe begrippen: digitaal paternalisme, digitaal libertairisme, digitaal liberalisme etc. Een beetje vermoeiend is dat wel. Wiki democratie kan overgaan in Wiki aristocratie, zo stelt Susskind. Ah ja.
Kartograaf
Future politics lijkt op zo’n sciencefiction boek waarin je vooral de tijd van de schrijver herkent. Wat Susskind beschrijft voor een groot deel niet zozeer de toekomst maar het heden. Na zijn speculaties over de komende ontwikkeling van de techniek is hij niet meer zo speculatief. Hij beschrijft de invloed van digitale systemen op de politiek en de politieke keuzes die dat met zich meebrengt. Daarbij is hij meer een kartograaf dan een gids, hij brengt in kaart waar we heen kunnen, maar zegt niet dwingend waar we heen moeten.
Susskind probeert zijn tekst aantrekkelijker te maken door zelfhulp-achtige opmerkingen door zijn boek te strooien. – Hou je zelf vast –of Maak je geen zorgen als je dit ingewikkeld vindt – als hij een moeilijk concept introduceert. Dat is leuk in een toespraak, maar storend in een geschreven tekst. En het versterkt de indruk een dik, ambitieus maar niet altijd diepgravend boek te lezen.
Dit boek bestrijkt namelijk veel: allerlei vormen van democratie, de invloed van techniek op arbeid en kapitaal, ideeën over vrijheid. Toch mistte ik het hele idee van internationale politiek. Hoe gaat het digitale domein de verhoudingen tussen landen beïnvloeden, van cyberwar tot digitale manipulatie. De toekomst wordt gereduceerd tot een afgeleide van technologische ontwikkelingen. Maar de techniek is maar een factor die van invloed is op de manier waarop mensen in de toekomst hun gemeenschappelijke zaken regelen. Wat is bijvoorbeeld de invloed van klimaatverandering en migratie? Digital politics was een betere titel geweest.
Liefde voor de robot
Susskind waarschuwt tegen de heerschappij van de machine. Kunstmatige intelligentie of andere vormen van technologie mogen nooit de baas worden over mensen, zelfs niet als ze in sommige opzichten beter zijn. Het zou vernederend zijn om een robot als verpleger of een VR-systeem als minnaar te hebben. Dat klinkt logisch, maar is de menselijke liefde voor het voorwerp niet al erg groot? Zelfs voor minder perfecte systemen.
Uiteindelijk volgt – bijna onvermijdelijk – een pleidooi voor regulering om transparantie af te dwingen en om al te grote machtsconcentraties tegen te gaan. Daarmee sluit zijn waarschuwing aan bij bijvoorbeeld de opmerkingen van Yuval Noah Harari in Homo Deus. Als oproep om ons meer bewust te zijn van de invloed van techniek op de politiek is dit met dikke lijnen te onderstrepen.
En die boodschap is al een beetje aangekomen. Sinds de overwinning van Trump is de aandacht voor de ongebreidelde macht van tech-bedrijven toegenomen. Zodanig dat Facebook nu zelf roept om regelgeving.
Future politics is dus politiek voor nu. En dat maakt dit, ondanks zijn beperkingen, een urgent boek.
Geen reacties