Tweespalt na de profeet – Lesley Hazleton

maart 10, 2013

nadeprofeetKorte inhoud: Een geschiedenis van het grote schisma in de islam tussen soennieten en sjiieten, een verdeeldheid die ontstond kort na de dood van de profeet Mohammed en die tot op de dag van vandaag zijn bloedig effect heeft. In dit boek, dat vooral gaat over de gebeurtenissen in de zevende eeuw van de christelijke jaartelling wordt ook af en toe het heden en recente verleden besproken. Dit is een bloedstollend verhaal over verraad, geloof, strijd, loyaliteit en familiebetrekkingen.
Stelling:  Zonder kennis van de breuk tussen soennieten en sjiieten is het huiidige Midden-Oosten niet te begrijpen.
Stijl: Historisch, verhalend, meeslepend. Meer een thriller dan een academisch werk.
Waardering: 4sterren
Geschikt voor: Iedereen die het Midden-Oosten wil volgen.

Aanslagen in Pakistan en Irak, de strijd in Syrië tussen aanhangers van president Bashar al-Assad en zijn tegenstanders, de angst van de Golfstaten voor Iran. Dat zijn zomaar een paar van de zaken die tegenwoordig in verband worden gebracht met de scheiding in de islamitische wereld tussen sjiieten en soennieten.
Wie wil weten hoe die scheiding tot stand is gekomen en waarom die zo emotioneel beladen is, kan terecht bij het boek De tweespalt na de Profeet, van Lesley Hazleton. Het is een razend spannend geschreven verhaal met ijzersterke hoofdrolspelers en een grote tragiek. De verhalen staan gegrift in het hart van iedere sjiiet, schrijft Hazleton.
Een belangrijke rol speelde ook Aisja, zijn laatste, jongste en meest controversiële echtgenote. Ze was negen toen ze trouwde en het huwelijk werd ‘geconsumeerd’. Tenminste, dat zei ze zelf. (Hazleton vindt het onwaarschijnlijk en zegt dat anderen daar dan wel iets van gezegd hadden. Andere verslagen maken haar drie jaar ouder)  Ze wordt hier niet voorgesteld als slachtoffer van een oude man, maar als een zeer pittige vrouw die er graag op uit trok en zelfs een belangrijke rol had in de Slag van de Kameel.
Op een gegeven moment, zeven jaar voor de dood van Mohammed, bleef ze alleen achter in de woestijn. Een jongeman uit Medina redde haar en daar kwamen allerlei praatjes van. Zijn schoonzoon Ali adviseerde Mohammed te scheiden.  Uiteindelijk oordeelde Mohammed dat er vier ooggetuigen nodig waren om haar schuld aan overspel te bewijzen. Maar die waren er niet. Later werd het zelfde criterium tegen vrouwen gebruikt door een conservatieve uitleg van de uitspraak; er waren vier ooggetuigen nodig voor een aanklacht van verkrachting, het woord van de vrouw was niet genoeg.
Aisja ontpopt zich als een van de slimste tegenspelers van Ali in de latere machtsstrijd na de dood van Mohammed.
Hazleton lijkt enigszins op de hand van de sjiieten. Zij zijn de underdog in het verhaal, de slachtoffers van verraad en geweld en hun eigen niet altijd even doortastend optreden. Maar als er een persoon voorbestemd was om Mohammed op te volgen, was het Ali, zijn neef, schrijft ze. De sjiieten hebben hun naam zelfs aan hem te danken: ze zijn de Shiat Ali, de volgers van Ali. Hij was ook de eerste bekeerling.
Volgens de soennieten vond Mohammed dat de gelovigen een opvolger moesten aanwijzen.
De verdeeldheid toonde zich al aan het sterfbed van Mohammed. Toen hij om pen en papier vroeg, brak er discussie uit. Het papier en de pen kwamen er niet. Onenigheid is er nog steeds over de vraag in wiens armen Mohammed stierf: Aisja of Ali.
Het conflict tussen de sjiieten en soennieten draaide om de vraag wie de profeet Mohammed zou opvolgen, wie de macht in de islam heeft. Daar was niets voor geregeld en een evidente natuurlijke opvolger ontbrak. Mohammed had namelijk geen zonen, alleen dochters, en negen vrouwen. Met zijn huwelijken had hij allianties gesloten met machtige groepen uit diverse steden.
En er waren een aantal uitspraken van Mohammed die voor tweeërlei uitleg vatbaar waren.
Misschien was Ali, zijn schoonzoon, wel de aangewezen figuur om hem op te volgen. Daar waren ook wel wat uitspraken voor te vinden. Maar toen Mohammed stierf, was Ali niet op het juiste moment op de juiste plek. Hij was aan het rouwen terwijl anderen over de opvolging beraadslaagden. Familiebanden waren niet doorslaggevend, besloten ze. Het ging om kwaliteit. De shura, de raad van invloedrijke mannen, kon de beslissing het beste nemen.
De eerste opvolger van Mohammed, na een woelige en zelfs gewelddadige vergadering, werd Abu Bakr, de vader van Aisja. Ali vond dat hem was ontzegd wat hem rechtens toekwam. En dat gevoel van onterving is de sjiieten aan blijven kleven. Maar hij gaf uiteindelijk toe en erkende het leiderschap van Abu Bakr.
Onder Abu Bakr rukte de islam op, Damascus werd belegerd. Maar hij leefde niet lang. Hij wees als zijn opvolger Omar aan, een militaire man. Ali werd opnieuw gepasseerd. De opmars van de Arabieren werd voortgezet in Syrië en Irak. Omar werd vermoord – door een buitenstaander. Er kwam een klein college bijeen om over de opvolging te beslissen. En weer werd het niet Ali. Dit keer ging de eer naar Othman, een oudere man, een tussenkalief werd gedacht. Maar hij bleef vrij lang aan de macht, tot opstandelingen uit verschillende uithoeken van het islamitische rijk zich tegen hem keerde.
Othman werd vermoord, en het bloederig shirt waarin hij stierf werd, samen met de afgehakte vingers van een van zijn vrouwen, naar Damascus gebracht. Daar werd het iedere dag naar het preekgestoelte in de moskee gebracht, om de herinnering levend te houden.
Nu werd Ali leider, hij liet zich Imam noemen, voorganger. Hij was de eerste van de twaalf Imams, althans in de ogen van sjiieten. .
Aisja leidde de beweging die riep om wraak om de dood van Othman. Ze zocht steun voor een nieuwe leider, een van haar zwagers, in Irak. Ali kon het niet op zich laten zitten en mobiliseerde een leger. En ook al besloten de leiders tot een wapenstilstand, niet iedereen was het daarmee eens. Een paar heethoofden begonnen het gevecht, dat volgens Hazleton het eerste was in een strijd die tot nu toe voortduurt.
Dit was de Slag om de Kameel, en op die kameel zat Aisja, achter een ijzeren gordijn. Het was de eerste en laatste keer dat een moslima mannen in de strijd leidde. Het werd geen succes voor haar. De zwagers kwamen om en daarmee was haar strijd in feite verloren. Er waren nog een paar honderd man over rond de kameel van Aisja. Ali riep haar op zich over te geven. Ze luisterde niet, dus Ali gaf het bevel de kameel neer te halen. Daarmee kwam een einde aan de slag.
Ali en zijn zonen boven, Ali en de imams onder
Ali leek nu oppermachtig. Maar in Damascus had hij nog te maken met Muawiya, die de dood van Othman nog niet was vergeten. Hij weigerde te gehoorzamen aan Ali, die hem wilde afzetten. Ali verlegde zijn basis naar Kufa in Irak en na een periode waarin de spanningen opliepen brak de openlijke oorlog uit. De slag bij Siffin in het noorden van Syrië leek gewonnen te gaan worden door Ali. Maar Muawiya bedacht een list. Hij liet zijn cavaleristen een pagina van de Koran op hun speren spiezen. De striijders van Ali staakten het gevecht. Muawiya stelde voor om op basis van de Koran te laten beslissen wie er kalief moest zijn.
Er brak in de gelederen van Ali een opstand uit; zijn beslissing om het kalifaat ter discussie te stellen was een fout, een zonde, een inbreuk op goddelijk recht. Deze opstandelingen waren volgens Hazleton de eerste fundamentalisten, de voorlopers van de wahhabieten elf eeuwen later. Ali was een afvallige, net als iedereen die het voor hem opnam.
Ali bond de strijd aan met de opstandelingen. Slechts vierhonderd van hen overleefden. Ali had nu drie keer oorlog gevoerd tegen geloofsgenoten.
Het conclaaf op basis van de Koran leidde tot een dubbelzinnige uitkomst: volgens de vertegenwoordiger van Ali bleef die kalief, de vertegenwoordiger van Muawiya beweerde dat zijn chef kalief zou zijn.
Met omkoping en vergiftiging wist Muawiya zijn macht uit te breiden. Hij veroverde Egypte. Ali werd steeds meer belegerd, maar ondernam geen effectieve actie.
Niet veel later werd Ali vermoord. Zijn lichaam werd op een kameel geplaatst en waar die stopte, werd zijn graf gebouwd. Dat werd Najaf, nu een belangrijk bedevaartsoord.
De leidende rol kwam in handen van de zonen van Ali: Hasan en Hussein. Hasan was geen geboren leider, hij wilde de strijd met Muawiya niet aangaan. Hij verliet Irak, om zich in Medina te vestigen, met een flinke som geld.
Muawiya werd zo de vijfde kalief. Hij liet Irak besturen door Ziyad, een dictatorale bestuurder, net als Saddam Hussein, aldus Hazleton.
Muawiya wees zijn zoon Yazid aan als opvolger en hij werd Kalief. .
Maar de Irakezen waren Hussein, zoon van Ali, niet vergeten. Ze riepen hem op te komen en dat deed hij, in september 680, met 72 strijders.Hij ging zijn noodlot tegemoet.
En tragisch was het. Want de inwoners van Kufa kwamen toch niet in opstand. Met zijn kleine leger moest Hussein het opnemen tegen een overmacht van Yazid. Het werd toch een lange strijd, want de strijders van Yazid belegerden Hussein en zijn gevolg die hun tenten hadden opgeslagen. Een voor een offerden zijn medestanders zich op tegen een oppermachtige vijand. En als laatste Hussein, met drieëndertig steekwonden vond hij de dood. Van zijn lijk bleef slechts stof over. Zijn hoofd werd afgehakt.
Zijn verhaal werd het fundament van het sjiitisme. Hij wist dat hij verraden en in de steek gelaten zou worden, en ging toch. Hij werd martelaar, een aanklacht tegen onrecht. Dit werd Ashura, een gebeurtenis die door sjiieten ieder jaar wordt herdacht, herbeleefd.
Het verhaal over Karbala bleek zeer krachtig, ook in de twintigste eeuw toen het de Iraanse revolutie tegen de sjah aanwakkerde.
De volgende imams werden volgens de sjiieten allemaal vergiftigd. Zij  hielden zich ver van politiek, ze waren theologen. Honderd jaar na de dood van Hussein was de breuk groter aan het worden. Er kwamen verschillende versies van de overleveringen van de profeet.
De twaalfde imam verdween op vijfjarige leeftijd in een grot, en sindsdien is het wachten op zijn terugkeer. Hij is de Mahdi, de messias-achtige figuur en hij moet ooit terugkeren bij Karbala, waar Hussein stierf.  Het is nu nog een inspiratiebron voor leiders als Mahmoud Ahmadinejad.
De tegenstanders zijn niet minder radicaal: de wahhabieten met de vorsten van Saoedi-Arabië als steunpilaar. Vijftien procent van de moslims is sjiiet. Maar in het Midden-Oosten is hun aandeel groter. Het gaat nog steeds om de vraag wie de islam moet leiden.

Het is een ingewikkeld verhaal, maar Hazleton vertelt het als een thriller of als een moderne dvd-serie vol prachtige hoofdrollen en universele thema’s. Een soort Game of Thrones, maar in het Midden-Oosten in de zevende eeuw.

 

Lesley Hazleton, De tweespalt na de profeet. (2010) Oorspronkelijk verschenen als After the Prophet. The epic story of the shia-sunni split.

Website van Hazleton

 

 

(Visited 720 times, 1 visits today)

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.