Toen de ‘afvallige’ Ehsan Jami, voormalig PvdA-raadslid in Leidschendam-Voorburg, zijn film An interview with Mohammed had gepresenteerd, reageerden Marokkaanse en islamitische organisaties met een verklaring. “De film is een krachteloos niemendalletje zonder heldere boodschap, of het moet zijn dat de Koran moet worden gelezen in de context van de tijd waarin die is geschreven.” Jami kon daar tevreden mee zijn. Want het idee dat de Koran als een historisch document moet worden gezien, is een voorwaarde voor inpassing van de islam in een andere tijd. Juist de groep die dat ontkent, en de Koran (althans hen welgevallige passages) letterlijk wil nemen als de enige waarheid, veroorzaakt problemen. Zo toonde de afwijzende reactie op de film van Jami, gewild of ongewild, een belangrijk inzicht en kreeg Jami toch voor een groot deel zijn gelijk.
Met de perikelen rond de vaak onbesuisde Jami begint het boek Opstand der gematigden van de Volkskrant-verslaggevers Janny Groen en Annieke Kranenberg. Zij willen aantonen dat er onder moslims in Nederland een groeiende stroming is die zich verzet tegen extremisme en de politieke islam. Wat opvalt is de enorme diversiteit van stromingen, personen en ideeën die zij onder deze term scharen. Er zijn ‘afvalligen’ als Jami, vromen als Mohammed Chepih, politici als Ahmed Marcouch, Berberse activisten en islamitische popsterren.
Er zit maar weinig eenheid in de verzameling (ex-)moslims die hier is bijeengebracht. Dat is maar goed ook. De reactie op de dwingende boodschap van de salafisten die naar eenheid streven van de moslim-gemeenschap is niet één andere eenheid, maar diversiteit en vrijheid. Dat verzwakt en verwart natuurlijk wel het tegengeluid. De ‘tegenbeweging’ die Groen en Kranenberg signaleren is er feitelijk niet, maar er zijn tal van tegenstromen en individuen die tegen een stroom in zwemmen. Groen en Kranenberg zijn ook niet erg streng in hun selectie geweest. Zo heeft het verzet tegen de namenlijst die Marokko zijn ‘onderdanen’ ook in het buitenland opdringt, weinig te maken met de bestrijding van extremisme. Het zelfde geldt voor de weerstand tegen de enorme sociale controle waar vooral veel vrouwen onder lijden. Het gaat dan niet meer om extremisme, maar om alle mechanismen die een gemakkelijkere acceptatie van moslims in deze westerse samenleving mogelijk maakt.
Maar wat is nog gematigd? Advocate Famile Arslan werkt aan een ‘islamitische samenlevingscontract’. Dat moet het moslims mogelijk maken om ongehuwd samen te wonen, zonder het negatieve stempel dat daar nu in deze kringen vaak op rust. Maar apart recht voor een bepaalde religieuze groep is niet bepaald in overeenstemming met de uitgangspunten van de rechtsstaat.
Ook zijn de voorbeelden niet tot Nederland beperkt, zoals de ondertitel van het boek – De groeiende weerbaarheid van Nederlandse moslims – suggereert. Er komen tal van personen uit het buitenland in het boek voor. En al geven ze zelf aan dat ze niet volledig zijn, vond ik het jammer dat het voorbeeld van de Britse Quilliam Foundation in het boek ontbrak, omdat de helderheid van hun boodschap tegen het islamisme nogal eens ontbreekt.
Een van de belangrijkste, maar ongewilde bondgenoten van de gematigden was Geert Wilders. Zijn film Fitna mobiliseerde tegenkrachten. In een analyse schreef het Landelijk Beraad Marokkanen dat belediging van de islam een gevolg is van globalisering. Moslims konden er dus maar beter aan wennen. Maar een van de vele andere clubjes op dit terrein (de Federatie Islamitische Organisaties) vroeg steun aan sjeik Yusuf al Qardawi. Dat is juist een zeer omstreden figuur en dat had duidelijk opgemerkt mogen worden.
Groen en Kranenberg hadden in het hele boek iets duidelijker op de voorgrond mogen treden en meer discussie en analyse in hun boek kunnen stoppen. Nu blijft het bij een verzameling stukken uit de krant, die overigens niet allemaal gepubliceerd zijn. Ze beschrijven interessante en belangrijke ontwikkelingen. Groen en Kranenberg signaleren in hun nawoord dat uitspraken van moslims vaak argwanend worden bekeken. De uitdrukking ‘wolf in schaapskleren’ is in dat verband een versleten cliché geworden. Maar deze argwaan leidt vaak vooral tot bevestiging van het eigen gelijk. Deze schrijvers gunnen de gematigden op zijn minst ‘het voordeel van de twijfel.’ Dat voordeel wordt hen in dit boek duidelijk gegeven, maar een beetje meer twijfel was op zijn plaats geweest.
Waardering:
Janny Groen en Annieke Kranenberg, Opstand der gematigden. De groeiende weerbaarheid van Nederlandse moslims. (2009)
Geen reacties