Voorbij Fort Europa & Achterblijven – Twee boeken over migratie

november 5, 2016

voorbij-fort-europaTwee boeken over migratie vragen de Europeanen de mensheid als uitgangspunt te nemen. Dat is consequent geredeneerd, maar nu nog een stap te ver.

Zonder migratie was de mens niet over de wereldbol uitgezworven, maar in een stukje van Afrika blijven steken. Maar net als andere dieren breidde de mens zijn territorium uit, tot over de hele wereld.
Maar de menselijke contacten tussen de continenten raakten verbroken, een situatie die millennia duurde. Pas de westerse expansiedrift en techniek van de afgelopen vijf eeuwen bracht de mensheid bij elkaar in één economisch wereldsysteem. Dat had en heeft vergaande culturele, sociale en politieke implicaties. Een van de gevolgen is dat mensen in een mum van tijd over de wereld kunnen reizen en migreren. Een andere consequentie is de verspreiding van het idee van universele mensenrechten, die in principe gelden voor iedereen, ongeacht ieders geboortegrond.
Dat het in de praktijk veel uitmaakt waar je bent geboren, is dagelijks te zien aan de grenzen van de Europese Unie. Mensensmokkelaars doen goede zaken, omdat legale migratie voor grote groepen is uitgesloten. Zelfs mensen die in Europese landen recht op asiel hebben, komen ‘Fort Europa’ amper in zonder hun leven te riskeren.
Toen vorig jaar honderdduizenden migranten en vluchtelingen over de relatief veilige Egeïsche Zee voeren, brak een heuse vluchtelingencrisis uit. De Europese Unie was in paniek en sloot een omstreden deal met Turkije, die er op gericht is het overgrote deel van de potentiële migranten in ‘de regio’ te laten. Landen sloten hun grenzen met hekken en prikkeldraad af.

Twee recente boeken werpen licht op deze crisis. In Achterblijven belicht ‘Denkeres des Vaderlands’ Marli marliachterHuijer migratie vanuit een bijzondere positie; die van de achterblijvers, de mensen die niet vertrekken. In Voorbij Fort Europa beschrijven geograaf/filosoof Henk van Houtum en historicus Leo Lucassen en heden en verleden van migratie en schetsen een manier om daar in de toekomst mee om te gaan. Ondanks die verschillende invalshoeken komen de conclusies van beide boeken sterk overeen: we moeten de wereld als uitgangspunt nemen om migratie goed te regelen. Niet langer gaat het om de natiestaat, of zelfs de Europese Unie, maar om de bestrijding van mondiale verschillen in welvaart en veiligheid.

Een beetje vrijere migratie zal de internationale ongelijkheid, de grondoorzaak van migratie, niet opheffen, stellen Lucassen en Van Houtum. Er moet een internationaal gecoördineerd beleid voor migratie en asiel komen. Uiteindelijk moet Artikel 1 van de Nederlandse Grondwet, dat discriminatie verbiedt, voor iedereen gelden, zonder onderscheid op basis van geboortegrond.

Wereldbelang

Huijer presenteert ook het wereldbelang als doorslaggevend. “Europa zou er (..) goed aan doen om in het derde millennium het belang van de wereld te laten prevaleren boven dat van het eigen continent.” Welvarende Europeanen hebben nu de luxe over de wereld te kunnen reizen, zonder hun huis of althans de band daarmee op te geven. Want met internet en Easyjet zijn ze letterlijk of figuurlijk zo weer terug. Dat zou voor iedereen mogelijk moeten zijn, schrijft Huijer. Ze pleit voor ‘een wereldwijde politiek van ‘gehechtheid en beweeglijkheid’, waarin ernaar gestreefd wordt dat zo veel mogelijk mensen zich tijdelijk in andere landen of op andere continenten kunnen vestigen zonder dat zij gedwongen zijn hun thuis op te geven.’ Dat moet gelden voor alle mensen, ongeacht hun kwalificaties. Geen discriminatie op grond van diploma’s. Bovendien moeten migranten die naar Europa komen na drie of vijf jaar dezelfde rechten krijgen als de gevestigde bevolking.
Om migratie goed te regelen, moet er dus een wereldgemeenschap komen waarin iedereen zoveel mogelijk eerlijk deelt.
Nu slaagt zelfs de Europese Unie er amper in om vluchtelingen te verdelen worden over de lidstaten. Om dat op wereldschaal te bereiken, gaat nog heel wat stappen verder en is niet binnen afzienbare tijd haalbaar. Dat weten Lucassen en Van Houtum ook wel, die hun principiële punt als ‘denkrichting’ presenteren.

 

Het interessante van deze denkrichting is dat het past in de lijn van belangrijke ontwikkelingen en tegelijk totaal is in strijd met de tijdgeest en misschien ook wel met vorming van menselijke gemeenschappen.
Veel, zo niet alle, economieën, culturen en samenlevingen zijn in grote en toenemende mate internationaal verweven. Zelfs lokaal gerichte Europeanen gebruiken voortdurend goederen en diensten uit grote delen van de wereld. Met wat Engels kun je je bijna overal wel een beetje verstaanbaar maken. Technologie maakt de wereld kleiner. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden te geven van de toenemende integratie van de wereld, zegt maar globalisering.
In een uitzending van Tegenlicht zei de burgemeester van Palermo, de stad op Sicilië waar veel migranten vanuit Afrika aankomen, dat vrij verkeer van personen wereldwijd de logische vervolgstap is op het vrije verkeer van goederen en geld. Iedere migrant van zijn stad kan burger van zijn stad worden.
Toch zit in de redenering iets vreemd. Mensen zijn immers geen dingen, die je in een container kan stappen, en ook geen kapitaal, dat met een paar muisklikken van bestemming kan veranderen. Het is iets heel anders om een Italiaanse barkruk of een Italiaan in huis te nemen. Geld in een Koreaanse firma beleggen is iets anders dan in Korea gaan wonen.
Politieke gemeenschappen zijn gebaseerd op een gevoel van verbondenheid. Zo’n gemeenschap is vaak ‘verbeeld’, zoals wordt gezegd. De band tussen de deelnemers is imaginair en arbitrair. Kijk maar naar de grillige of juist kaarsrechte lijn van grenzen. Zeeuws Vlaanderen is een stuk van Nederland. Maar het effect van die verbeelding is reëel. In Zeeuws Vlaanderen gelden andere regels dan in het Belgische deel van Vlaanderen.
Pogingen om politieke gemeenschappen te stichten die boven de (natie-)staat uitgaan zijn tot dusverre maar beperkt succesvol. Denk aan de Europese Unie of de Verenigde Naties. De nationale staat is nog steeds de dominante vorm van organisatie, ondanks de vele berichten van haar verval. Andere vormen van verbondenheid of politieke identiteit zijn minder sterk. Als het erop aankomt zijn er maar weinig wereldburgers.

Tribalisme


De versnelling van globalisering sinds de jaren negentig heeft ook tot een afwerende reactie geleid. De gehechtheid aan de eigen natiestaat of aan de status quo van dorp of wijk is een prominent politiek sentiment. Tribalisme lijkt eerder toe dan af te nemen. Heel veel Europeanen willen het fort bewaken en behouden. Nederland moet Nederland blijven, vindt ook de grootste regeringspartij. Een presidentskandidaat van een migratieland bij uitstek blijft campagne voeren tegen migranten. Er is weerstand en soms zelfs geweld tegen asielzoekers en andere migranten. Maar ook tegen vrijhandel en zelfs tegen toerisme. De vreemdeling, of dat nu een Somalische asielzoeker in Saksen is, een Britse feestvierder op de Wallen, een Poolse werknemer in Engeland of een Canadese handelaar in Wallonië, is minder gewenst.

Er is een spanning tussen het verlangen de wereld binnen te halen én buiten te houden. De uitkomsten van die spanning zijn selectief, niet consequent en soms zelfs in strijd met de hoogste principes die door de westerse staten worden beleden. Een andere optie dan de gespletenheid tussen die verschillende verlangens is er niet. Een wereldgemeenschap is een stap te ver. De gehechtheid opgeven aan de lokale gemeenschap leidt tot nog meer onzekerheid. Misschien is het over een paar eeuwen anders en beweegt iedereen zich dan in een grenzeloze wereld. Net als heel vroeger.

 

(Visited 524 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Voorbij Fort Europa, Henk van Houtum en Leo Lucassen & Achterblijven, Marli Huijer
Waardering
31star1star1stargraygray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.