Adam Khan was een voormalige Amerikaanse marinier, in dienst van de CIA. Hij sprak vloeiend Pashtun, een van de belangrijkste talen in Afghanistan. Gary Berntsen die de CIA-manschappen in Afghanistan zou leiden, wilde hem graag in zijn team, want in de inlichtingendienst waren er zeer weinigen met Khans kwalificaties. Maar hogergeplaatsten vonden dat Khan op het hoofdkantoor in Langley, Virginia onmisbaar was. Daar moest hij, aldus een boze Berntsen, ‘trouwaktes’ vertalen.
Het is een van de vele keren dat Berntsen gefrustreerd terugkijkt op zijn ervaringen. Maar aan de andere kant is hij zeer tevreden over de resultaten van de inspanningen van de CIA en de special forces in Afghanistan. Daarmee vormt het nog niet direct een afgewogen verhaal, maar het is wel een verslag van een betrokken insider.
Zijn missie in 2001 was de tweede keer dat Berntsen actief was in Afghanistan. Eerder ging hij daarheen na de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Tanzania. Maar de missie werd afgeblazen, voordat er enig tastbaar resultaat was.
Berntsen werd naar Zuid-Amerika uitgezonden, maar na 9/11 werd, onder andere vanwege zijn kennis van Farsi, weer ingeschakeld. Hij stelde een team samen, en vertrok naar Afghanistan.
Het verslag over de twee laatste maanden van het Taliban-regime sluit redelijk goed aan op de al bekende informatie. De CIA heeft al te gedetailleerde informatie over onder andere het omkopen van Afghaanse krijgsheren laten censureren, waardoor vele passages met zwarte strepen onleesbaar zijn gemaakt.
Zeer uitgesproken is Berntsen over het doel van de Amerikaanse operatie: zoveel mogelijk leden van Al Qaida en de Taliban doden. Hij heeft geen belangstelling voor het gevangen nemen van de tegenstander. Dat zijn halve maatregelen.
Gevangenen worden er toch gemaakt, en die komen onder andere terecht in het fort Qala-i Jangi bij Mazar-e Sharif. Door slechte bewaking wisten de gevangenen wapens te bemachtigen. Een CIA-agent kwam om het leven. De opstand wordt met zeer veel moeite en met zeer brute middelen onderdrukt.
Na de val van het Taliban-regime begint de jacht op Bin Laden pas goed. Berntsen smeekt de militairen om achthonderd Rangers in te zetten om de vluchtende Al Qaida leden in te sluiten. Maar dat gebeurt. In plaats daarvan worden minder betrouwbare Afghaanse troepen ingezet. Ondanks intensieve bombardementen weet Bin Laden te ontkomen.
Aan het einde van het boek maakt Berntsen de vergelijking tussen Afghanistan en Irak. In het eerste land hadden de Amerikanen zich verzekerd van de steun van een belangrijke interne macht, voor de aanvang van het conflict. In Irak stonden de Amerikanen er in feite alleen voor. Toch valt de taaiheid van het conflict in Afghanistan ook tegen en zorgen de drugshandel, de notoire onbetrouwbaarheid van de krijgsheren, de blijvende aanhang van de Taliban en de ondermijnende rol van Pakistan voor voldoende problemen.
Waardering:
Gary Berntsen en Ralph Pezzullo – Jawbreaker. De aanval op Bin Laden en Al Qaida: Het verslag van de CIA-bevelhebber in Afghanistan
Geen reacties