Uit overtuiging. Vrouwen en terrorisme, Mia Bloom

september 11, 2016

bloomIn september 2016 werden in Frankrijk vier vrouwen aangehouden op verdenking van het voorbereiden van terroristische aanslagen.  Ze wilden een auto gevuld met gasflessen in brand steken, waardoor die moesten ontploffen. Voordat ze dit plan tot uitvoering konden brengen, werden zij gearresteerd. Het was de eerste keer dat vrouwelijke terroristen met banden met Islamitische Staat in Europa werden opgepakt.
Rond het onderwerp vrouwen en terrorisme hangt een zweem van romantiek. En een mysterie want hoe kunnen vrouwen zich te buiten gaan aan dergelijke grove gewelddadigheden? Dit past niet bij het traditionele, toch nog steeds wel heersende beeld van de vrouw.
Om een antwoord te krijgen heb ik me verdiept in het al wat oudere boek Uit overtuiging van de Amerikaanse onderzoekster Mia Bloom, bijzonder hoogleraar internationale studies en vrouwenstudies aan Penn State University en ook verbonden aan het International Center voor the study of terrorism.  Voor dit boek deed zij onderzoek in onder andere Sri Lanka, Indonesië, Israël en de Palestijnse gebieden, Irak en België zoals bekend al vijftien jaar een broeinest van terrorisme in West-Europa.

Vrouwen in terroristische organisaties kunnen allerlei rollen vervullen zoals fondsenwerver, koerier, bekeerder en organisator. Misschien meer in het algemeen ook als supporter van de mannen, een rol die weinig aandacht krijgt in dit boek. Zoals gezegd wordt houden vrouwen van strijders. Maar in sommige gevallen zijn vrouwen zelf de dader.
Volgens het boek werden tussen 1985 en 2008 een kwart van alle aanslagen door vrouwen gepleegd.  Bloom beschrijft uitgebreid hoe een aantal terroristes tot hun daden is gekomen. Uiteindelijk concludeert ze dat er vijf belangrijke motieven zijn. Die kunnen uiteraard ook door elkaar heen spelen. Het gaat om wraak, verlossing, relatie, respect en verkrachting. Het motief wraak komt bijvoorbeeld voor bij de Zwarte Weduwen uit Tsjetsjenië,  die hun overleden echtgenoot, broer of vader wreken. Verlossing is het motief om misstappen en zonden weg te spoelen door geweld. Relaties zijn volgens Bloom een van de belangrijkste aanwijzingen. Veel vrouwen hadden man of een familielid die al betrokken was bij een terroristische organisatie. Dat gold ook zeker voor een van de vrouwen die in 2016 in Frankrijk werden gearresteerd.
Respect is het streven naar erkenning en hangt samen met de heldenrol die aan terroristische strijders wordt gegeven in bijvoorbeeld de Palestijnse gebieden of destijds in Sri Lanka.  Er worden posters gedrukt van de martelaren, ze worden geroemd door hun leiders en in een geval werd zelfs een padvindstersclub naar een ‘martelares’ genoemd.
Deze motieven kunnen allemaal in meer of mindere mate voor mannen gelden maar het relatie-motief lijkt voor vrouwen sterker te zijn.
Het vijfde motief, verkrachting, is nog specifieker voor vrouwen. In het boek staan tal van schrijnende voorbeelden hoe verkrachting tot deelname aan een terroristische organisatie kan aanzetten. Soms is seksueel geweld een wapen van bezettende militaire machten, dat tot radicalisering van de slachtoffers ervan leidt. Maar soms zijn het ook de terroristische organisaties zelf die vrouwen laten verleiden en verkrachten en vervolgens zeggen dat de enige uitweg uit deze schande deelname aan de heilige strijd is. Opvallend genoeg zijn soms vrouwen betrokken bij deze sinistere opzet.
Ook in terrorisme zijn mannen en vrouwen niet gelijk.  Dat bewijst het boek zelf ook. De motieven van vrouwen moeten blijkbaar onafhankelijk van die van mannen worden beschreven en eigenlijk mist te vaak de vergelijking. Daardoor weten we ook niet precies of al deze motieven en omstandigheden op mannen of vrouwen een heel andere effect hebben. Het onuitgesproken uitgangspunt is dat terrorisme van vrouwen iets heel anders is en dat wordt dan vervolgens vooral impliciet aangetoond.
Het gevolg van de benadering door Bloom is dat de terroristische vrouwen een beetje als slachtoffer worden geportretteerd en soms zelfs als helden. Dit is vooral het geval in het stuk over Noord-Ierland waar de standvastigheid, de humor en de mentale weerbaarheid van een IRA-terroriste kleurrijk wordt beschreven.

Bijna lachwekkend is het als Bloom de verhouding met het feminisme beschrijft. “De betrokkenheid van vrouwen bij terroristische groeperingen heeft uiteindelijk niet bijgedragen aan het gelijk trekken van de verhoudingen tussen de seksen,” schrijft ze. Was dat de verwachting? Er schijnen dus mensen te zijn die dat dachten. Het ligt meer voor de hand te denken dat de positie van vrouwen in dit soort organisaties een afspiegeling is van die in de rest van de maatschappij.  Dan is het niet zo verwonderlijk dat vrouwen amper een leidinggevende rol hebben in dit soort organisaties in landen als Irak, ook al zijn er fanatieke jihadistes.
Er is wel veel discussie over de rol van vrouwen in de jihad. Mogen ze daar wel of niet aan deelnemen? Of alleen als het niet anders kan? Interessant is dat de leiding van Al Qaida deelname afwees, terwijl juist van buiten Al Qaida door diverse geestelijken de opvatting werd verkondigd dat het wel mocht. Maar emancipatie via jihad blijft toch onwaarschijnlijk. 

Ondanks de bezwaren die tegen het boek in te brengen zijn, biedt het toch interessante inzichten, onder andere via het grote aantal persoonlijke verhalen en de stukken over onderbelichte terreinen als het jihadisme in Indonesië en de strijd in Sri Lanka.

 

(Visited 317 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
Uit overtuiging. Vrouwen en terrorisme, Mia Bloom
Waardering
31star1star1stargraygray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.