De zieners – Guido van Hengel

mei 30, 2018

Een ‘nieuwe mens’ en een ‘nieuwe taal’. Die waren nodig volgens de zieners Frederik van Eeden en Erich Gutkind in het boekje Wereldverovering door heldenliefde. Het verscheen in 1912 voor het eerst. Van Eeden pleitte daarin voor een ‘wereldrijksdag’. Die intellectuele voorhoede zou de wereld redden.
Het nu grotendeels vergeten boekje – later uitgegeven als De geestelijke verovering der wereld – was volgens Van Eeden van groot belang voor de komende generaties. Het was een utopisch geschrift met grote pretenties en een verlangen naar heroïsche strijd.

Wereldverbeteraars

In het boek De zieners is dat pamflet maar een van de uitingen van een los-vast-groepje wereldverbeteraars, idealisten, kunstenaars en filosofen die elkaar inspireerden en soms ook met elkaar overhoop lagen. In het centrum van het boek staan de Nederlandse schrijver en utopist Van Eeden, de Duits-Joodse filosoof Gutkind en de Slavische mystiek denker Dimitrije Mitrinović: denkers uit drie verschillende landen en met verschillende religieuze achtergronden. Daaromheen cirkelden mensen als de kunstenaar Kandinsky, de filosoof Martin Buber en de politicus Walther Rathenau. Allemaal hielden ze zich bezig met de ‘redding van de moderne mens’ en de ordening van het nieuwe Europa.
Hun ideeën vlogen allerlei kanten op: conservatief, socialistisch, soms ook met dubieuze trekjes over oorlog en ras. Er waren vertakkingen naar de praktische politiek, maar ook naar naar meer spirituele benaderingen als theosofie. De snelle technologische en economische ontwikkelingen probeerden ze in evenwicht te brengen met geestelijke waarden.

Wereldoorlog

Onder leiding van Van Eeden kwam de Forte-Kreis tot stand, een netwerk van intellectuelen uit diverse Europese landen. En dat was niet zomaar een groepje min of meer gelijkgestemden, maar moest een vertegenwoordiging van de wereld vormen. In hun verscheidenheid vormden ze een eenheid. In juni 1914 hielden ze een bijeenkomst in Potsdam.
De Eerste Wereldoorlog deed de groep echter uiteenvallen. De Kreis was dus maar een kortstondig moment van eenheid. Toch was het van groot belang voor de deelnemers, schrijft Van Hengel.

Pan-Mensheid

In het latere deel van het boek staat vooral Mitronović in het middelpunt. Vanuit Londen bestookte hij de wereld met allerlei ideeën en wist een zekere aanhang te verwerven. Zijn ideeën zijn lastig samen te vatten, omdat ze een mengeling van mystiek en politiek vormen. Het ging bijvoorbeeld over de Pan-Mensheid en andere opvattingen waarbij de mensheid als een organisme werd gezien.
Dat doet denken aan de ideeën van Oswald Spengler, met zijn organistische ideeën over culturen en zijn onheilszwangere Ondergang van het Avondland. Hij is in dit boek een schim op de achtergrond. Van Hengel opent zijn boek zelfs met een scène met Spengler, terwijl die geen hoofdpersoon is.

Waar Spengler een vrij duidelijk systeem bouwde, is dat met Mitronović minder het geval.  Hij kwam uiteindelijk uit bij het personalisme. Ook dat was weer een idee dat niet makkelijk te volgen was. De persoon moest centraal staan, maar er waren ook communautaire strekkingen aan verbonden. Alleen in kleine gemeenschappen kan de wereld vernieuwd worden. Het was wel interessant geweest als Van Hengel de doorgaande invloed van het personalisme, dat zeker tot de jaren vijftig in Nederland populair was, nog had beschreven.  

Cultuurpessimisme

Dit boek doet wel denken aan Oorlogsenthousiasme, waarin Ewoud Kieft de opmars naar de Eerste Wereldoorlog beschreef vanuit het perspectief van denkers en schrijvers. Dat was een impressionistische schildering met afzonderlijke scènes, een mozaïek. Van Hengel probeert met de focus op drie personen meer lijn in zijn verhaal te brengen. Dat lukt gedeeltelijk, omdat soms niet  duidelijk is waarom deze personen veel en andere minder aandacht krijgen.
Van Hengel trekt directe lijnen naar het heden, omdat cultuurpessimisme nu weer in trek is. En ook deze zieners hadden soms zeer onheilspellende vooruitzichten. Met een aantal van de kwesties die deze mannen (en een enkele vrouw) bezig hielden worstelen (sommige) mensen nu nog. Maar storend is dat Van Hengel soms de vergelijking met het heden wel erg plat maakt. Bijvoorbeeld om te vertellen dat in 1914, in een tijd zonder Skype, het contact met India trager verliep. 

Hij beschrijft Van Eeden en zijn geestverwanten als voorstanders van ‘kleine utopieën’ en ook daar ligt een link met het heden. Nu pleiten bijvoorbeeld Rutger Bregman en Hans Achterhuis voor een terugkeer van de utopie in mini-vorm. Met veel mini-utopieën liep het niet goed af, maar de nog steeds bestaande Internationale School voor Wijsbegeerte is een opvolger van de door Van Eeden opgerichte Academie voor Hogere Wijsheid.

De zieners werpt licht op een bijzondere en kleurrijke groep denkers en geeft een mooi beeld van een tijd en een continent in verwarring.  

 

(Visited 371 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
de Zieners - Toekomstvisioenen uit een verloren Europa - Guido van Hengel - Ambo/Anthos
Waardering
41star1star1star1stargray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.