Al bijna mijn hele lezende leven heb ik boeken van Friedrich Nietzsche. De fascinatie met de filosoof met de hamer begon al jong en was een familiekwestie. Ook een guilty pleasure, misschien, gezien zijn dubieuze interpretatie.
Zijn boeken waren lastig door te komen, maar de aforismen maken ze geschikt om in te grasduinen. Onlangs las ik Aldus sprak Zarathoestra eindelijk in zijn geheel. Ik kreeg dit exemplaar, in de oude vertaling, van mijn vader toen ik in 1986 van Groningen naar Amsterdam verhuisde. Het begin van het verhaal, waarin Zarathoestra van zijn berg afdaalt naar de stad om zijn levenslessen te verkondigen, had ik vaak gelezen, maar na een aantal pagina’s was ik steeds afgehaakt.
En dat was jammer. Want het boek als geheel was een prachtige ervaring. En juist ook in deze vertaling. De taal van de jaren dertig past goed bij de Bijbelse, profetische vertelling. En het is echt een verhaal, vol gebeurtenissen en merkwaardige personages, Zarathoestra voorop. Ook dwazen, sprekende dieren, discipelen, de ‘laatste’ en de ‘lelijkste mens’ en de laatste paus komen er in voor. En de oude vrouw die riep: als je naar de vrouwen gaat, vergeet de zweep dan niet.
Illusies
Het lezen van Aldus sprak wekte de vraag naar meer kennis over Nietzsche. Ik kwam uit bij de biografie van Sue Prideaux, Ik ben dynamiet, die ik in het Engelstalige origineel las. Het is een boek vol prachtige beschrijvingen, merkwaardige personages, – Friedrich Nietzsche voorop – maar ook Richard en Cosima Wagner, de norse professor Jakob Burkhadt en uiteraard Lou Salome komen er in voor. Zij was het die hem met vriend Paul Ree voor een karretje spande en zij met de zweep erop.
Het leven van Nietzsche en zijn denken hangen nauw samen. Een systeem liet hij niet na, schrijft Paul van Tongeren in zijn inleidend werkje over de Duitse filosoof, dat ik ook tot me nam. Dat hij zijn gedachten vaak in aforismen neerpende en niet in lopende betogen, had alles te maken met zijn slechte gezondheid en abominabele zicht. Hij kon vaak nauwelijks lezen en schrijven. En zichzelf tegenspreken was een tweede aard geworden. Zijn vroegere boeken voorzag hij later zelf van een kritisch voorwoord.
Nietzsche was het die haarscherp ontleedde dat mensen in illusies, van astrologie, religie en filosofie, moeten geloven. Zonder dat kunnen ze niet leven. Maar die systemen hebben de mensen vastgelegd, bang gemaakt voor zaken die ze zelf verzonnen. Yuval Harari is een van de denkers die ons er de laatste tijd aan herinnerden dat veel zaken waar we in geloven niet meer dan mythes zijn.
Misschien
Nietzsche is de filosoof van het misschien, die weigerde oude, verdwenen zekerheden – zoals die overleden God – te vervangen door nieuwe (schijn)zekerheden. Hij zag de kaalheid van het bestaan onder ogen. Hij bekijkt onderzoekend het idee van waarheid, het idee van deugd, de idealen, zelfs van de wetenschap en de wiskunde (omdat geen twee zaken precies gelijk zijn, is rekenkunde een vervalsing. Maar wiskunde was dan ook zijn zwakste vak.)
Hoe kunnen we betekenis en waarde vinden in een onzeker universum, waarin het ideale noch het goddelijke bestaat? Dat is de cruciale vraag van zijn filosofie volgens Prideaux. Nietzsche stelt meer vragen dan dat hij antwoorden geeft, stelt Van Tongeren. Er is geen evolutie van goed naar slecht, geen deugdzame ontwikkeling. En daar moet je dan mee doen.
Hij was tegen alle systemen, wat nog steeds de systeemdenkers van links en rechts verontrust en ergert. Hij was ook sterk bezig met de toekomst, met toekomstmuziek (van Wagner), en een voorspel voor de filosofie van de toekomst, zoals de ondertitel van een van zijn boeken luidt. En volgens velen zijn delen van die toekomst die hij voorzag, gekomen. Het was Francis Fukuyama die de laatste mens zag in de huidige mentaliteit.
Zus als kwade genius
Nietzsche is ook de filosoof die op allerlei manieren kan worden uitgelegd. Zijn zus Elizabeth, die zich over zijn archief ontfermde, was daar mede de oorzaak van. Zij is de kwade genius in het boek van Prideaux, steeds bezig om Nietzsche voor haar antisemitische karretje te spannen. Dat lukte pas toen hij zelf krankzinnig was. Maar vaag uitgewerkte ideeën over de übermensch en de wil tot macht gaven daar ook aanleiding toe.
Zijn afkeer van gelijkheid en van feminisme is nog steeds een bron van ongemak. Maar zijn individualisme is dan weer te waarderen.
Zijn ideeën zijn nog steeds de bron voor veel vragen, die misschien niet beantwoord kunnen worden, maar die gesteld moeten worden.
Slimme dieren
Ik citeer een fragment, uit het boekje van Van Tongeren uit Waarheid en leugen:
In een of ander afgelegen hoekje van het in talloze zonnestelsels fonkelend uitgestrooide heelal, was er eens een ster waarop slimme dieren leefden die het kennen uitvonden. Het was de meest hoogmoedige en de meest leugenachtige minuut van de ‘wereldgeschiedenis’; maar het was dan ook slechts een minuutje. Na een paar ademtochten van de natuur stolde de ster en de slimme dieren moesten sterven.
Zo relativerend, zo scherp, bijna vilein en zo doeltreffend. Terwijl velen denken dat de mens het beste is wat de natuur heeft voortgebracht, vooral door dat kennen, wordt dat geloof hier in een zin weggevaagd.
Het zijn vaak onaangename, ongemakkelijke inzichten waarmee Nietzsche ons confronteert. Er zit speelsheid in, een ironisch vermaak. Maar je kunt er gek van worden.
2 reacties
Friedrich Nietzsche en de slimme dieren – Friedrich Nietzsche
Beste Addie,
Met plezier je korte relaas over een oude (en bestendige) liefde voor Nietzsche gelezen.
Met hartelijke groet,
Stephan Peters
(www.friedrichnietzsche.nl)