Pauw en Witteman zijn er geweest, de NOS, NRC Handelsblad maar ook de Viva en de Libelle. Bijna ieder medium heeft in de vier jaar dat Nederlandse militairen in de Afghaanse provincie Uruzgan actief waren, wel een embedded journalist daar heen gestuurd. Embedded moet je bijna letterlijk nemen. Journalisten krijgen van de militairen reis, logies en onderkomen en kunnen ‘van binnenuit’ verslag doen.
Dat deed ook journalist Joeri Boom, voor onder andere De Groene Amsterdammer en Algemeen Dagblad. Maar hij was er niet tevreden over. Hij schreef de frustratie van zich af in een stevig en vlot geschreven boek.
Daarin doet hij nog een keer verslag van zijn reizen naar Uruzgan. Hij beschrijft zijn eigen twijfels, zijn fascinatie voor het krijgsbedrijf, zijn gedachten over wat hij aan het doen is, zelfs zijn huiselijke beslommeringen. Op een pagina kan de lezer negentien keer het woord ‘ik’ of een afgeleide daarvan lezen. Strikt genomen gaat dit boek dan ook niet over Afghanistan, niet over Uruzgan, niet over de Nederlandse missie in Uruzgan, niet over de journalistiek over de Nederlandse missie in Uruzgan, maar over Joeri Boom in en om Uruzgan.
De praktijk van het embedded meenemen van journalisten hebben de Nederlandse militairen van de Amerikanen overgenomen. Deze manier van werken werd ingevoerd na de eerste Golfoorlog, toen journalisten alleen ver achter de frontlinie of met groot persoonlijk risico verslag konden doen van de strijd.
De Nederlandse defensie ging er tijdens de missie in Uruzgan voorzichtig mee om. Journalisten werden geacht hun werk van te voren te laten lezen. Gegevens die voor de ‘operationele veiligheid’ van belang waren, wilde Defensie niet vermeld zien.
Boom ergerde zich in hoge mate aan. Sterker nog, hij raakte in gewetensnood. Zijn bezwaar is dat Defensie de berichtgeving teveel heeft gemanipuleerd. Het voorleggen van stukken aan een voorlichter van Defensie is niets minder dan censuur. “En censuur hoort niet thuis in een democratische samenleving waarvan persvrijheid een belangrijke pijler vormt.”
Dat zijn grote woorden. Boom gebruikt ze gemakkelijk. Hij ging niet als verslaggever maar als het geweten van de journalistiek en de hoeder van de democratie naar Uruzgan.
Natuurlijk heeft hij deels gelijk met zijn opmerkingen. Hij geeft een aantal sterke voorbeelden van de spin die Defensie aan bepaalde incidenten probeerde te geven. En het is zonneklaar dat deze vorm van verslaggeving beperkingen heeft, vooral omdat het beeld van maar één van de strijdende partijen komt. De vraag is in hoeverre die beperkingen weg genomen kunnen worden. De Amerikanen zijn bijvoorbeeld minder argwanend tegenover journalisten en vragen er niet om stukken van te voren te laten lezen.
Maar kritiek op deze praktijk is in de eerste plaats kritiek op de media. Die hadden meer inspanningen kunnen verrichten om op eigen houtje verslag te doen. Het is nota bene een voorlichter van Defensie die dat in dit boek voorstelt.
De meeste media waren trouwens niet echt in Afghanistan geïnteresseerd, maar in het wel en wel van ‘onze jongens en meisjes’, een perfect valide onderwerp. Daarvoor voldoet deze manier van werken uitstekend.
Volgens Boom ‘worden door embedded verslaggeving twee principes van de Nederlandse journalistiek geschonden. Het is niet onafhankelijk en er is geen wederhoor. Maar die kritiek van Boom is overdreven. Wederhoor is vaker onmogelijk en onafhankelijkheid kan je op veel manieren opvatten. Wel is het van belang dat journalisten en mediaconsumenten zich bewust zijn van de beperkingen.
Boom maakt handig gebruik van contacten die hij als embedded journalist legt om later op eigen houtje in Uruzgan verslag te doen. Daarmee levert hij zelf het bewijs dat er wel degelijk mogelijkheden voor embedded journalisten waren om een andere kant te horen.
Ook niet-embedded is hij onderworpen aan beperkingen, bijvoorbeeld vanwege de onveiligheid. In feite kwam het neer op embedden bij een Afghaan in Uruzgan. Die reis levert wel een van de interessantste hoofdstukken van het boek op. En bijna terloopse lof voor de Nederlandse aanpak in de Afghaanse provincie.
Waardering:
Joeri Boom, Als een nacht met duizend sterren. Oorlogsjournalistiek in Uruzgan. (2010)
4 reacties
videoverslag ?
Is dit onderwerp nou net niet leuk oor een video verslag
misschien met wederhoor van Joeri boom ?
of heb je al weer iets anders op stapel?
mmm, was wel aardig idee geweest. nu bezig met Obama’s wars van Woodward en Pakistan, een bundel van Granta.
soms denk ik: ik ga een boek schrijven. Dan lees ik Boekenstrijd en denk ik: ik durf niet, want dan gaat Addie het recenseren. Dit is zo’n recensie die op een bepaalde manier vernietigend is door een paar kleine beleefde kanttekeningen, terwijl het boek op zich als best aardig wordt gerecenseerd. Maar die paar kanttekeningen… Dus ik schrijf voorlopig geen boek.
Mooi recensiewerk Addie!
He, de recensies zijn niet bedoeld om mensen te weerhouden van het schrijven van boeken. Meer een aanmoediging om goede boeken te schrijven…