Bidden om regen – Wojciech Jagielski

maart 2, 2008

biddenomregenNederland en de andere Navo-landen hebben het moeilijk in Afghanistan. Gevechten met de Taliban maken alles wat op wederopbouw lijkt lastig. Als er niet gevochten wordt, is de omgang met de verschillende stammen niet eenvoudig. Dan is er nog de opiumteelt en hebben de westerse bondgenoten onderling en met de Afghaanse regering verschil van mening over de beste strategie om de hearts and minds van de bevolking te winnen, dan wel de opstandelingen te verslaan. Om de kwestie te verergeren wordt een Afghaanse journalist die een artikel heeft gedownload over vrouwenrechten ter dood veroordeeld. Niet erg motiverend om voor zo’n regering en bestuur letterlijk je nek uit te steken.
De complexiteit van Afghanistan is een belangrijk thema in Bidden om Regen van de Poolse journalist Wojciech Jagielski. Het beschrijft, in meer literaire dan journalistieke bewoordingen, de strijd tegen buitenlanders en tegen elkaar in de jaren tachtig en negentig. Een van zijn lessen is dat buitenlanders het altijd moeilijk zullen hebben in dit bergachtige land. Om de Engelsen uit de negentiende eeuw te citeren: “De vijandige stammen beschieten je dag en nacht, de vriendelijke alleen ‘s nachts.”

 

De grote held in dit boek is Ahmad Shaj Massoed, de leider van de Tadjieken tijdens de strijd tegen de Sovjets en de daaropvolgende jaren. Daarbij liet hij zich niet leiden door Pakistaanse en Amerikaanse belangen, zoals andere opstandelingen. Hij was de eerste van de moejahedien die Kaboel binnentrok toen de door de Sovjets gesteunde regering van Nadijboellah de strijd had verloren. Hij riep niet zichzelf tot heerser uit, maar schoof een ander naar voren. Jagielski is echter niet verblind door het charisma van Massoed, die ook als bestuurder het karakter van een samenzweerder hield.
Na de val van het Sovjet-regime bleven de krijgsheren elkaar bevechten. De buurlanden mengden zich er in. De whisky-minnende Oezbeek Dostoem nam tegelijkertijd geld aan van Pakistan om tegen Massoed te vechten en van Iran om dat niet te doen. Andere inkomstenbronnen waren grootschalige smokkel, zowel van gewone handelswaar als van drugs.

Pas de Taliban, de religieuze studenten, waren in staat een soort eenheid op te leggen. De ‘heilige mannen’ hoefden maar zelden te vechten, schrijft Jagielski. Kaboel werd plotseling overheerst door mensen die nooit een grote stad hadden gezien. Nadijboellah werd vermoord, aan een lantaarnpaal opgehangen, sigaretten en bankbiljetten werden in zijn neus, mond en zakken gepropt. De ‘waarheidszoekers’ vaardigden een reeks verboden uit, van dans, muziek, gokken, feesten tot het vliegeren en houden van zangvogels. Haargroei van mannen en kleding van vrouwen werd voorwerp van strikte voorschriften. Vrouwen werd bijna verboden te leven. Alleen sport was niet verboden. Maar het olympisch stadion werd ook het podium voor bloederige executies waarvoor het publiek desnoods met stokslagen bijeen werd gebracht. Dit was echt wraak, waarbij familieleden van het slachtoffer het vonnis mochten uitvoeren.
Later werd Massoed de voornaamste interne tegenstander van de Taliban, tot hij op de omnieuze datum van 9 september 2001 werd vermoord, door Belgische Noord-Afrikanen. De theorie daarachter is dat Al Qaida daarmee al vast een potentiële helper van de Amerikanen uit de weg kon ruimen.
Afghanistan is niet zomaar een ander land, het is een andere wereld, existeert in een andere tijd. En dat is niet zomaar te doorgronden voor buitenstaanders. In de laatste pagina’s van het boek beschrijft hij de omslag een paar jaar na de val van de Taliban. De Amerikanen behandelen de Afghanen als potentiële bedreiging, zelfs jongetjes met speelgoedwapens worden als gevaar gezien. Hij haalt een Afghaans gezegde aan: “zie in mij je vijand en al spoedig word ik die.”
Het geduld van de lezer wordt wel enigszins op de proef gesteld door de omslachtige vertelstijl. Jagielski noemt bijna nooit jaartallen in de tekst en zijn bijna poetische beschrijvingen zijn fraai, maar bieden weinig houvast voor de lezer. Voor de echte Afghanistan-fan echter een genot.

Waardering:  3half-sterren

Wojciech Jagielski, Bidden om regen. Reportages uit Afghanistan.

(Visited 154 times, 2 visits today)

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.