Korte inhoud: Twee boeken over het leven van militairen na hun missie in Afghanistan. Ze wijzen beide op de problemen na terugkeer in de ‘normale’ maatschappij na de heftige ervaringen in een gebied waar Nederland officieel niet in oorlog was, maar de spanning groot was. Ook de confrontatie met de Afghaanse manier van leven draagt bij aan de afstand tussen ‘hier’en ‘daar’, die moeilijk te overbruggen is.
‘Uruzgan’ is nog niet voorbij. De grote militaire missie in de zuidelijke provincie van Afghanistan heeft al een boekenplankje opgeleverd met producties van Nederlandse journalisten en militairen. En al is de Nederlandse missie in 2010 beëindigd, de publicaties gaan door.
Want de oorlog woedt nog door, tenminste in de hoofden van militairen.
Oorlog in mijn kop gaat over hoe één militair de nasleep ervaart. Het is een persoonlijk en indringend boekje (170 paginas’) over de omgang met de oorlog, en met een totaal andere cultuur.
Niels Veldhuizen heeft vijf maanden in Afghanistan gediend als militair verpleegkundige. Hij was gestationeerd op Camp Hadrian bij Deh Rawhod, het kleinere van de twee Nederlandse kampen in de provincie.
Veldhuizen gaat met een zeker idealisme naar Afghanistan. Hij wil mensen helpen, niet alleen zijn collega’s, maar ook de Afghanen. Maar vooral dat laatste gaat niet zo eenvoudig en vaak helemaal niet. Hij vertelt hoe hij een jongetje dat gewond raakt na het spelen met een explosief iedere dag een nieuw verband geeft. Maar de vader van het joch denkt dat zijn zoontje toch geen toekomst heeft en stuurt hem ‘de bergen in’.
Als zijn pantservoertuig op een bermbom rijdt komt het leven van Veldhuizen direct in gevaar. Er komt niemand om het leven bij de aanslag, maar hij herbeleeft het moment keer op keer.
In het boek weeft Veldhuizen zijn latere ervaringen, met zijn gezin en met zijn therapeuten, door het verhaal over zijn tijd in Afghanistan. Van een flierefluiter is hij veranderd in een onder hoogspanning staande brok latente agressie. Het gaat nooit echt mis, maar het scheelt soms niet veel. Als onderdeel van zijn therapie schrijft hij dit boek, maar op de laatste pagina verklaart hij zich zelf niet genezen.
Veldhuizen krijgt de diagnose PTSS: posttraumatische stressstoornis.
In de Eerste Wereldoorlog werd de geestelijke schade die oorlog aanricht voor het eerst schoorvoetend als ziekte aanvaard. Honderd jaar later rust er in zekere zin nog een taboe op het verschijnsel, zeker vergeleken met fysieke aandoeningen van veteranen.
Veldhuizen heeft de spanning in zijn hoofd goed op papier weten over te brengen. Het is geen literair meesterwerk, maar een korte, harde en confronterende impressie.
De titel ‘Leven na Uruzgan’ maakt direct duidelijk waar dit boek van Niels Roelen over gaat. Het volgt op het hier positief besproken ‘Soldaat in Uruzgan ’, een licht-fictioneel verslag van de ervaringen van kapitein Vik de Wildt in Afghanistan. (Een citaat uit de bespreking staat zelfs op de achterflap.)
Weer zit de schrijver dicht op de huid van de hoofdpersoon, die bij terugkeer in Nederland maar moeilijk kan aarden. Zijn relatie met zijn vrouw staat onder druk, maar ook met de militaire leiding botert het niet. De Wildt heeft het sterke gevoel iets unieks te hebben meegemaakt, dat een zinvolle verhouding met de thuisblijvers bijna onmogelijk maakt. Hij zoekt steun bij en geeft steun aan zijn voormalige kameraden en bij nieuwe vriendinnen. Alleen bij een langdurige oefening in de kou van Noorwegen lijkt hij zich weer min of meer te verzoenen met zijn bestaan.
Roelen beschrijft alles zeer gedetailleerd, van het inpakken van een rugzak tot de sekscenes van de vreemdgaande Vik. Soms maakt dat het verhaal traag. Dat de beroepsmilitair na een wild avondje stappen een nacht lang voor pampus in een Amsterdams parkje ligt, is een kleurrijk detail, maar komt toch wat ongeloofwaardig over.
De Wildt zoekt spanning, maar het leven na Uruzgan is minder spannend dan het leven van een soldaat in Uruzgan en dat merkt de lezer ook.
Er heerst wel een onderhuidse dreiging, die af en tot uitbarsting komt, maar er is geen opgelegd plot of climax. En hoe het afloopt, is onduidelijk, al geeft de cover een duidelijke hint.
3 reacties
1-0 voor Niels, Niels Veldhuizen dan
Juist in het gebrek aan een plot en climax gaat veel duidelijkheid schuil. Een duidelijkheid die ook een topsporter ontdekt na zijn carrière: ‘een zwart gat.’
hoogmoed komt ook na Uruzgan
Misschien toch wat teveel geleund op het vorige “succes”. Niet iedereen zal gecharmeerd zijn van het zoveelste fictieverhaal over militairen die kennelijk 9 van de 10 keer, compleet ontspoord thuiskomen. De militairen die ook gevochten hebben maar die hierna gewoon functioneren schrijven waarschijnlijk geen boek. Wie schrijft dan zo’n boek en voor wie is dan de vraag.
Toevallig heb ik erg genoten van dit boek, heel literair is het misschien niet maar zeker wel een heel mooi geschreven boek. Ik denk dat zulke boeken ook zeker van betekenis zijn, ze romantiseren het leven van een soldaat niet.