Over de missie naar Uruzgan is inmiddels een bescheiden boekenplankje verschenen. Daarmee komt de lat voor ieder nieuw te verschijnen werk automatisch hoger te liggen. We weten meer en veel kanten van de zaak zijn al op een of andere manier belicht.
Journalist Jaus Müller van NRC Handelsblad koos er voor om veteranen aan het woord te laten. Het idee is dat zij, na hun loopbaan bij Defensie te hebben beëindigd, ze vrijuit kunnen praten. Dit moet een ‘zo eerlijk mogelijk’ beeld opleveren. “De getuigenissen van de militairen zelf komen het dichtst bij de waarheid.” Toch levert deze formule niet automatisch een goed boek op.
Zo rammelt de inleiding nogal. Müller lijkt de Taliban en Al Qaida door elkaar te halen, waar hij spreekt over de Taliban als onderdeel van het internationaal terrorisme die uit ‘hun veilige haven Afghanistan gehaald’moesten worden en Osama Bin Laden onder de ‘Talibankopstukken’ schaart. Een aantal landen in de regio erkende het Talibanregime, schrijft hij. Dat klopt, het waren er drie.
De gesprekken met de veteranen verlopen niet altijd even soepel. Ze werken wel mee, maar het is de vraag of Müller er voldoende tijd in heeft gestoken. Het was al lastig om hen aan het praten te krijgen en Müller maakt ons iets te veel deelgenoot van de problemen die hij daarbij had. Voor een stuk in de krant is de opbrengst voldoende, maar in een boek verwacht je meer diepgang. Müller heeft soms de neiging om dat hiaat op te vullen met zijn eigen ervaringen en met mooischrijverij, maar daarvoor is zijn pen niet goed genoeg.
Tot zover de vorm, over naar de inhoud. De veteranen die Müller aan het woord laat zijn mannen en vrouwen in de twintig. Het leger trok vanwege de spanning en het avontuur. Ze leggen in hun verhalen de nadruk op het vechten en niet op het wederopbouwwerk, waar de autoriteiten graag veel belang aan hechten.
Voor sommigen is de spanning te veel. Richard Paats vertelt dat hij na het zoveelste ‘contact’ niet meer naar buiten durfde. “Ik wilde alleen nog naar huis.” Zelfs op de schietbaan durfde hij niet de geschutskoepel in te gaan. Hij werd naar Nederland gestuurd, met een fors trauma. Defensie liet hem geruisloos gaan. Het roept de vraag op hoe vaak dat gebeurt.
Een ex-militair noemt alles wat hij heeft meegemaakt ‘apart’. Bermbom, ‘apart’, hinderlaag ook ‘apart’. Hij spreekt over de angst en de agressie. Oorlog is niet goed voor je, dat blijkt maar weer. Maar twee veteranen keren wel terug in het leger. Het trekt blijkbaar.
Frustratie is er over het gebrek aan belangstelling voor het vechten, of misschien beter, aan de houding van Defensie om dat buiten beeld te houden. Later is dat iets bijgesteld. Er werd een filmpje vrijgegeven van een vrij heftig vuurgevecht.
Dit boek biedt al met al een wisselend beeld. De ervaringen van de veteranen zijn fascinerend. Müller wil hen een podium geven. Maar door die sterk te mengen met zijn eigen ervaringen tijdens zijn bezoeken aan Afghanistan als journalist lijkt hij zelf ook op dat podium te willen staan. Dat wringt.
Waardering:
Jaus Müller, Op missie. De Uruzgan-veteranen: Het avontuur, de angst en de thuiskomst. (2009)
Geen reacties