Korte inhoud: Deze geschiedenis van de Europese integratie na de Tweede Wereldoorlog, met veel aandacht voor Nederland, werkt vooral ontnuchterend. Matthieu Segers wil de illusies rond dit project speelden en spelen opheffen en de kennis over de Europese integratie vergroten.
Stelling van het boek: We moeten aanvaarden dat de Europese integratie niet rechtlijnig is en niet rationeel te begrijpen. Maar ook voor Nederland is Europa onmisbaar.
Stijl: fraai, scherp, beeldend, analytisch, af en toe retorisch,.
Geschikt voor: een redelijk breed in Europa geïnteresseerd publiek.
Valt de Europese integratie nog te begrijpen en uit te leggen? Die monsterlijke vraag sluimert in feite al jaren, maar steekt de kop weer op nu de Europese verkiezingen naderden en de eurocrisis van de voorpagina’s is verdwenen.
Historicus Matthieu Segers doet een poging, en het in geen geval een euforische opsomming van Europese prestaties geworden.
“De Europese integratie mag dan een rationeel markt- en muntproject lijken, in werkelijkheid is zij vooral een resultaat van politiek trekken en duwen,” schrijft hij aan het begin van het boek Waagstuk Europa. Rationeel en economisch wordt hier tegenover politiek gezet. Of politiek even goed rationeel kan zijn, en of de economische en financiële kant niet zijn irrationale kanten heeft is een vraag die nog even in de lucht blijft hangen.
Maar de toon is gezet. De spanning tussen ratio en romantiek, economie en politiek, Angelsaksische nuchterheid en Rijnlandse dromerijen, is een constante in dit boek.
De onbegrijpelijkheid van Europa wordt sterk in de hand gewerkt doordat middelen vaak worden ingezet voor een indirect doel. Het gezamenlijke beheer van kolen en staal had als doel oorlog te voorkomen, niet de meest efficiënt verdeling van deze grondstoffen. De muntunie was er niet zozeer om een goed functionerende munt te scheppen, maar om de Duitse almacht te keren.Die politieke werkelijkheid blijft gemaskeerd, misschien in Nederland nog wel meer dan in sommige andere landen. Achter de schermen kijken is nodig, niet meer schermen optrekken.Maar die neiging was en is groot. Nederland koos economisch voor Duitsland. Na het verlies van Indië was er op dat vlak weinig keus. Dat gebeurde voor een deel al in 1949, toen Nederland een aanbod om deel uit te maken van de Britse sterlingzone van de hand wees.
Maar er bleef een spagaat, waarin Nederland emotioneel koos voor de Britten (en de Amerikanen) en vreesde door een Frans-Duitse as buiten spel te komen staan. Die ambivalente positie verklaart veel van de strubbelingen die Nederland heeft gehad. Ook bijvoorbeeld Willem Drees had zijn bedenkingen. ARP-politicus Jelle Zijlstra was echter wel een volbloed Europeaan, met een persoonlijke opdracht van Konrad Adenauer.
Na de Duitse hereniging werd het overwicht groter, maar Helmut Kohl betaalde de prijs in de vorm van de D-Mark en de Bundesbank, in Segers’ woorden ‘de Duitse ziel’.
Maar de ziel kroop waar hij niet gaan kon en de nieuwe regeling kon de groeiende macht van Duitsland niet stoppen. Een van de mensen die dat volgens Segers goed voorzagen was Margaret Thatcher.
Hij stelt haar tegenover Angela Merkel, voor wie integratie juist de garantie van vrijheid en democratie is en niet de bedreiging ervan.
Segers vindt met die Europese integratie nog iets vreemds, zo niet verontrustends, aan de hand is. Want de mensen, de Europeanen, worden er tot subjecten gemaakt, tot ‘papieren mensen’. Een Europese democratie kan niet bestaan, die bestaat alleen in de natiestaat. Op dat punt zit Segers dicht bij de opvattingen van Thierry Baudet , maar hij is geen aanhanger van het -terug naar de natiestaat – denken. Zijn positie is daarmee misschien wel net zo hybride als de Europese Unie in haar huidige toestand.
Een grotere rol voor de nationale parlementen is volgens hem de manier om ‘de enorme verworvenheden’ te kunnen behouden. Volgens hem denkt Merkel ook in die richting. Ook in Nederland werd die suggestie gedaan.
Dan doemt natuurlijk wel de vraag op hoe 28 parlementen hun controlerende en wetgevende taak op Europees niveau kunnen uitvoeren. Zoals Segers schrijft: het zal meer ‘een romantische dan een rationele weg’ zijn. Misschien meer het idee van controle dan van daadwerkelijke controle?
Segers is hard over de huidige rol van Nederland, dat puur kiest voor eigenbelang, alleen de lusten en niet de lasten, bijvoorbeeld van de vrije markt. Premier Mark Rutte is daar de belichaming van, onlangs nog in Duitsland, maar eigenlijk op iedere gelegenheid dat hij de kans krijgt iets over Europa te zeggen. Wraakgevoelens speelden een rol bij de opstelling van deze strenge rekenmeester, omdat er eerder niet naar Nederland was geluisterd. (Ook niet door Duitsland.)
Met deze houding zal de kloof tussen de Europese werkelijkheid en de retoriek voor het thuispubliek alleen maar groter worden. Gevoelsmatig is de keuze voor Londen en het Atlantisch perspectief snel gemaakt, maar de realiteit drijft Rutte in de armen van Merkel. (zie ook het stuk van Hanco Jürgens in Liberaal Reveil , maart 2014)
Segers bepleit in zijn boek dat Europa haar soft power moet gebruiken en stelt dat het met hard power niets zal worden. Dat wordt nu ook weer gedemonstreerd in Oekraïne. Maar soft power zonder hard power is een schim. Europa heeft wel degelijk bronnen voor de uitoefening van hard power, maar is in het gebruik daarvan vaak zwak, met uitzondering van de economie.
De slotsom is misschien dat wat logisch, eventueel rationeel is, niet voor elkaar komt en dat er daarom naar minder logische middelen wordt gegrepen om het ‘waagstuk’ voort te kunnen zetten.
Een reactie
Europese integratie stimuleert desintegratie van staten
2014-10-11 Beste heer Segers, ik ben van vóór WO-II en dus één of twee generaties ouder dan u. In 1957 bracht ik een werkbezoek aan de Hoge Autoriteit en in de gesprekken die ik daar gehad heb, voorzag men het uiteenvallen van Landen, met name met een heterogene bevolking. Naar aanleiding van uw opmerkingen vanmorgen bij BNR het volgende. Het is een oude wet in de geschiedenis en in de organisatiewetenschappen dat bij het opschalen van de organisatie, de oorspronkelijke delen die zijn samengegaan terugvallen naar meer homogene kleinschaligheid. Je zien dat verschijnsel bij alle grote concerns. In Europa is het al begonnen in Tsjecho-Slowakije, het speelt in Italië, Groot-Brittannië, België en minder zichtbaar ook in Duitsland! Mensen hebben een behoefte aan een overzichtelijke leef- en werkomgeving. Dat daarvoor financiële argumenten worden gebruikt, heeft te maken met de dominante marktideologie in de EU, maar heeft niets met de onderliggende gevoelens van betrokkenen te maken.