Vijf jaar geleden, kort voor de raadsverkiezingen van 2006, publiceerde PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher Nieuw Amsterdam, een boek over de toekomst van die stad. Hij kreeg er veel publiciteit door en boekte een grote verkiezingsoverwinning. Nu heeft PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher De ontsluierde stad geschreven, over het recente verleden en zijn ervaringen als wethouder van Amsterdam. Hij heeft er al veel publiciteit door gekregen. Het resultaat van die verkiezingen kennen we over een paar weken.
In dat licht is misschien wel de grootste onthulling in dit boek dat Asscher heeft getwijfeld of hij na de verkiezingen van 2010 nog wel verder wil in de politiek. Hij is bang te stranden in ‘de blubber’, waarbij over vele onderwerpen wordt gezegd dat ‘je er niet over gaat’ of dat zaken nu eenmaal zo geregeld zijn. Het wordt niet helemaal duidelijk waarom hij toch door gaat. Blijkbaar schat hij zijn vermogen om door ‘de blubber’ te waden nog hoog genoeg in.
Hij start met een redelijk persoonlijk motivatie waarom hij de politiek is ingegaan, waarbij hij ingaat op zijn familiegeschiedenis. Overgrootvader Abraham Asscher was een van de voorzitters van de Joodsche Raad, de joodse organisatie die in de oorlog steeds meer ging fungeren als doorgeefluik voor de maatregelen van de Jodenvervolging.
Zijn politieke loopbaan is niet bedoeld om dit ‘goed’ te maken, maar zijn belangstelling voor de publieke zaak werd wel gewekt door dat verleden. Hij is ook geboeid door ‘de morele component van beslissingen’. Erkent hij, in andere woorden, dat hij een moralist is? Het verleden levert ook een waarschuwing op: “Ik weet – dus ook uit mijn eigen familie – dat je heel goed iets verkeerd kunt doen met de beste bedoelingen.”
Een van de sterke punten van Asscher is dat hij fouten en twijfels toegeeft. Zo stelt hij zich kwetsbaar op, maar maakt hij zichzelf direct minder makkelijk vatbaar voor de kritiek van anderen.
Hij gaat uitgebreid in op de vergissing om Hennah Buyne als opvolger van de vertrokken wethouder Ahmed Aboutaleb de verantwoordelijkheid te geven over onderwijs en inburgering. Voor er tussentijds wethouders worden aangenomen, moeten ze veel beter worden gescreend, is zijn voornemen.
De Wallen en het onderwijs waren twee van die zaken waar hij als wethouder eigenlijk niets over te zeggen had. Maar hij ging zich er toch mee bemoeien.
En op die terreinen was veel meer te bereiken dan velen dachten. Van de schoolbesturen kwam veel weerstand, maar er werken toch veel scholen mee aan de verbetering van het onderwijs. Het doel om binnen tien jaar veertig procent van de ramen op de Wallen op te doeken is in ieder geval voor meer dan de helft gehaald. In beide gevallen is het werk in uitvoering.
Dat geldt niet voor het tegenhouden van de privatisering van Schiphol. Zeer tegen de wens van toenmalig minister van Financiën Gerrit Zalm sprak Amsterdam een veto uit over de beursgang van de luchthaven. In dit hoofdstuk noemt Asscher naam en toenaam van zijn tegenstanders. Over andere episoden is hij iets terughoudender.
Het old boys network probeerde Asscher te overtuigen van de nut van verkoop van Schiphol, maar niet met argumenten, maar door verkapte dreigementen en power play. Daardoor groeit zijn weerstand tegen privatisering.
Verzelfstandiging mag alleen als dat voor de mensen die gebruikmaken van die diensten langdurig beter is. Een wat lastig criterium. Zou de verkoop van energiebedrijf Nuon of de privatisering van Parkeerbeheer aan die voorwaarde voldoen? Asscher gaat er in dit boek niet op.
Hij haalt het voorbeeld aan van een woningcorporatie die onderhoud heeft uitbesteed en waar in het weekeinde bij klachten niemand komt opdagen. Alsof de overheid altijd de beste service verleent.
De problemen in het onderwijs wijt hij voor een deel ook aan ‘marktwerking’.Hij voegt er aan toe dat er te veel afstand is tussen inspectie, ouders, scholen en besturen. Hij had dat wat verder kunnen uitwerken. Een wat grondigere analyse van de oorzaken van het niet functioneren van het onderwijs, inclusief de jarenlange rol van PvdA-bestuurders op landelijk en lokaal niveau, had niet misstaan.
“We moeten stoppen met perverse politieke prikkels. ‘de wachtlijsten weg per 1 januari’,” schrijft Asscher. Maar hij schrijft er niet bij dat hij dat zelf, toen hij de macht naar zich toetrok over Bureau Jeugdzorg Amsterdam, dat ook riep.
Stevige teksten ontbreken niet. Importhuwelijken, gezinshereniging, neef-nichthuwelijken moeten allemaal veel minder. Het is anders bij de integratie van nieuwkomers dweilen met de kraan open.
Asscher spreekt in dit boek over zijn weerzin tegen de traditionele politiek en bestuurspraktijken. Hij gaat ‘zo min mogelijk’ naar interne overleggen, wil zich niet neerleggen bij situaties omdat hij niet bevoegd is.
Hij is natuurlijk niet de eerste of enige politicus die het doet. Het is tegenwoordig voor alle politici die een of andere vorm van vernieuwing beloven een vereiste om zich af te zetten tegen de traditionele politiek. Of het nu Jan Marijnissen, Barack Obama of Geert Wilders is, die deuntje kennen wel van allerlei partijen en politici.
Toch wordt Asscher geen populist. Hij roept mensen op die klagen zelf actief te worden in de politiek en te kijken of de dingen zo geregeld zijn dat ze die voor zichzelf ook aanvaardbaar zouden vinden. Ze kunnen actief worden in de PvdA, ‘die partij’, waar het nooit echt gezellig wordt, omdat men zo hard bezig met is 'gelijke kansen, veiligheid en onderwijs'. Zo komt de voorman van Team Asscher met een wat bescheiden verdediging van zijn partij.
Asschers boek biedt inzicht in het werk van een wethouder die een fors stempel op de stad drukt. Hij doet dat op verhelderende wijze waarmee hij soms echt een boekje open doet. Andere delen komen voor de nauwkeurige volgers van de Amsterdamse politiek bekender voor. Hij schreef het in ‘korte gestolen uurtjes’. Dit is dan ook niet de definitieve geschiedschrijving van de periode 2002-2006 (de Noord/Zuidlijn wordt niet genoemd) waarin een jonge wethouder grootste plannen ontvouwde en begon uit te voeren, maar een echt verkiezingsboek. In dat genre is het zeker niet slecht.
Waardering:
Lodewijk Asscher, De ontsluierde stad (2010)
3 reacties
3,5 ster!
Bedankt voor de uitvoerige en inhoudelijke recensie! Wil het boek natuurlijk ook snel uitlezen, maar zo ben ik in ieder geval weer een beetje bij.
Die analyse van de problemen in het onderwijs/relatie bestuurders is misschien voor jou ooit ook nog wel eens een fijn onderwerp om in te duiken?!
groeten!
Marieke
Dank!
Heb het zojuist ook uitgelezen en denk dat de recensie de lading aardig dekt.
Het boek geeft een aardig inzicht in de beweegredenen van Asscher. En wat je aan hem hebt als politicus. Iemand die kiest voor mensen en voor Amsterdam. En soms een fout maakt.
wie is de echte schrijver vandit stuk?
Ik was op zoek naar de publicatie “de ontsluierde stad” van Lodewijk Asscher en las twee recencies. Een in het parool en deze. De recensies zijn vrijwel identiek en ik vroeg me af wie is nu de echte schrijver van deze recensie?