De geschiedenis van het Merwedeplein tussen 1933 en 1945 weerspiegelt wat in Amsterdam gebeurde in die jaren. Een gewoon plein was het niet, blijkt uit het boek Anne Frank was niet alleen. Het Merwedeplein was in de jaren dertig een modern plein in Amsterdam-Zuid, in de schaduw van ‘de wolkenkrabber’, een gloednieuw flatgebouw van maar liefst twaalf verdiepingen hoog. Aan dat plein vond Edith Frank-Holländer in 1933 een woning voor haar gezin, verder bestaande uit haar man Otto en haar dochters Margot en Anne. Ouders en kinderen konden zo herenigd worden, want de meisjes en moeder woonden nog in Aken. En zakenman Otto Frank kon de relatief hoge huur wel betalen. Lees de rest van mijn recensie van Anne Frank was niet alleen bij NRC
Vijf jaar geleden, kort voor de raadsverkiezingen van 2006, publiceerde PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher Nieuw Amsterdam, een boek over de toekomst van die stad. Hij kreeg er veel publiciteit door en boekte een grote verkiezingsoverwinning. Nu heeft PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher De ontsluierde stad geschreven, over het recente verleden en zijn ervaringen als wethouder van Amsterdam. Hij heeft er al veel publiciteit door gekregen. Het resultaat van die verkiezingen kennen we over een paar weken. In dat licht is misschien wel de grootste onthulling in dit boek dat Asscher heeft getwijfeld of hij na de verkiezingen van 2010 nog wel verder wil in de politiek. Hij is bang te stranden in ‘de blubber’, waarbij over vele onderwerpen wordt gezegd dat ‘je er niet over gaat’ of dat zaken nu eenmaal zo geregeld zijn. Het wordt niet helemaal duidelijk waarom hij toch door gaat. Blijkbaar schat hij zijn vermogen om door ‘de blubber’ te waden nog hoog genoeg in.
Oneerbiedig gezegd is Binden, het eerste boek van burgemeester Job Cohen, niet meer dan een stapel toespraken met een nietje erdoor. Die toespraken zijn weliswaar geordend in drie rubrieken – samenleven, vrijheid en religie – maar het is aan de lezer er een samenhangend betoog uit te distilleren. Dat betoog loopt ongeveer zo: De maatschappij staat onder invloed van middelpuntvliedende krachten. Dat zijn individualisering, democratisering, globalisering, privatisering en secularisatie. Elk van die ontwikkelingen heeft positieve gevolgen, maar ondermijnt tevens het idee van een gemeenschap en tezamen hebben ze geleid tot vervreemding van burgers. Het is dus niet alleen de migratie of de islam die problemen veroorzaakt. En niet alleen de nieuwkomers hebben een gebrekkige binding met de samenleving, maar ook autochtonen. Er moet dus een nieuwe vorm van verbondenheid komen.
Nederland en New York vieren dit jaar dat vierhonderd jaar geleden een Engelsman per ongeluk het gebied ontdekte waar veel later de ‘Big Apple’ zou ontstaan. Om het belang van die gebeurtenis te benadrukken is er in opdracht een tweetalig werkje verschenen van de bekende historici Geert Mak en Russell Shorto. Het is voorzover ik weet niet in de winkel te koop, maar wordt cadeau gedaan tijdens de festiviteiten die verband houden met de viering van de vier eeuwen Nederlands-New Yorkse betrekkingen. Burgemeester Job Cohen citeerde er al uit in zijn nieuwjaarstoespraak. Maar wat was eigenlijk de betekenis van de dwaaltochten van Henry Hudson?
De eerste vergadering van het college van B en W waarin Ed van Thijn burgemeester viel hem een beetje tegen. Het ging over dorpshuizen, delen van bestemmingsplannen, kinderdagverblijven en een ‘plan van aanpak voor de woensdagmiddagrecreatie’. Na afloop roept hij uit: “Er was niet een punt dat mijn echte belangstelling had.” Was dit nou de baan waar op hij zo gehoopt had? Maar in zijn tien jaar als burgemeester had hij niet alleen met dit soort triviale zaken te maken. De krakers, de Bijlmerramp, de Stopera, de mislukte kandidatuur voor de Olympische Spelen, de opkomst van de Centrumpartij, en als slot de IRT-affaire doen de besprekingen over bestemmingsplannen en buurthuizen verbleken. Bij besturen in Amsterdam gaat het nu eenmaal soms om zaken van nationaal of zelfs internationaal niveau en soms gaat het over zaken die hooguit voor een buurt van belang zijn.
Een man of twee, een paar schoten, een uitgebrande auto, soms een ooggetuige die een schim opvangt, een paar pagina’s met overlijdensadvertentie’s in De Telegraaf, als het kan een protserige begrafenis, veel theorieën en speculaties, maar zelden een verdachte, laat staan een veroordeling. De liquidaties in de Amsterdamse onderwereld hebben een bekend, bijna routineus verloop gekregen. Maar de samenhang ervan is zelfs voor geïnteresseerde buitenstaanders lastig te volgen. Is er een oorlog van allen tegen allen gaande, een Wild West waar het erom gaat eerder een huurmoordenaar te sturen dan de tegenstander? Of is er sprake van een strijd tussen twee kampen: de oude Hollandse penose vs. de ‘Joego’s’? Paroolcollega’s Bart Middelburg en Paul Vugts verschaffen voor zover mogelijk helderheid in hun boek over de oorlog in de Amsterdamse onderwereld.
Dit is een merkwaardig boek, als het al een boek is. Het is een bronnenpublicatie, voorzien van een inleiding en een epiloog. Daartussen staan zo’n driehonderd pagina’s lang de woordelijke verslagen van de gesprekken van vastgoedmagnaat Willem Endstra met drie mannen van de Criminele Inlichtingen Eenheid van de Amsterdamse politie.