Een man of twee, een paar schoten, een uitgebrande auto, soms een ooggetuige die een schim opvangt, een paar pagina’s met overlijdensadvertentie’s in De Telegraaf, als het kan een protserige begrafenis, veel theorieën en speculaties, maar zelden een verdachte, laat staan een veroordeling. De liquidaties in de Amsterdamse onderwereld hebben een bekend, bijna routineus verloop gekregen. Maar de samenhang ervan is zelfs voor geïnteresseerde buitenstaanders lastig te volgen. Is er een oorlog van allen tegen allen gaande, een Wild West waar het erom gaat eerder een huurmoordenaar te sturen dan de tegenstander? Of is er sprake van een strijd tussen twee kampen: de oude Hollandse penose vs. de ‘Joego’s’?
Paroolcollega’s Bart Middelburg en Paul Vugts verschaffen voor zover mogelijk helderheid in hun boek over de oorlog in de Amsterdamse onderwereld.
Hoe kan je orde aanbrengen in deze onoverzichtelijkheid? De opzet van dit boek is zeer eenvoudig: een chronologische opsomming van een aantal belangrijke liquidatie’s van Amsterdamse criminelen. Het levert een boeiende serie portretten op van criminelen, vaak al van jongs af aan actief, maar ook van mensen als Bertus Lutske, Evert Hingst en Willem Endstra die tussen onder- en bovenwereld pendelen. Sommigen zijn bekend, zoals Sam Klepper en Jan Femer, over anderen is weinig geschreven.
Veel minder dan te vrezen valt bij zo’n indeling lopen de verhalen door elkaar, hoewel het vreemd is dat personen die in een eerder hoofdstuk het loodje hebben gelegd, te voorschijn te zien komen in een ander hoofdstuk.
Dit is een ‘oorlog’ die nog gaande is, dus het is niet mogelijk om een definitieve balans op te maken. Er is onduidelijk, waardoor er geen andere mogelijkheid is dan terug te vallen op scenario’s, theorieën, speculaties, verhalen, beweringen.
Maar al zijn sommige liquidaties niet opgelost, Middelburg en Vugts denken wel te weten in welke hoek de daders gezocht (hadden) moeten worden. Verleden tijd, want in sommige gevallen zijn de vermoedelijke opdrachtgevers zelf hoofdpersoon in een van de andere hoofdstukken. De dader ligt letterlijk op het kerkhof. Maar in een ander geval is er geen ‘goede theorie’. En dan hebben we het nog niet eens over de afrekeningen die geen eigen hoofdstuk hebben gekregen.
In ieder geval is duidelijk dat Willem Holleeder niet achter alle liquidaties zit. Middelburg en Vugts laten in het boek recherchechef Willem Woelders aan het woord die niet gelooft in de bewering van Willem Endstra dat Holleeder vijfentwintig moorden op zijn geweten heeft. In het lijstje dat is samen te stellen op basis van dit boek komt Holleeder in de theorieën een paar keer voor: bij de moorden op Cor van Hout, Endstra, Mieremet, en Kees Houtman.
Maar in geen van de gevallen is er zekerheid. In plaats van daders presenteren de auteurs drie verklaringen voor de gewelddadigheid van de Amsterdamse onderwereld. En dat is misschien wel zo nuttig. Ten eerste is er het gebrek aan hiërarchie. De maffia-achtige structuren van het verleden maakten plaats voor samenwerking in ‘fluïde’, criminele netwerken. Er zijn geen vaste bondgenootschappen meer, en die onzekerheid verwordt tot angst, die weer aanzet tot geweld. Hierbij is wel zeker sprake van een effect van het optreden van de politie. De strakker georganiseerde groepen waren te makkelijk te bestrijden. Het is dus niet altijd zo dat de politie achter de feiten aanloopt, ze creëert ook feiten en omstandigheden waar de criminelen op reageren.
Een tweede oorzaak, volgens Middelburg en Vugts, is de vete tussen de Joego’s en het duo Klepper-Mieremet. Dat gaat om wraak vanwege de liquidatie van een Joegoslavische crimineel, overigens in dit boek niet apart behandeld. Daar kwam bij een ‘rip’ van een grote partij hasj. Dat werd nog ingewikkelder doordat Klepper en Mieremet ook nog in conflict raakten met Cor van Hout.
Strikt genomen staat er niet veel meer dan dat de oorzaak van de oorlog een strijd was, die daarna door wisselende allianties, allengs onoverzichtelijker werd. Revanche bleef echter een voorname drijfveer.
De derde oorzaak is de verschuiving van hasjhandel naar afpersing, van vastgoedhandelaren, maar ook van elkaar. Deze vorm van criminaliteit leidt in een aantal gevallen onherroepelijk tot moord. Dreigementen moeten immers waargemaakt worden.
Waardering:
Bart Middelburg en Paul Vugts, De oorlog in de Amsterdamse onderwereld
Geen reacties