De westerse liberale democratie is veel dichter bij zijn ondergang dan we willen geloven. En de grootste bedreiging komt van binnenuit. Dat is de belangrijkste boodschap van Financal Times-journalist Edward Luce in dit essay.
Toen in 1989 de Muur viel, reisde Edward Luce als student razendsnel uit Oxford naar Berlijn om er bij te zijn. Hij nam een brokje van de aflopende geschiedenis mee. De westerse, liberale democratie had gewonnen en iedereen zou dat nu inzien.
Iets meer dan een kwart eeuw later staan de zaken er heel anders voor. Het aantal democratieën neemt af, niet toe. Autoritaire heersers zitten stevig in het zadel. Het economische zwaartepunt verschuift naar het oosten en China is steeds assertiever. Gevaarlijke populisten als Donald Trump komen aan de macht.
De crisis van het westen is in zijn ogen een combinatie van economie en psychologie: de middenklasse profiteert niet meer genoeg en raakt daardoor gedesillusioneerd. Populistische leiders wijzen op de democratische tekorten van de liberale democratie en winnen daarmee stemmen.
De elites, die jaarlijks bijeenkomen op het World Economic Forum in Davos, zijn niet in staat tot een adequaat weerwoord. Dat geldt ook voor links. Dat heeft het opkomen voor de belangen van (witte) arbeiders verruild voor het behartigen van de zaken van migranten, homoseksuelen en andere minderheden, aldus Luce. De arbeiders wenden zich daarom maar naar Trump en andere populisten.
Optimisme
De elementen van dit ‘ondergangsverhaal’ zijn wel bekend. Luce, columnist van de Financial Times, zet ze met vaardigheid achter elkaar. Daarbij schuwt hij de grote woorden niet.
In dit boekje neemt Luce afstand van zijn eigen optimisme en hij trekt dat breder. Het vooruitgangsgeloof is bij veel mensen vervlogen. Ervoor in de plaats komt hij met een amalgaam van klassiek sociaal-democratische, liberale en conservatieve ideeën. We moeten af van het idee dat de geschiedenis zich in een voorbestemde richting begeeft.
Hij benadrukt het belang van algemene ziektekostenverzekering, vrijheid van meningsuiting en het beschermen van zwakkeren. Er moeten menselijke immigratiewetten zijn en de rijken moeten meer bijdragen aan het algemeen belang. De belasting moet worden vereenvoudigd en de macht van het geld op het politieke proces moet worden verkleind. Hij blijft ook een aanhanger van het idee dat economische groei bijna alles oplost.
Je zou kunnen zeggen: die zaken die Luce noemt zijn in Nederland min of meer geregeld. Zie bijvoorbeeld het zeer genuanceerde rapport van de WRR over de middenklasse. Uiteraard, er zijn nog voldoende problemen over. Maar ook Nederland heeft een stevige rechts-populistische partij. Dus wie weet ligt het succes daarvan toch niet echt aan de kwalen die hij identificeert en gaat het voor een groot deel om angsten en de onzekerheid over de toekomst.
Dit essay somt veel van de lastige kwesties op waar westerse democratieën nu mee te maken hebben. Veel is herkenbaar, soms is het te kort door de bocht. Zoals vaker lopen het begrijpen van en het begrip tonen voor de motieven van de populistische stemmers hier door elkaar. Dit boekje is snel geschreven en wil alle velden bestrijken. Het had hier en daar zeker wat dieper kunnen gaan. Wat liberalisme of westers is, legt hij bijvoorbeeld niet uit.
Geen reacties