The populist explosion – John B. Judis

februari 16, 2017

Hoe kan het dat Donald Trump won? Hoe kan het dat de Britten voor Brexit kozen? Wat verklaart de ‘populistische explosie’, zoals de titel van het boek van de Amerikaanse journalist John Judis luidt.
Zijn redenering komt in het kort op het volgende neer: Populisten verzetten zich tegen de gevestigde orde, die orde is neoliberaal, dus populisten verzetten zich tegen het neoliberalisme. En uiteindelijk zal die neoliberale ordening verdwijnen.
Die redenering is echter te simpel.
Volgens Judis is er geen definitie te geven van populisme, hooguit zijn enkele kenmerken te geven. Uiteraard is er de tegenstelling tussen volk en elite, waarbij niet vaststaat wie bij het volk hoort en wie de elite uitmaakt. Een ander kenmerk van populisten zijn hun onrealistische, zeg maar symbolische eisen. Zoals Syriza in Griekenland een einde aan de bezuinigingen eisen. En Trump die een muur wilde bouwen langs de grens met Mexico en dat land er voor wil laten betalen.
Dat is een aardig punt, maar of de eisen inderdaad onmogelijk zijn hangt uiteraard af van de macht die ze verwerven. Trump kan meer bereiken dan Syriza.
Volgens Judis is de opkomst van populisten het gevolg van een kloof tussen de wensen van mensen en de opvattingen van de elite. Steun voor populisten is een waarschuwingssignaal.

Diagnose als verklaring

Het opvallende van deze analyse is uiteraard dat deze de diagnose van de populisten kopieert en als verklaring presenteert. Een probleem hiermee is dat zo wordt uitgegaan van de termen van de populisten. Juist begrippen als volk en elite zouden ter discussie gesteld moeten worden.
Judis besteedt kort aandacht aan 19e-eeuwse populisten in de Verenigde Staten. En misschien komt hij hierdoor op een dwaalspoor. Deze populisten waren progressief, en dat heeft volgens Jan-Werner Müller het populisme in de VS een progressieve connotatie gegeven, die het nooit helemaal heeft verloren.
De huidige golf van populisme laat Judis beginnen in de jaren negentig en daarna, als de ‘neoliberale consensus’ wordt aangevallen door de onorthodoxe presidentskandidaat Ross Perot, de rechtse Tea Party en de linkse Occupy Wall Street -activisten.
Die links-rechts combinatie was volgens Judis ook te zien in de laatste presidentscampagne. Van links viel Bernie Sanders de neoliberale consensus aan, van rechts Donald Trump. Nu waren er overeenkomsten tussen Sanders en Trump, bijvoorbeeld hun kritiek op handelsverdragen, kritiek op elites en hun positie als outsider. Maar door ze zo op een hoop te vegen, worden belangrijke verschillen aan het zicht onttrokken. In ieder geval was hun beeld van ‘het volk’ nogal verschillend, waarbij Trump duidelijk etnische scheidslijnen trok, die hij later weer wat probeerde af te zwakken.
Het linkse populisme in zuidelijke landen van de EU streed openlijk tegen het bezuinigingsbeleid van de EU, dat je als deel van de neoliberale consensus kan zien. Maar juist over de partijen is Judis zeer kritisch, omdat ze er ondanks de goede uitgangspositie niet in slaagden hun doelen te bereiken.
In het noorden van Europa hebben rechtse populisten geprofiteerd van de onrust over migratie. Sommige van deze partijen begonnen als kleinburgerlijke antibelastingpartijen, maar hebben hun basis verdedigd door de verzorgingsstaat te gaan verdedigen. Dat is in zekere zin ook de evolutie van de PVV geweest, die begon als een klassieke rechtse partij wat betreft de economie, maar nu zich opstelt als de hoeder van bepaalde delen van de verzorgingsstaat.

Links en rechts

Voor Judis is het onderscheid tussen links en rechts populisme niet doorslaggevend, omdat zij bondgenoten kunnen zijn in de strijd tegen neoliberalisme.
Dat past prima in zijn lange termijn verwachting, waarin het neoliberale systeem van schulden en handelstekorten niet kan voortbestaan, net zomin als de EU met zijn euro- en migratiecrises. Dat zijn nogal stellige vooruitzichten die in zekere zin het verhaal van Judis hebben gekleurd. Hij is er zo van overtuigd dat het neoliberalisme zal eindigen, dat hij iedere onorthodoxe politicus verwelkomt als doodgraver.
De verhouding tussen neoliberalisme en populisme is schimmig. Het zijn twee denkwerelden, die voor een groot deel door hun tegenstanders worden gedefinieerd. Bijna niemand noemt zichzelf neoliberaal of populist, toch valt het bestaan van de denkwerelden die ermee worden aangeduid niet te ontkennen. Maar er zitten ook veel vaagheden en grensgebieden aan.
Neoliberalisme heeft daarom vele verschillende kanten. Gaat het om bezuinigingen in tijden van crisis, de ondersteuning van banken, internationale vrijhandel, gunstige belastingconstructies voor multinationals, het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties door een centrale bank? Is het globalisering? En welke globalisering dan? Die van mensen, goederen, kapitaal of informatie? En net zo goed geldt dat voor de gevestigde orde. Zijn de ‘mainstream media’ daar onderdeel van? Trump vond van wel, en bekritiseert ze voortdurend. Sanders had een veel positievere verhouding met de meeste media.
Net als andere partijen moeten populistische partijen stelling innemen tegenover de kwesties die met neoliberalisme worden geassocieerd. Dat kunnen ze op allerlei manieren doen. Ze kunnen zich tegen migratie en tegen de EU keren, tegen handelsverdragen, ze kunnen hun eigen bedrijven bevoordelen (Berlusconi en Trump), ze kunnen de economische toestand ook grotendeels ongemoeid laten. Populistische partijen kunnen zelfs neoliberaal zijn: dat wil zeggen dat ze voor de vrije markt zijn, zoals Pim Fortuyn. Ze ageren dan bijvoorbeeld tegen mensen die profiteren van sociale voorzieningen die opgebracht worden door de brave belastingbetalers en tegen de overheid die ondernemers onnodig lastig valt met allerlei regels.

Neoliberale misère

Wie Trump in het anti-neoliberale kamp wil persen, komt in problemen. Zo beschreef socioloog Willem Schinkel in NRC (10 feb. 2017) hem als een ‘populist die wil inbreken in de neoliberale orde’. Maar als ‘spreekbuis voor de neoliberale misère’ brengt hij ‘neoliberalisme in de overdrive’. Snapt u het nog?
Trump is beter te duiden als een neo-liberale en nationalistische populist dan als als anti-neo-liberaal. Hij verbreekt de positieve band tussen neoliberalisme en globalisering, vooral bij vrijhandel en migratie. Al wil hij waarschijnlijk blijven golfen in zijn ressorts en overnachten in zijn hotels. Overbodig te zeggen dat hij voorstander is van de vrije markt, waar hij zijn miljarden heeft verdiend, terwijl hij zo min mogelijk belasting betaalde. “That makes me smart.”
Er is nog een bezwaar tegen de benadering van Judis waarin de strijd tegen de neoliberale consensus centraal staat.  Culturele en politieke kwesties komen er uiteindelijk bekaaid vanaf in dit boek, zeker voor dat laatste kan je beter terecht bij het boekje van Müller.
Judis schreef dit boek toen het er – volgens hem – niet op leek dat Trump zou gaan winnen. Hij verwachtte dat onder president Clinton de druk vanuit de hoek van Sanders zou toenemen, terwijl de Republikeinse partij weer haar gebruikelijke probussines-houding zou aannemen. Het liep anders. Maar het is niet deze verkeerde voorspelling, maar vooral de scheeflopende diagnose die dit boek minder waardevol maakt.

 

(Visited 152 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
The populist explosion. John Judis
Waardering
31star1star1stargraygray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.