Eind jaren twintig ging Curzio Malaparte naar de Sovjet-Unie om de marxistische adel te ontmoeten. Hij bezocht bals en diners, sprak diplomaten, ministers, ballerina’s, schrijvers en maakte een rondrit in een koets door nachtelijk Moskou. Hij beschrijft de vrouwen, die elkaar jaloers in de gaten houden en de jurken uit de toneelcollectie lenen om te kunnen schitteren op de gala’s. En hij spreekt met de dichter Majakovski, die kort daarna zelfmoord pleegt. Op de achtergrond is Stalin steeds als een schaduw aanwezig. Het bal in het Kremlin is zeer herkenbaar Malaparte. Zijn beschrijvingen zijn overdadig, zijn opsommingen hallucinant, zijn personages op het randje van grotesk, de dialogen onnavolgbaar, de anekdotes amper te geloven. En alles wat hij beschrijft is echt, zo bezweert hij. De marxistische adel, de nieuwe elite van de Sovjet-Unie, is decadent, maar ook gedoemd. Het is de tijd van de zuiveringen, die op ieder moment willekeurig welk lid van de elite kunnen opslokken. De oude, tsaristische adel heeft al eerder plaats moeten maken. Wie daarvan nog in Moskou leeft is gedwongen de eigen sieraden, meubels, en zelfs onderbroek te verkopen, zo ziet Malaparte op een rommelmarkt. Dat is de ultieme vernedering. Malaparte beweegt zich in die vreemde…
Met zijn 1115 pagina’s en 1566 gram is Kapitaal en ideologie, het nieuwe boek van Thomas Piketty, een imposante verschijning. Piketty wil niet alleen de grootste problemen van deze tijd beschrijven, maar ook analyseren en alternatieven voorstellen. Aan ambitie dus geen gebrek. Maakt Piketty het waar? Eerst even over de vorm. Dit boek bevat veel informatie en bestrijkt veel terreinen. Het had wel een derde (30 %) tot misschien wel de helft (50 %) korter gekund. Piketty vervalt vaak in herhaling, door zijn onderwerpen uitgebreid aan- en af te kondigen. En door zijn boodschap meerdere keren in een alinea of zelfs een zin weer te geven. Naarmate de tekst vordert lijkt de taaiheid toe te nemen. Het is vreemd om te zeggen bij zo’n prestigieus auteur, maar dit boek had echt een betere redactie verdiend. Zelf schrijft Piketty dat hij kan begrijpen dat mensen na de inleiding het laatste hoofdstuk gaan lezen. Na het uitlezen kan ik dit onderschrijven. Het is niet vreemd dat van zijn eerdere boek Kapitaal in de 21e eeuw, diverse samenvattingen verschenen en ook van dit boek zal er zeker een komen. De stijl van Piketty is vooral zakelijk, met af en toe een vleugje verontwaardiging,…
Nadat in juni 1950 de Koreaanse Oorlog is uitgebroken stuurt de Nederlandse regering met enige tegenzin een detachement vrijwilligers naar het strijdtoneel. De communistische inval in Zuid-Korea is door de Verenigde Staten, onder de vlag van de Verenigde Naties, beantwoord met militaire bijstand. Om politieke redenen is deelname van zoveel mogelijk landen gewenst. In het Nederland van de wederopbouw zijn er tal van redenen om huiverig te staan tegen over daadwerkelijke deelname aan de strijd. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en de strijd in Nederlands-Indië zijn nog vers. De Nederlandse strijdkrachten zijn zich juist aan het hergroeperen in Navo-verband. Dan zijn er nog de kosten. Maar de band met de Amerikanen drukt zwaarder. Nederland kan niet achterblijven.
Boris Bibikov is een rijzende ster van de communistische partij van de Sovjet-Unie. Hij noemt zijn eerste dochter Lenina, naar de grote leider van de Russische revolutie. Hij is in het begin van de jaren dertig een van de leiders van de bouw van een reusachtige tractorfabriek in de Oekraïne. Overdag en tijdens ‘stormnachten’ wordt er in koortsachtig tempo aan gewerkt, om het schema van het Vijf Jaren Plan te halen. Een muziekband moedigt de arbeiders met revolutionaire liederen aan. Het plan wordt gehaald en Bibikov wordt gepromoveerd. Hij wordt de tweede man van de partij in een stad in de Oekraïne. Maar een paar jaar later wordt hij gearresteerd. Pas na negentien dagen legt hij een bekentenis af: hij heeft het werk aan de tractorfabriek als lid van een trotskistische organisatie gesaboteerd.
De oorlog tussen Polen en de jonge Sovjet-Unie in 1920 staat niet bepaald in het geheugen van de gemiddelde West-Europese burger gegrift. Op zijn best is die bekend als een van de uitlopers van de burgeroorlog tussen de ‘Witten’ en de ‘Roden’ die na de Oktoberrevolutie uitbrak. Polen was na de Eerste Wereldoorlog herrezen als onafhankelijke staat. Maar het was onduidelijk waar de grenzen getrokken zouden worden. In het Oosten zou dat ‘op de grond’ besloten worden. Maar de strijd met de Sovjet-Unie dreigde aan het korte bestaan een einde te maken.
De jonge George Nypels was al een avontuurlijk type. Op veertienjarige leeftijd nam hij in zijn eentje de boot naar Londen. Hij verbleef er een nacht in de buitenlucht en keerde toen maar snel terug naar het veilige Nederland. Maar het buitenland bleef lonken. Tussen 1918 en 1924 reisde hij Europa rond, op zoek naar revoluties en onrust. Hij was als ‘reiscorrespondent’ van het Algemeen Handelsblad ooggetuige en scherp observator van gebeurtenissen in onder andere Duitsland, Turkije, Polen, Hongarije, de Sovjet-Unie en Italië. Hij wilde er zelf bij zijn en probeerde, met wisselend succes, de hoofdpersonen te spreken te krijgen. In schilderachtige reportages deed hij verslag van zijn bevindingen.
Volgens sommige simpele visies op de geschiedenis van Europa vond in of kort na de Verlichting de scheiding van kerk en staat plaats. Daarna gingen beiden huns weegs en dat is de basis voor onze liberale, seculiere samenleving. Dat de werkelijkheid iets ingewikkelder in elkaar zit, toont de Britse historicus Michael Burleigh aan in zijn monsterproject over religie en politiek sinds de Franse Revolutie. Religie en politiek hebben elkaar op allerlei manieren beïnvloed. Nadat hij in Aardse machten de periode tussen 1789 en 1914 behandelde, bestrijkt hij in dit deel het tijdperk van de ‘totalitaire politieke religies’: fascisme, communisme en nationaal-socialisme. Met een beeldtaal en jargon ontleend aan het christendom schiepen Mussolini, Lenin en Hitler een geperverteerd visioen van verlossing. Om dat te bereiken was ieder middel vanzelfsprekend gerechtvaardigd en moesten diegenen die deel uit zouden maken van het toekomstig paradijs hun volledige leven in dienst daarvan stellen. Zoniet, dan waren ze ook te vernietigen tegenstanders.