Sinds de aanslagen van 11 september wordt er veel over gesproken over ‘nieuw’ terrorisme, of zelfs over ‘catastrofaal’ terrorisme. Niet alleen wetenschappers bezigen deze termen. Ook de Nederlandse regering heeft deze overgenomen. Het idee erachter is dat er sprake is van een radicale breuk met het traditionele terrorisme van de jaren zeventig en tachtig. Nu is het niet langer politiek, maar religieus geïnspireerd, niet meer gericht op het ontvoeren of doden van enkele vooraanstaande vertegenwoordigers van de tegenstander, vaak regeringsfunctionarissen, maar heeft het ‘soft targets’ als doelwit uitgekozen. Vanwege deze veranderingen is ook een ander antwoord nodig, is de redenering, een waarin de overheid veel verder gaat dan in het verleden en zich meer richt op het voorkomen van aanslagen.
De Hofstadgroep is sinds kort ook volgens de Europese Unie een terroristische organisatie. De leden mogen geen bankrekening hebben, waardoor ze vrijwel geen normaal bestaan kunnen leiden, wat wel het geval was. Ze gingen naar school, hadden een baan of een uitkering. Twee van hen namen zelfs hun intrek in een door de AIVD geprepareerd appartement. Het is een van de paradoxen van de Hofstadgroep, die amateurisme met terrorisme weet te combineren. Een andere opvallende kant van de groep is de prominente rol van vrouwen in een organisatie die een ideologie aanhangt die uitgaat van de ondergeschikte positie van de vrouw. Leden van de Hofstadgroep gingen zelfs in hongerstaking omdat vrouwen op hun afdeling in de gevangenis in Vught zaten.
Wat drijft de leden van de Hofstadgroep in hun terroristische strijd in Nederland? Dat is een vraag die steeds weer opdoemt, bijvoorbeeld in de processen tegen de leden van die groep die nog steeds gaande zijn. Maar dat onderwerp is niet alleen voor de rechters en officieren van justitie interessant, het heeft ook een zware politieke lading. Marius Wessels, medewerker van de VVD-fractie in de Tweede Kamer, heeft voor de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van die partij, onderzoek gedaan naar ‘de radicaal-islamitische ideologie van de Hofstadgroep.’ Het is een beknopt werk van nog geen honderd pagina’s. Wessels vindt dat de opvattingen van de Hofstadgroep tot dusver niet serieus genoeg zijn genomen.
Nederland stond niet in brand na de moord op Theo van Gogh. ‘ De meeste mensen hielden het hoofd koel,’ schrijft Ian Buruma relativerend. Juist de neiging van commentatoren, politici en ‘ wijsneuzen’ om op hoge toon te discussiëren zorgde voor een oververhitte sfeer, waarin incidenten enorm werden uitvergroot.
Als Ayaan Hirsi Ali in augustus van dit jaar in een restaurant zit aan het Rockefeller Plaza in New York, valt haar oog op een vlag van Saoedi-Arabië. Die wappert daar vrolijk tussen allerlei andere vlaggen. Maar omdat ‘ alle kwaad in de wereld zijn oorsprong in Saoedi-Arabië’ heeft, moet die vlag verdwijnen, besluit Hirsi Ali. Met een mes klimt ze in de vlaggenmast en probeert ze tevergeefs het touw door te snijden. Eén van haar Nederlandse beveiligers, die haar ook in het buitenland bewaken, haalt haar uit de vlaggenmast.