Als Ayaan Hirsi Ali in augustus van dit jaar in een restaurant zit aan het Rockefeller Plaza in New York, valt haar oog op een vlag van Saoedi-Arabië. Die wappert daar vrolijk tussen allerlei andere vlaggen. Maar omdat ‘ alle kwaad in de wereld zijn oorsprong in Saoedi-Arabië’ heeft, moet die vlag verdwijnen, besluit Hirsi Ali. Met een mes klimt ze in de vlaggenmast en probeert ze tevergeefs het touw door te snijden. Eén van haar Nederlandse beveiligers, die haar ook in het buitenland bewaken, haalt haar uit de vlaggenmast.
Het is tekenend voor de impulsiviteit en gedrevenheid van Hirsi Ali, zoals die naar voren komt in het boek In godsnaam van de NRC Handelsblad-journalisten Jutta Chorus en Ahmet Olgun. Ze maakten een nauwgezette en meeslepende reconstructie van de aanloop naar de moord op Van Gogh, afwisselend vanuit het perspectief van het slachtoffer, moordenaar Mohammed B. en Hirsi Ali. Een puur beschrijvend boek, waarin de persoonlijkheden, de achtergronden en de interacties van de drie hoofdpersonen centraal staan. Eigen analyse ontbreekt. De lezer moet zelf conclusies trekken.
De auteurs zijn erin geslaagd het vertrouwen te winnen van zowel vrienden van Mohammed B. als van Hirsi Ali. Ze beschrijven de totstandkoming van "Submission", maar ook de huiskamerbijeenkomsten en islamitische huwelijken van de kameraden van B.
Het boek maakt nogmaals duidelijk dat de dreiging van B. is onderschat. Toen hij op 29 september 2004 werd aangehouden wegens zwartrijden, had hij een AIVD-ambtsbericht bij zich, afkomstig van de AIVD-tolk die informatie had laten lekken. Toen had een lichtje moeten opgaan.
Eerder verschenen in het Parool.
Jutta Chorus en Ahmet Olgun – In godsnaam. Het jaar van Theo van Gogh
Geen reacties