Na de opkomst van Pim Fortuyn was het linkse zelfbeklag niet van de lucht. Links was ‘ leeg’ en had geen antwoord op de neoconservatieve revolte, die na de dood van Fortuyn werd voortgezet door schrijvers, denkers en politici als Leon de Winter, Paul Cliteur, Bart Jan Spruyt en Ayaan Hirsi Ali. Rechts domineerde, links hing knock-out in de touwen. Het beste wat links kon doen, was het eigen programma inruilen voor verwaterde versies van het liberale en fortuynistische denken. Maar zie, de wedergeboorte van links kondigt zich aan. Dick Pels, die eerder het denken van Fortuyn analyseerde, komt met zijn eigen ‘ ideeën voor een nieuwe politiek’, zoals de ondertitel van zijn boek wat ironisch luidt. GroenLinks-senator Jos van der Lans bindt de strijd aan met gemakzuchtige burgers en onverschillige ambtenaren en bekritiseert en passant de erfenis van de jaren zestig en zeventig.
Pels’ boek, Een zwak voor Nederland. Ideëen voor een nieuwe politiek, gaat het meest de diepte in, maar is daardoor ook het minst praktisch. Hij pleit voor ‘ een zwakke identiteit’ van Nederland. Er moet geen strak omlijnd idee worden gepredikt van wat het is Nederlander te zijn. Dat moet een concept zijn waar iedereen onder kan vallen. Nederland is nooit door een politieke of religieuze groep geannexeerd en dat is juist goed.
Dat staat uiteraard lijnrecht tegenover de manier waarop de laatste jaren wordt aangedrongen op een duidelijke afperking van het Nederlanderschap, bijvoorbeeld door de dubbele nationaliteit te ontmoedigen en de ‘ vaderlandse’ geschiedenis te benadrukken.
Met een zwakke identiteit worden volgens Pels twee nijpende problemen opgelost: de integratie van migranten in Nederland en de integratie van Nederland in Europa. Het is gemakkelijker voor anderen om zich aan te passen, terwijl het tegelijk eenvoudiger is om onszelf bij anderen te voegen.
Maar zwakte heeft ook zijn grenzen. Zodra de kernwaarden worden bedreigd, moet ook de zwakste gemeenschap zich hard opstellen of ten onder gaan. Dat erkent Pels ook, waarmee hij zelf al een belangrijke relativering van zijn pleidooi geeft.
Pels ziet op het moment twee vijanden van het softe ideaal: het islamitische terrorisme en ‘ de verlichtingsfundamentalisten’ als Hirsi Ali. De belangrijkste overeenkomst is dat beide menen de waarheid in pacht te hebben. De islamitische fundamentalisten ontlenen die aan het woord van God, de verlichtingsfundamentalisten baseren hun claim op de rede. Met beide partijen is het moeilijk, zo niet onmogelijk, tot verzoening te komen, aldus Pels. Daar zijn ze te weinig flexibel voor.
Maar hoe filosofisch onderbouwd ook, het blijft merkwaardig deze twee tegenstanders op één hoop te vegen. Aan het einde van zijn boek is Pels duidelijker. De islamitische terroristen zijn de vijand, want ze gebruiken geweld. De verlichtingsfundamentalisten zijn slechts tegenstanders, want daar kun je mee praten.
Ook GroenLinks-senator Jos van der Lans probeert nieuwe gronden te verkennen voor linkse politiek. Hij gaat in Koning Burger. Nederland als zelfbedieningszaak vooral in op de verhouding tussen burger en overheid. Die is ontspoord, omdat burgers van de overheid verwachten dat problemen snel worden opgelost, terwijl de overheid daar steeds minder in slaagt. Als de verwachtingen toenemen, kunnen de resultaten alleen maar tegenvallen. De overheid heeft zich steeds verder terugtrokken in de ivoren toren van het beleid, terwijl de uitvoering en de handhaving tekortschieten. Papier is belangrijker geworden dan de werkelijkheid. Hulpverleners zijn meer tijd kwijt met het invullen van formulieren dan met het verlenen van hulp.
Vreemd genoeg komt Van der Lans met een aantal kreten die eerder met rechts worden geassocieerd. Zo moet de publieke ruimte worden ‘ heroverd’, omdat de oude, ongeschreven regels niet meer voldoen. Hij komt met een aantal vaker gedane voorstellen, zoals het idee dat ambtenaren meer de straat op moeten, er meer medezeggenschap moet komen en professionals meer invloed moeten krijgen. Sommige voorstellen lijken regelrecht uit het werk van Fortuyn te komen.
De conclusie van zijn boek is wel verrassend. Daarin wordt staatssecretaris Mark Rutte (VVD) als het lichtende voorbeeld gepresenteerd. Die gebruikt een werkbezoek niet om beleefd allerlei mooie praatjes aan te horen, maar om te weten te komen wat misgaat en dat zo mogelijk direct op te lossen. Zo is er toch nog hoop voor links, zij het dan in de gedaante van een liberale staatssecretaris.
Eerder verschenen in Het Parool.
Zie ook de discussie op het weblog van Jos van der Lans
Dick Pels – Een zwak voor Nederland. Ideëen voor een nieuwe politiek
Jos van der Lans – Koning Burger. Nederland als zelfbedieningszaak
Geen reacties