Peter Frankopan schreef een succesvol geschiedenisboek over het gebied van het Midden-Oosten tot China: De Zijderoute. Het vervolg is De Nieuwe Zijderoutes, dat over niets minder gaat dan ‘het heden en de toekomst van de wereld.’ Er ontstaat langs die zijderoutes een ‘nieuwe wereld’ waarin niet langer het Westen de baas is.. In plaats daarvan komt in de eerste plaats China op, maar ook Rusland, Iran, Turkije, de staten in Centraal-Azië, Pakistan, India etc. Dat verhaal is natuurlijk al eerder verteld. Het is in zekere zin het verhaal van na de Tweede Wereldoorlog. De ‘grote feiten van de naoorlogse periode zijn de inzinking van Europa en de omhoogworsteling van Azië,’ zo schreef een Nederlandse commentator in 1948. (Geciteerd in Elastisch Europa van Robin de Bruijn). Japan was ooit het land dat de VS voorbij zou streven. In die zin is de vaak voorspelde opkomst van China, als het nu wel echt zo ver komt, de verwerkelijking van wat velen al lang dachten en hebben aangekondigd. Speeches Vreemd eigenlijk dat dit historisch perspectief in het boek van een historicus ontbreekt. Maar als dat het enige minpunt was, was het nog te billijken. Hij wil het immers over de toekomst hebben. Want…
Op een grote conferentie die begin april 2016 in Amsterdam werd gehouden, was een van de sprekers de Chinese denker Zhang Weiwei. Zonder schroom toonde hij, ondersteund door plaatjes en grafieken, de kracht van het Chinese model. De manier waarop China de afgelopen dertig jaar economie en politiek had ingericht, dat was niet te overtreffen. Kijk maar naar de infrastructuur, de groei van de middenklasse and so on and so on. Hoe China de maatschappij heeft ingericht, zou een voorbeeld zijn voor andere landen. Voor twijfel was bij hem geen plaats, problemen en complicaties die China ontmoet kregen amper plaats in zijn betoog en tegenwerpingen werden zo nodig met jij-bakken beantwoord. Dit is het China van het zelfvertrouwen, dat de westerlingen op eigen grondgebied de les komt lezen. Denkers Weiwei is een van de denkers die in het boek van filosoof/politicoloog Haroon Sheikh, De opkomst van het Oosten, aan het woord komt. Sheikh, verbonden aan de VU in Amsterdam, typeert hem als een interessante denker, een exporteur van Chinese waarden en ideeën. Maar hij bekritiseert hem ook, omdat hij China te veel op een voetstuk plaatst. Dat is opvallend omdat Sheikh zelf ook een zeer rooskleurig beeld schetst van de opkomst van…
Rond de Indische Oceaan gaat het gebeuren. Dat wordt het centrum van de geopolitieke verhoudingen in de een-en-twintigste eeuw. Dat is, een beetje kort door de bocht, de boodschap van Moesson, het boek van de Amerikaanse publicist, onderzoeker en journalist Robert Kaplan. De Indische Oceaan is de snelweg van energie, olie en gas, van het Midden-Oosten naar het zich rap ontwikkelende China en andere landen. Het is ook het gebied waar een groot deel van de wereldbevolking woont, en het kerngebied van de islam in verschillende verschijningsvormen.
Met zijn open boord, baardje en eenvoudige pakken is president Mahmoud Ahmedinejad van Iran een vaste speler op het wereldtoneel geworden. Populair bij de aanhang van Hezbollah en dergelijke groeperingen, verafschuwd, gehaat en gevreesd door vele anderen. Op de eerste pagina van deze biografie van Ahmadinejad wordt een anekdote verteld die duidelijk moet maken dat Ahmadinejad een onbetrouwbaar heerschap is. Hij vertelde ooit dat zijn vader in 1993 om het leven was gekomen. Maar in werkelijkheid overleed zijn vader in 2006, een jaar nadat de zoon president was geworden. Volgens de schrijvers past dit bij ‘de raadselachtige aard van de nucleaire sfinx’. Mooie woorden, misschien, maar wat worden wij er wijzer van?
Onlangs werden enkele Britse militairen korte tijd vastgehouden door Iran. Hun gevangenschap deed de gedachten onmiddellijk teruggaan naar de bezetting van de Amerikaanse ambassade, aan het begin van de Iraanse revolutie die de geestelijken aan de macht bracht. De Britten kwamen er genadig, zij het vernederd vanaf. Ze moesten op televisie verschijnen en werden met cadeau’s overstelpt, alsof de Iraniërs het jammer vonden ze dat ze vertrokken. Het ging heel wat anders bij de bezetting die in november 1979 begon. Aanvankelijk dachten de medewerkers van de ambassade dat het allemaal mee zou vallen. Ze hadden wel eerder bezettingen meegemaakt. Maar gaandeweg werd het duidelijk dat het deze keer menens was.