De toekomst van Nederland – Floris Alkemade

april 22, 2020

 

‘Evolutie kent maar één richting: vooruit.’ Met die stelling sluit rijksbouwmeester Floris Alkemade het eerste hoofdstuk van zijn boekje De toekomst van Nederland af. Dat roept vragen op. Wat wordt bedoeld met evolutie? Het biologische proces of iets anders? En wat is ‘vooruit’? Wordt alles altijd beter?

Niet heel veel pagina’s later blijkt dat Alkemade zijn eigen stelling te boud vindt. Dan is er sprake van een ‘omgekeerde evolutie’, want door klimaatverandering en het uitsterven van soorten gaat het met de ‘echte wereld’ niet goed.

Het is een voorbeeld van hoe Alkemade grote begrippen gebruikt zonder die duidelijk uit te werken. In de nog geen 130, van fraaie illustraties voorziene, pagina’s buitelen ze over elkaar: de generalisaties, simplificaties en makkelijk hanteerbare indelingen. ‘Alle maatschappelijke lagen’ zijn op zoek naar verandering, we leven in een ‘revolutionaire tijd’ waarin ‘we juist nu een beslissende wending aan de toekomst van ons land kunnen geven’. (pagina 9/10) Dat is wat Alkemade opmerkt als hij in het land lezingen houdt. Ik snap dat een schrijver de urgentie van zijn boodschap wil aantonen, maar kon het niet iets minder? Was niet een vraagteken, in plaats van een uitroepteken, achter deze persoonlijke observaties meer op zijn plaats geweest?

Maar dat gebeurt hier niet. De eigen ervaring is leidend. Alkemade gaat kort in op zijn eigen verleden, als puber op een kloosterschool in Vlaanderen, als student die een kamer huurde van een alcoholist, en als architect, die vanuit de verbeeldingskracht kan ingrijpen. Dat laatste komt tot uiting in zijn visie op de wereld als een tuin. Het liefst een renaissance-tuin, waarin de ‘ongerepte natuur’ een eigen, maar beheerste plek heeft.

Vier elementen

Om de buitenwereld te ordenen gebruikt Alkemade de indeling van een Griekse wijsgeer van de wereld in aarde, water, lucht en vuur. En analoog verdeelt hij de menselijke samenleving in de vier sferen van de burger, de markt, de overheid en de wetenschap en kunsten. Het is uiteraard overzichtelijk, zulke indelingen, en het is prima als mensen die gebruiken in een lezing of iets dergelijks. Maar in een uitgeschreven tekst valt vooral op dat het een format is waar alles in moet passen, terwijl belangrijke onderscheiden over de rand vallen.

In het stukje over de burger ontbreekt iedere verwijzing naar een civil society, de vrijwillige samenwerking van burgers. Die worden hier puur als individu gezien. En is het terecht om de kunst en wetenschap onder een noemer te brengen? Dat de kunsten en wetenschap oproepen tot revolutie, is een generalisatie die in deze algemene termen gewoon niet klopt. Verreweg de meeste wetenschappers en kunstenaars roepen niet op tot revolutie, wat die dan ook zou moeten inhouden. Er zijn uiteraard die uit hun bevindingen conclusies trekken die tot maatschappelijke veranderingen leiden. Maar anderen verkondigen de tegengestelde boodschap, of houden zich daar niet mee bezig.

Alkemade ziet drie mogelijk bedreigende bewegingen: de afname van biodiversiteit, de klimaatverandering en de invloed van technologie. Herhaaldelijk waarschuwt hij voor catastrofes, maar nog erger dan die dreigingen is ‘de pessimistische blik’. Die biedt ‘zoals altijd de beste garantie om je gelijk te halen en is alleen al daarom even verwerpelijk als altijd.’ Dat is ook een manier om jezelf moed in te spreken.

Rijzende zeespiegel

De toekomst van Nederland schetst uiteindelijk een positief beeld. Nederland kan zijn ervaring met water gebruiken om zichzelf en anderen leren om te gaan met rijzende zeespiegels. Bij het zoeken naar oplossingen moeten we niet rechtlijnig zijn, maar van alles onderzoeken en niet bang zijn te experimenteren. Net zoals een nomadisch volk zijn omgeving verkent. Dat is een van de aardigste stukken van dit boek.

De spanning tussen de menselijke verlangens en het streven de natuurlijke wereld een beetje in stand te houden, staat centraal. Toch ziet Alkemade een goede uitkomst. Uiteindelijk zullen morele waarden en economische waarden ‘hoe dan ook’ overlappen, wat inhoudt dat bedrijven duurzamer gaan produceren. Het klinkt als een geloofsbelijdenis.

Simone de Beauvoir en Bertrand Russell

Het is makkelijk om in te stemmen met veel van de wensen van Alkemade. Meer duurzaamheid, inderdaad, wie wil het niet? Een slimme omgang met klimaatverandering en andere kwesties? Uiteraard. Zoveel mogelijk bouwen met hout, en binnen de steden? Klinkt als een goed idee. Een ‘betere balans tussen natuur en cultuur’? Ja, graag. Het probleem is echter dat dergelijke idealen nogal eens tegen andere, misschien net zo goed gerechtvaardigde verlangens en belangen aan botsen. Door te doen alsof er eigenlijk een onderstroom is die één bepaalde kant op wil, toevallig de kant van Alkemade, wordt de politieke kant van deze kwesties onder de mat geschoven. De simpelheid van de titel verraadt dat al: het gaat om ‘de toekomst’, niet om de verschillende kanten die Nederland op kan.

Vooral teleurstellend is de grote hoeveelheid clichés en open deuren. De mooie plaatjes van snuitkevers, tuinen, aarde en lucht, en citaten van grootheden als Simone de Beauvoir en Bertrand Russell, kunnen niet verhullen dat de inhoud nogal mager is. Ik miste een scherpe ontleding van een idee, de geduldige uitwerking van een gedachte, een verrassend inzicht of een indringende vraag die niet tot het standaardrepertoire behoort. Het is alsof Alkemade, die als rijksbouwmeester, toch een prestigieuze functie bekleedt, het zichzelf en de lezer niet te moeilijk wilde maken.

 

(Visited 1.365 times, 1 visits today)
Samenvatting
Review Date
Boektitel
De toekomst van Nederland - De kunst van richting te veranderen - Floris Alkemade (Thoth)
Waardering
21star1stargraygraygray

Geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.