Op de lange termijn zijn we allemaal dood. Wie dat ooit als eerste heeft gezegd, weet ik niet. Filosoof Roman Krznaric maakt zich er niet zo makkelijk vanaf als het gaat om de lange termijn. In zijn boek De goede voorouder houdt hij een pleidooi voor het langetermijndenken. Mensen moeten niet gericht zijn op de onmiddellijke bevrediging van hun verlangens. Ze moeten denken aan de gevolgen van hun handelen over 100 jaar of misschien wel langer.
Volgens Krznaric beschikken mensen over een ‘eikelbrein’ en een ‘marshmallowbrein’. Het eikelbrein denkt op lange termijn, zoals iemand die een eikenboom plant die nog honderden jaren kan groeien. Iemand die de marshmallow direct verslindt, denkt op korte termijn. Nu hebben beide manieren van denken hun voor- en nadelen en komen op hun tijd van pas.
Tirannie van het nu
Volgens Krznaric leven mensen tegenwoordig in ‘de tirannie van het nu’. Het is zo’n soort generalisatie die lekker klinkt, maar ook tegenspraak oproept. Uiteraard moedigt de consumptiemaatschappij aan tot consumeren. Maar mensen zijn ook bezig met hypotheken met een looptijd van dertig jaar; het op de wereld brengen van kinderen; onderwijs. Het zijn allemaal activiteiten die een langere periode beslaan of lange effecten hebben. Er is altijd een mix van lange- en kortetermijndenken. Misschien zijn mensen de afgelopen vijftig of honderd jaar wel meer bezig met de toekomst dan ooit te voren.
Krznaric stelt het anders: er is een ‘strijd om de menselijke geest’ gaande tussen ‘de tegengestelde krachten van het kortetermijn- en het langetermijndenken’. Dat wordt als een manicheïsch duel voorgesteld, een gevecht tussen goed en kwaad. En dat is precies het doel van Krznaric.
De verhouding tussen die twee moet zo snel mogelijk veranderen, vindt Krznaric. Vanwege de zogeheten existentiële risico’s is langetermijndenken geboden. Die risico’s zijn bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie die niet in de hand te houden is, een gemanipuleerde epidemie of een kernoorlog. Maar bovenal is dat de klimaatcrisis. Het is bekend: klimaatverandering werkt traag, in de loop van decennia of nog langer. Omdat mensen niet geneigd zijn in actie te komen met zo’n ver in de tijd verwijderde dreiging, doen ze er te weinig tegen.
Duizendjarig rijk
Nu was het duizendjarig rijk waar de nazi’s van droomden ook een uiting van langetermijndenken. Dat weet Krznaric ook. Het gaat hem uiteindelijk niet om de lange termijn op zich, maar om een bepaalde inhoud daarvan. Dat langetermijndenken moet een transcendent doel hebben. Wanneer hij vijf verschillende actuele toekomstideeën naast elkaar zet (vooruitgang, utopie, technologie, overleving en gedijen op aarde) is er volgens hem maar één juiste. Dat is het streven om binnen de grenzen van de aarde te blijven en alle huidige en toekomstige mensen daar te laten gedijen.
Dat is een ideaal dat velen met hem delen. In de transcendente vorm kan het op instemming rekenen van internationale conferenties. Hoe het in de praktijk moet worden gebracht, is een tweede. Voor de uitvoering vertrouwt Krznaric op een reeks modieuze verschijnselen, zoals burgerraden. Die zijn her en der succesvol geweest, maar lang niet altijd. En uiteraard op de donut-economie die zijn echtgenote Kate Raworth heeft ontworpen. Krznaric wijst ook op de rol van onderwijs en – kenmerkend – religie om het langetermijndenken te propageren. Bestaande kerken kunnen worden ingeschakeld, maar de milieubeweging is ook als een kerk, die ‘Moeder Aarde’ vereert, net als in inheemse religies.
Religie en wetenschap
Wat mij betreft zit Krznaric hier op een correct pad. Klimaatverandering is aan de ene kant een gegeven dat met metingen is vast te stellen. Aan de andere kant is ‘klimaatverandering’ de kern van een zingevend verhaal. Het kan betekenis en richting aan het bestaan geven en doet dat ook voor veel mensen. Jammer genoeg gaat Krznaric niet in op de frictie die deze benadering kan opleveren met het andere verhaal van de klimaatbeweging, namelijk dat het de woordvoerder van de wetenschap en ‘de feiten’ is. Luister naar de speeches van Gretha Thunberg, die steeds beweert dat alles wat zij zegt wordt gedekt door de wetenschap. Voor een groot deel van de milieubeweging zou erkenning van het transcendente doel een bekering zijn.
Al zitten er goede punten in het boek, er blijft toch iets knagen aan de nadruk op het langetermijndenken die Krznaric zo uitgesproken verwoordt. En dat is het thema van de onzekerheid. Niemand weet of volgende generaties de huidige mensen als goede voorouders zullen beschouwen, omdat niet bekend is welke problemen ze tegenkomen, welke waarden ze omarmen, welke keuzes zij willen maken. Het is niet mogelijk voor toekomstige generaties te denken of te voelen, al zullen mensen dat altijd willen doen.
Hoe gaat het in 2110?
Krznaric stelt een gedachte-experiment voor om de inleving in toekomstige generaties mogelijk te maken. Hij vraagt mensen een geliefd jong persoon in gedachten te nemen, en te bedenken wat hem of haar over dertig, zestig of negentig jaar te wachten staat. Wat willen we voor dat kind, die volwassene, die oudere in 2110?
Dat is een leuke oefening, die vrees ik vaak in vaagheid zal eindigen. Het is aardig het gedachte-experiment om te draaien. Beschouwen mensen die nu leven hun over-over-grootouders als goede voorouders? Het oordeel kan niet anders dan gemengd zijn: de goede en slechte kanten van het heden komen uit het verleden voort, de goede en slechte kanten van het verleden werken in het heden door. En het was niet bekend dat wat goed leek, slechte ontwikkelingen met zich mee kon brengen? Wie voorzag alle effecten van de verbrandingsmotor? Of van het internet? In die zin zijn mensen met al hun acties bijziend. Het langetermijndenken is dan geen denken meer, in de zin van een rationele en op feiten gebaseerde voorstelling, maar een vage en ambivalente emotie: hoop. Daar is niets mis mee, er zijn talloze schrijvers die hoop willen bieden. Maar noem het dan gewoon zo.
Te laat
Misschien is het voor de huidige generatie te laat om goede voorouders te worden. ‘Stel je voor dat er iets heeft plaatsgevonden dat zich niet vóór ons bevindt, maar achter ons, achter wie nu al geboren is’, schrijft Bruno Latour in Oog in oog met Gaia met het oog op de klimaatverandering. Een groot deel van de broeikasgassen is de afgelopen dertig jaar de atmosfeer ingegaan, inderdaad in de tijd dat het schadelijke effect al bekend was. Kunnen de personen die daaraan bijgedragen hebben dat nog terugdraaien? Die verhoging van het aantal CO2-delen in de atmosfeer blijft hoe dan ook een belangrijk deel van hun erfenis.
Een reactie
https://www.worldometers.info/